Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6

Maandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap

[p. 353]

Zonne-rijzen

Ik loop in 't veld, heel vroeg, als nog
De scheem'ring nevelig en vaag
Op de akkers hangt en alles traag
In bosch en veld ontwaakt, maar toch
Is het nog stil, als waar' het nacht.

Dan rijst de zon in blije pracht
Nu trilt de morgen-zang en leeft
De blijde wereld overal.
En 't kleurt en gloeit en zingt met tal
Van tonen, tinten, fijn geweefd.

Zoo zie ik ook in mijn gedacht'
Eens rijzen 't heerlijk vrijheidslicht;
Reeds daagt het in de verte en dicht
Nabij komt nu de tijd, verwacht
Door 't volk met groot en stil verlangen.

Nieuw leven trilt alom, na langen
En droeven nacht van slavernij,
Toen 't volk gebonden heeft gezucht.
Nu staat het jublend op en blij
Klinkt zijn gezang in vrije lucht.

Sandpoort, Aug. 1904.
L. Kalis.