Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6
(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
[pagina 313]
| ||||||||
SprokkelingenKoninklijke vermaken.Zonder preutsche verontweerdiging te gevoelen voor de grijsaards-passies van den ouwen looper, die zijn koningskroon door den modder aller soorten geilheid sleept, heeft het ons toch deugd gedaan, dat men, eindelijk, in 't volle daglicht de daden heeft gesteld van den viezen heer dien Jan Volders eens met ‘Saligaud II’ betitelde en die hier, in België, als vertegenwoordiger van het ‘Gezag-bij-Gods-genade’ ten troon zit. Het vleesch is zwak en we zouden wel de laatsten zijn om den steen te werpen naar iemand die even uitschuift op het glibberig pad der deugd. Maar: waar menschen zich tillen op een troontje, van waar ze de anderen beweren te ‘regeeren’, dààr zou ten minste mogen verwacht worden, dat dìe menschen geen koninklijk voorbeeld zouden geven van de ouwelijkste ontucht!... Er is daar een man, die leeft op de kosten van anderen; een man, die schatten doet zweeten aan het werk van verdrukte Congoleezen; een man, die zich vervolgen laat voor wat armzalige schulden eener erfelijk-belaste dochter, maar die, op een paar jaren, ruim twintig millioen werpt vóor de voeten van een lichtekooi, die hij adelt, - haar en het schurftig schaap dat heur deelt met den ‘ouwen’ - en zòò'n man troont boven ons, als de vertegenwoordiger van een regiem, als de belichaming onzer | ||||||||
[pagina 314]
| ||||||||
politieke ‘orde’!?... Het gebeurt dus wèl, dat het uithangbord bij den inhoud past! Hier is de bedorvenheid van het eene, de ver-gevorderde ontbinding van de andere weerd! De koninklijke practijken, door ‘Le Peuple’ in een reeks artiekels aangeklaagd, wierden nergens tegengesproken. Alleen femelde men wat over 't bepootelen van iemands privaat-leven. Ja wel, maar het privaat leven van een ‘openbaar’ mensch, die zich stelt bòven zijn medemenschen, waaraan hij zijn lubriciteiten doet betalen!Ga naar voetnoot(*) - Ondertusschen vinden onze brave burgers, die nù over ‘privaat-leven’ spreken, het maar heel billijk, dat een onderwijzeres, b.v., wordt gebroodroofd - het feit gebeurt méér en deed zich het laatst te Gent voor - omdat zij een kind had, buiten 't officieel huwelijk. Het is met de moraal en met het recht nog altijd lijk de goede La Fontaine ons leerde: ‘Selon que vous serez puissant ou misérable’... en dit zal duren, tot de ‘miserabelen’ wíllen dat het anders zij. | ||||||||
De Zaak Joris.Wat we in het vorig nummer meedeelden over den erbarmelijken toestand waarin Joris verkeert, wierd sindsdien officieel bevestigd door het verslag van den drogman van het belgisch gezantschap, waaraan onze vriend dezelfde klachten meedeelde als door ons geopen- | ||||||||
[pagina 315]
| ||||||||
baard. Volgens bedoeld verslag, zou de toestand, door het optreden van 't gezantschap, nu wat gemilderd wezen en zou Joris in 't bezit zijn gesteld van eenig geld, waardoor hij zich min of meer behoorlijk voedsel kan verschaffen. 't Is te hopen, dat de legatie uit het voorgevallene zal geleerd hebben, dat het bepaald niet opgaat den gevangene ruim twee-maand-en-half zonder eenig bezoek te laten. Dergelijke, verregaande nalatigheid is geen beste waarborg voor de wijze waarop de belangen onzer landgenooten in Turkije worden behartigd. In officieele kringen verwacht men zich aan ‘iets’ tegen September. Maar aan wat? Hier loopen de meeningen nogal uiteen. Sommigen verwachten een gratie; anderen de omzetting der doodstraf in opsluiting, dus een bekrachtiging van het ‘statu quo’. Dàt zal het dan ook wel zijn, als er geen krachtdadige tusschenkomst eener groote mogendheid wordt verkregen. Daarom worden dringende stappen aangewend bij de engelsche en fransche regeeringen. Clemenceau beloofde Joris aan te bevelen bij zijn collega van Buitenlandsche Zaken, ‘hem vragend in welke mate zijn departement zou kunnen deelnemen aan de actie van de belgische diplomatie, met de toestemming van deze’. Ondertusschen gaan de onderhandelingen voort en schermt men met notas - zoo schijnt het; maar veel komt er niet van in huis. Middelerwijl meldden de dagbladen, dat de trawanten van den Padishah nogmaals hun hartje hebben opgehaald. In de gevangenis te Van - een stadje dat bekend staat in de lijdensgeschiedenis der Armeniërs - zitten een massa politieke gevangenen. Nu verzekerde men, dat | ||||||||
[pagina 316]
| ||||||||
een groote samenzwering op touw gezet was door... de gekerkerden en den bestuurder wierd gelast een zeer streng onderzoek in te stellen. Een dergelijk onderzoek in een turksch gevang kon niet anders dan turksche uitslagen opleveren. Het gevolg was dan ook, dat er, natuurlijk, geen bewijs van een komplot wierd gevonden, maar: dat vijf gevangen Armeniërs bij dit ‘onderzoek’ dood bleven en dat vijf-entwintig andere gevangenen in stervensgevaar verkeeren. De plaatselijke consuls hebben aan hun gezantschappen te Konstantinopel verslag over die afschuwelijke gebeurtenis meêgedeeld. Hieruit blijkt eens te meer hoe betrouwensweerdig het gerecht en het gevangeniswezen van den Sultan zijn. 't Is te hopen dat die martelingen althans dìt nut zullen opleveren, dat zij aan de mogendheden doen inzien hoe dringend noodig het is, dat de Sultan desnoods gedwongen wordt tot eerbiediging van de ‘capitulaties’ die de vreemdelingen beschermen. Voor ons belgisch gezantschap moet het een aansporing zijn om geen oogenblik aan zijn recht, d.i. aan zijn plicht van toezicht over Joris te verzaken en krachtdadiger dan ooit te ijveren om de belgische rechten te doen erkennen. | ||||||||
In Rusland.In Rusland wordt de toestand troebeler met den dag. Uit alles blijkt, dat het Czarisme heeft afgedaan. De revolutie is in aantocht; reeds voelt men de geweldige windvlagen, die den eindelijken, beslissenden storm voorafgaan. | ||||||||
[pagina 317]
| ||||||||
Tot in het keizerlijke park, weten de terroristen hun slagen te slaan, en een hunner opzienbarendste daden was de terechtstelling van Tchnukine, den beruchten admiraal der Zwarte-zeevloot, enkele dagen vóór den aanvang van het proces, dat begon tegen de aangehouden muiters van den Knjas Potemkin. Het heerlijke voorbeeld, gegeven door den opstand van dit slagschip - opstand, die een der belangrijkste vóorgebeurtenissen is van de dagende revolutie - zal niet zonder navolging blijven. t'Allenkanten hoort men van militaire muiterijen en, op 't oogenblik dat we dees neerschrijven, berichten de couranten over een opstand in de forteres van Soeaborg, en over steeds uitbreidende muiterijen, vooral van de mariniers, te Cronstad. Op alle punten van het land, waar men de ontbinding van de Douma verneemt, hernemen de onlusten met verdubbelde kracht. Met dit onverantwoordelijk besluit heeft de czaar zijn doodvonnis geteekend. De dood van de Douma is het leven der revolutie en leidt het einde der autocratie in. Onder al de misslagen, begaan door de hof-camarilla, is er geen dommer geweest, dan het niet-begrijpen dat de Douma, met heur woest uiterlijke, de beste dam tegen de stijgende revolutie was. Het afbreken van dien dam door den czaar was een nuttig, ja, een noodzakelijk werk voor de revolutie. Bij den smartelijken indruk verwekt door de ontbinding - om heel de zee van te storten bloed die ze vóor ons opriep - mengde zich toch een zekere vreugd, omdat die kortstondige periode van parlementarisme de baan ruimde voor den volksopstand. Het parlementarisme, in Rusland zoomin als elders, is bij machte een grondige omwenteling der bestaande | ||||||||
[pagina 318]
| ||||||||
orde van zaken te bewerken. Hoe zuiver en eerlijk de inzichten waren van de overgroote meerderheid harer leden, toch hielp de Douma niets aan het ontwerpen der grondvesten van het huidig regiem, en zij verlamde vele revolutionaire energieën. Zij gaf zoowat den schijn of, met de Douma, den strijd op wettige, vredige wijze kon uitgestreden worden en of het heele gebouw van despotisme en verdrukking zou instorten, alleen door de tooverkracht der laaiende woorden van de volksvertegenwoordigers. En toch kon het optreden en het ijveren van de Douma op niets anders uitdraaiën dan op een vergelijk tusschen het volk en den czaar, tusschen de betrachtingen naar vrijheid en welstand en de reactie van 't Hof en zijn bureaucratie. Elk werktuig kan maar dienen voor hetgeen waartoe 't bestemd is. Het parlementarisme is het politiek werktuig der burgerij en zou in Rusland bewerkt hebben wat het elders voortbrengt: een schijnheilige rust en orde, een leugenachtige overeenkomst tusschen de maatschappelijke klassen en opvattingen. De Douma zou, fataal, zijn geworden de kanalisatie der revolutie naar een burgerlijkparlementaire monarchie. De czaar heeft niet begrepen, dat zij de zekerste overgang was tusschen het groeiende en het stervende, en hij heeft het vergelijk verbroken. Weer staan beiden nu tegenover elkander met hun algeheele eischen en betrachtingen. Het czarisme wil níets lossen en het opstaande volk zal àlles trachten te nemen. Het bloed van vele helden en martelaren, ook het bloed van vele misleide onschuldigen zal vloeien. Maar het czarisme en het princiep der autoriteit zal versmoren in den bloedstroom die over hen neerkomt. - De zon der vrijheid zal, in een rooden glans, gaan dagen in het donkere Oosten! | ||||||||
[pagina 319]
| ||||||||
Adrianus van Emmenes †Op Vrijdag avond, 20 Juli j. 1., stierf, in het Wilhelmina gasthuis te Amsterdam, de geestigste redenaar en vinnigste polemist voor het libertair socialisme in Holland. Het is voor die beweging stellig een zeer groot verlies, want van Emmenes was een kracht zooals er niet dagelijks gevonden worden. Hij is gestorven in den vollen bloei van zijn leven: nauwelijks 49 jaar oud. Hier in Vlaanderen, waar hij meermaals als redenaar optrad, was hij zeer geliefd om zijn geestig sarcasme en zijn gulle scherts. Lang nog zal men hem hier gedenken en gemissen.
S.R. | ||||||||
Ontvangen boeken:
| ||||||||
[pagina 320]
| ||||||||
|
|