Portretten
Het portret van Paul Verlaine.
De dagelijksche dingen onthoud ik met mijn zeer goed begaafd geheugen, maar sommige zeldzaam gewaardeerde onthoud ik met het kleurige geheugen van mijne oogen. Aldus: de dagelijksche voorwerpen kan ik mij terugdenken, zonder dat zij er zijn, maar de zeldzame, die kan ik, buiten aanwezigheid, terugzien zoo zuiver en zeker als waren zij er juist wel. Mijne oogen hebben het spannende gevoel van binnen, waaraan wij de werkelijkheid van de buitenwereld kennen.
Dit is mijn geheugen mijner oogen.
Jaren geleden heb ik een portret van Paul Verlaine gehad, juist ontvangen in den tijd, dat ik zijne verfijnde verzen het meest beminde. Het portret heb ik verloren, maar dat is geen verlies, want mijne wonderlijke oogen hebben het zwart- en witwerk zuiver genoeg onthouden. Terwijl ik woord voor woord schrijf, zie ik het portret even werkelijk als de kamer, maar het is er toch niet, ofschoon ik in zulke gevallen vaak twijfel.
Het portret, in zwart en wit gewerkt, geeft mij enkel Verlaine's hoofd op zijde gezien. Er is een bijzonder fijn verval in de trekken van zijn gelaat. De mond is slap gesloten onder slappe snor. De neus is van eenen kleinen jongen, maar met een vouw van pijn in de wang.
Een zeldzame vriend van P. Verlaine is A. Rimbaud geweest. Een vers van Rimbaud: ‘il pleut doucement