Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 310] [p. 310] Zwerver Hij sukkelde voort op het zonnige pad In een wolkje van droog-grijze stof, Hij had honger en dorst, was vermoeid ook, alsof Hij gezwoegd en geploeterd al had. Maar hij had niets gedaan, want hij was er een vent, Die al dicht bij de zeventig was En hij was het werken zoolang al ontwend En dat gaf er toch eiglijk geen pas. Nu liep hij maar lui heel den dag door het veld, Met een bundeltje aan zijnen stok. Wel had hij geen huis en wel had hij geen geld Maar hij kreeg toch wel somtijds een brok. Wel lag hij vaak 's nachts in het vochtige gras, Hitsten boeren den hond op hem aan, Wel had hij één broek en een gat in zijn jas, Maar dan moest hij ook werken maar gaan. [pagina 311] [p. 311] Hij slenterde voort tot de duisternis kwam, Lag toen stil aan den kant van een sloot. En zijn boddie werd koud en zijn beenen zoo stram En des morgens, toen vond men hem dood. Hij was bijna zeventig jaar, oud genoeg, En hij wou niet meer werken, die vent. Daar is niemand die naar zijne erfenis vroeg En geen mensch die zijn graf ook maar kent. Oegstgeest. L. Kalis. Vorige Volgende