Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 436] [p. 436] Naderen Zooals een machtig leger komt Over het zon-belichte veld, Eerst verre nog, een enkle straal Der zon doet flikkren 't glanzend staal Van zwaard en bajonet en vaag Gerucht vertrilt nog in het rond. Maar nader komt het, 't staal geglans Wordt sterk en sterker, een gerucht Vult heel de lucht, een toonen-zee Stuwt voort haar golven van geluid En menschen ziet men, dicht bijeen. Al verder trekt het groote heir. De grond dreunt van den zwaren stap Dier duizenden, die, krachtig, jong Blij juichend komen uit den strijd. De vaandels wappren vroolijk en De zegezang bruischt dondrend op. Zoo nadert thans van uit de vert Het reuzenleger der proleten. De morgen-jonge vrijheidszon Begroet het met haar licht-getril. De luchten beven en men hoort Hoe vreemd gerucht van verre komt. [pagina 437] [p. 437] Al nader komt het; ziet de lijven In rechten lijn gaan naast elkaar. Hoort, het geril van juichens-stemmen Doorstroomt de morgen-stille lucht. Ziet, onweerstaanbaar, als een vloed Op-komen 't groote werkers-heir. Eens zal het juichend overstroomen De wijde wereldvlakte en zijn Zang der verwinnig zal weerklinken, Hoog-op, in reine, vrije lucht. Zutphen. L. Kalis. Vorige Volgende