Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 8(1908)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Het Woud. II. Voor Pol Stoffijn. De holen, die de nachtgeheimen helen, Gaan dieper in het woud om ruimer licht En lucht op 't vijvervlak te laten spelen. De blauwe nacht omsluiert alles met fluweelen, Wegdonzend in een streelend tooverzicht... En of mijn ziel haar kreitsen wou verbreeden Ter plaatse waar de hemel meer ontbloot, Weerspiegeld, voor mijn voeten kwam gegleden, Ze zocht naar hooger stijging door gebeden, Ontstaan in grootschen barensreeden schoot. Den schoot der eenzaamheid, die hare schatten Van rein geluk aan hem slechts openbaart Den kluizenaar, die ver van 't driftontspatten, Geworteld staat in 't heilig alomvatten, 't Geloof hetwelk hem 't levensbrood vergaart. En ik zou bede plengen, boete plegen, Ik, ongerijpt voor strenge ascetentaal? Wie knielen kan, moest kunnen overwegen; De strijd alleen geleidt niet tot den zegen; Een vast geloof is reeds een zegepraal. [pagina 130] [p. 130] Maar waarom kwam er niemand mij vermanen? Daar bliezen weer de zuchten van den wil, Om van mijn hoop den laatsten sprank te tanen, Mij gansch ontwaapnend voor de kronkelbanen Des levens, zonder gids, een modderkuil. Een stoet van gramme goden trad me tegen: Baal, Adonai, Jhehova, Sabaath... Of hoe? Gelijk een rist aaneengeregen Bezweerformulen, eene kolk ontstegen Om mij te dreigen met een schandig lot. Geen enkle toch kon zich mijn blik gewennen; Gelijk een bliksem door den ijlen nacht Verzwonden zij; want goden die we kennen Zijn draken die een kranken geest berennen, Die zwichten moeten voor een gaaf gedacht. Een bede klonk: ‘Leid ons niet in bekoring, Verlos ons van den kwade!’ Plompe waan! De schuld vermoeden uwer deugd-versmoring En de oorzaak tevens uwer zielegloring In Hem, tot wien uw vrome beden gaan! 'k Drong verder, om den heilige niet te krenken Die door zijn bidden eene diepe kloof Nog meer verdiepte tusschen beider denken... En de uil loech weer: ‘Ge moet uw liefde schenken Aan 't leven en in 't leven uw geloof!’ Willem Gijssels. Vorige Volgende