Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 6(1906)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Machteloos In zwaar maar stil gestap op effen asfaltweg Te hooren menschengang in haastig stap-gestroefel, Te voelen vage vlekken langs me in korte strijking Van doezelende tinten, onontwarbaar voor mijn toegevroren oogen, Die kilte zuigen uit het laffe winkellicht, In leugenachtig helderheid-beloven schijnend af Op aldagsdingen... zóó is mijn straatgeloop. Maar suffig staren maskert ziedend binnenst, Waar wil of wat ééns wil was spoort tot daden, Al was 't met zwiepgeluid mijn stok in vensterglas te striemen Om kletterslag, gebreek en neergeklink te hooren En zoo een dam te gooien in den stroom van 't eeuwigzelfde. Alsof dat komen kon! dat ik mijn onnut-mensch-zijn Herscheppen zou tot daad, 'tzij booze of brave. Alsof niet steeds mijn willetje, als echo in een kratermond, Geslingerd werd in diepre diepten Om, buiten niet gehoord, in 't ongeziene te versterven. Amsterdam, 7 Mei 1900. W. Bonto van Bijlevelt. Vorige Volgende