Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6

(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– rechtenstatus



[pagina 115]
Nevel Een natte nevel zilvert langs de landen en streelt met vochtig zachte handen de bloemetjes en 't gras, of het de raking van Iets teeders was dat niet herkent wou wezen. De lucht staat als een stolp van grijze stilte op de weien. Op droomerige wijze wiegen de boomen zich. Een vogel neurt met monotoon geluid. Wat oude weemoed treurt mij door de ziel, en zingt van Iets dat komen zal nà dezen.... En hier en daar breekt door het grijs in teere toon wat matig zonnegoud, als nog omsluierd schoon, dat straks wel overheerschend wezen moet, en 't Al van onverwacht geluk her juub'len doet, want Licht uit neveling geboren is dubbel blij....
[pagina 116]
O nevel... die vaak op ons Leven ligt gespreid, soms zijt ge schooner dan de zonneheerlijkheid, soms dekt ge 't schoon alleen om schooner nog gezien te zijn, in nevel-weemoed, dan in hel geluk-gelijn. O nevel zilvering Belofte zijt ge mij! Jeanne Hack.