De zaak-Joris.
Hoe het nu met die zaak gesteld is, kan niet met zekerheid worden gezegd. Men weet alleen, dat de Porte weigert de gegrondheid der belgische eischen te erkennen. Heur lange nota aan onze regeering is niet bekend gemaakt, maar op verzoek van het turksche gezantschap kondigde Le Petit Bleu een artiekel af, dat we reden hebben te aanzien als de beknopte uiteenzetting der turksche argumentatie. Vooral wordt aangedrongen op 't bestaan van een turkschen tekst van het tractaat van 1830, die niet gelijkluidend met den franschen tekst zou zijn. Georges Lorand had niet veel moeite om, in een zaakrijk antwoord, heel dit turksch betoog den bodem in te slaan...
Dit avontuurtje bewijst, dat de Porte alle middelen aanwendt om de openbare opinie te bewerken ten voordeele van heur ‘recht’ om Joris op te knoopen... De Sultan heeft geen betrouwen in 't gerecht van een land, waar de kleine Sipido, voor zijn kwajongens-aanslag met een speelgoed-revolver, niets mèèr dan eenige jaren ‘verbeteringschool’ opliep.
Ondertusschen moeten wij dan maar betrouwen op 't gerecht van den Groot-Moordenaar en, terwijl Turkije de europeeschepers met zijn oostersch-slimme nota's overstroomt, zorgt de belgische regeering, dat de belgische pers niet 't minste afweet van de argumenten die zij laat gelden tot handhaving onzer rechten in het Morgenland!
België heeft nu gevraagd het geschil te onderwerpen aan het scheidsgerecht van den Haag. Zal de Sultan weer met een ‘geen betrouwen’ antwoorden? Best mogelijk, als de groote mogendheden het kleine België alleen laten. - En Frankrijk heeft te veel werk om, te Algesiras, de belangen der fransche nanciers tegen de afgunst van duitsche speculanten te verdedigen, om zich over de rechten en het leven van een anarchist te bekommeren! -
Ondertusschen duiken zekere vuige aantijgingen tegen Joris met regelmatige tusschenpoozen op in zekere pers en vooral in zeker blad, dat men gevoeglijk ‘La Dépendance turque’ zou mogen noemen. Zou dit soms geen voorbereiding zijn om, als de nood moest dwingen, een ‘gratie’ te kunnen toestaan, zonder schade voor de ‘prestige’ van den Zieken Heer?.... De wegen der turksche sluwheid zijn duister en ondoorgrondelijk...
S.R.