Ontwaking. Nieuwe reeks. Jaargang 5
(1905)– [tijdschrift] Ontwaking– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdMaandschrift voor sociologie, kunst en wetenschap
[pagina 337]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het wereldtaal-vraagstuk en de arbeidersOnder ‘wereldtaal’ wordt niet verstaan een taal die de enige moet worden over de gehele aardbol, die alle bestaande talen als overbodige konkurenten wegveegt, gelyk een trust alle haar weerstaande winkeliers, maar een middel - één enkel middel - om zich schriftelik en mondeling in verbinding te stellen met mensen van andere taal. Komt het dus zo ver dat een dergelyke taal bestaat, dan zal de gewone mens voor zyn betrekkingen tot zyn medemensen het afkunnen met 2 talen: moedertaal en wereldtaal. Die 2 talen, meer niet, zullen hem in staat stellen tot mondelinge en schriftelike omgang, zowel met zyn taalgenoten als met zyn niet-taalgenoten. De ongewone mens, de man van studie, van wetenschap, de liefhebber van talen, van schone letteren, mag er dan net zo veel talen by leren, als hy zelf nog verlangt. Ook de gewone mens kan dat doen, als hy door biezondere omstandigheden de noodzaak er van voelt. Iemand die voor lange tyd, misschien voor z'n hele leven, uit Frankryk emigreert naar Paraguay, zal er van zelf toe komen zich op het spaans toe te leggen, ook al bestond er een algemeen aangenomen wereldtaal die dus in beide landen naast de landstaal werd verstaan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is goed dit te zeggen, opdat men niet zal denken dat het voorstander zyn, het verdedigen van een wereldtaal meebrengt een tegenzin, een min of meer reaktionaire afkeer van vreemde talen. Taalstudie, mits breed opgevat, is een van de lonendste studieën, een die het meest kan bijdragen tot het afkrabben van de nationalistiese korst die wy alle, alle volken meedragen. Nationalisme is een fout waarin zelfs de meest vooruitstrevenden onder ons nu en dan vervallen. Als men niet meer gedwongen is vreemde talen te bestuderen, zal de vrye beoefening daarvan met groter liefde en op beter grondslag gebeuren dan nu. Als men niet meer gedwongen is zo schriklik veel tyd af te staan aan een aantal vreemde talen, zal men zich meer kunnen toeleggen op de eigen taal, op de beste die er voor ieder mens bestaat, omdat ze hem verbindt met zyn eerste en naaste omgeving, in welke zich bevinden die hem het liefste zijn op aarde.
De wereldtaal moet kunstmatig zyn. Want al schynt in theorie het makkelikste een van de levende talen tot wereldtaal te verheffen, prakties is onmogelik dat de volken het eens worden in de keuze. Het volk, waarvan men de taal aannam, zou in de handel en zelfs in de wetenschap een geweldig overwicht verkrijgen, tot grote schade voor de ekonomiese en geestelike belangen van de andere volken. Bygevolg is niet te verwachten dat deze tot hun eigen achteruitzetting zullen meewerken. Daarby komt dat geen van de natuurtalen zich de meerdere kan noemen van de andere. Geen enkele | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 339]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bezit een ideale eenvoud en afwerking. Alle zyn vol onregelmatigheden, uitzonderingen, afwykingen en inkonsekwenties. Zelfs al konden de taalgeleerden van alle landen hun nationale trots op zy zetten om enkel de logiese eigenschappen van de verschillende talen te beoordelen, dan nog zouden zy het niet eens worden over welke de beste is. Twee redenen dus, waarom de wereldtaal niet een van de bestaande talen kan zyn. Tegen de invoering van een kunstmatige taal echter zal, wanneer eenmaal de idee daarvan goed heeft doorgewerkt, geen van de volken iets hebben, omdat zulk een niet-nationale, dus onzydige taal hun belangen niet zal benadelen.
Dat een kunsttaal mogelik is, werd bewezen door het funktioneren van enige bekende systemen, ik bedoel in de eerste plaats volapük en esperanto. Die talen zyn geschreven, zyn gesproken, en worden nog aldus gebruikt, de eerste op kleine en de tweede op groter schaal. Als volapük fiasko heeft gemaakt, en esperanto - ondanks de grote steun die het uit Frankryk van wetenschappelike en andere invloedrijke mannen ondervindt - de wereld maar niet kan omvatten, dan ligt de oorzaak hiervan in hun gebreken die belet hebben het vertrouwen in die mate op te wekken dat een algemene aanneming kon volgen, maar ook in het feit dat men niet in staat is geweest pozitieve, levende belangen in het vraagstuk te betrekken. Werd tot dusver een stelsel gelanceerd, dan was | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 340]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een eis onzydigheid op godsdienstig en politiek gebied. Toen b.v. in het jaar 1887 de censuur in Rusland alle volapük-drukwerk kort en goed had verboden, was een van de argumenten waarmee een russies volapükist gedaan kreeg dat het zonderlinge verbod werd opgeheven: de niet-politieke inhoud van de volapük-periodieken. Maar zolang de wereldtaal-voorstanders zich houden buiten godsdienstige en politieke kwesties, verzuimen aan te tonen hoe op sociaal gebied een wereldtaal werk kan verrichten, tot nu toe ongedaan, beroven zy zelve zich van de beste kansen op een snelle en definitieve oplossing door afsnyding van het kontakt met juist die bewegingen, waarvoor het mensdom zich aldoor het felst geinteresseerd heeft en die, door hun inwerking op het bestaande, vormen van volgende levensorde helpen bepalen. Men zal nu begrypen waarom ik tracht de belangstelling van de arbeiders te richten op het wereldtaalvraagstuk, waarom ik wys op de voor hun aan een wereldtaal verbonden voordelen.
Toen ik in de maand April van dit jaar in enige plaatsen van Nederland en België de causerie heb gehouden waarvan dit artikel een omwerking is, heb ik willen weten hoe het stond met de kennis van vreemde talen onder de arbeiders. Ik stelde daarom aan het publiek de volgende vraag: ‘Hoeveel arbeiders zijn hier tegenwoordig die in staat zijn een vreemde taal prakties te gebruiken?’ Als toelichting voegde ik er bij dat ik daaronder verstond: het in staat zyn een eenvoudige brief te schry- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 341]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ven, of desnoods een ingezonden stukje voor een krant; en verder het in staat zijn een alledaags gesprek in de vreemde taal te voeren. Ziehier de gegevens die ik in de eerste zes plaatsen verkreeg:
Ieder kan uit die cyfers zyn konkluzies opmaken. De myne is dat het bekende slotwoord van het kommunisties manifest van Marx en Engels: Proletariërs van alle landen verenigt u! zonder een wereldtaal niet volkomen kan worden vervuld. Tot dusver kwam alleen in vervulling: Proletariërs in alle landen verenigt u, maar niet van alle landen. Hun organizatie is in de grond nationaal gebleven, opgesloten binnen de schuttingen van de eigen taal. Er ligt in die erkenning geen vernedering voor de arbeiders, want ook de wetenschap, trots haar voorgewende eenheid en haar universaliteit, is nog enkel nationaal en wel in hoofdzaak duits, engels en frans, en niet wat ze zyn moest internationaal. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 342]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Laat ik eens veronderstellen dat er een wereldtaal bestond, een taal voldoende aan de behoeften van de arbeiders en niet moeiliker dan een natuurtaal. Ik heb dus het oog op een taal, gelyk de moderne wereldtaal-voorstanders gaarne in werking willen zien. Ik denk nu niet aan een biezondere naam, omdat het beter is het vraagstuk niet te vereenzelvigen met een van de aangeboden oplossingen, wanneer men de voordelen in het algemeen wil bespreken. Zo'n in werking zynde, toegepaste wereldtaal zou grote gemakken opleveren in de oorlogvoering met de kapitalistiese vyand, vooral wanneer de arbeiders bewegingen te gelyk in verschillende landen ondernemen, b.v. een boykot-beweging tegen twee in oorlog zynde landen, een uitgebreide stremming van het verkeer te water en te land, een dienstweigering op grote schaal op het ogenblik dat de regeringen van enige landen door onderling gedane oorlogsverklaringen de volken van die landen tegen elkaar willen ophitsen.Ga naar voetnoot(1) Voor elk geval wordt verondersteld dat de beweging zich uitstrekt over meer dan één taalgebied. De wereldtaal zou van dienst zyn in de korrespondentie en de mondelinge samenkomsten, gedurende de voorbereiding, tydens de volvoering en na de afloop. Ook gewoner gevallen kunnen worden opgenoemd. Men kan de klacht horen: we weten zo weinig van Amerika, van Argentinië; we zouden graag wat willen weten over Hongarye. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 343]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De reden van zulke onbekendheid is dat de arbeiders niet de middelen bezitten om uitkykposten in de vreemde landen te onderhouden. En van de krachten in het land zelf aanwezig die zich gratis zouden beschikbaar stellen, gelyk er zoveel werk gratis wordt geleverd in jonge mooie bewegingen, kan men geen gebruik maken door verschil in taal. Komen de arbeiders dus een enkele keer wat te weten van die verre landen, dan gebeurt dat dank zy de een of andere Hollander of Vlaming die daar verzeild is geraakt, en alleen zo lang als zyn materiële omstandigheden het veroorloven. In de regel zal een inwoner van het vreemde land beter het korrespondentschap kunnen waarnemen, omdat hy beter voelt wat er in zyn landgenoten omgaat, en omdat de levenstryd minder zwaar voor hem is. Het is jammer dat de talen ons scheiden. In elk land doet men ondervinding op die ook daarbuiten waarde heeft. Hier weet men af van kommunistiese kolonies, daar van z.g. volksuniversiteiten, in een derde land zag men vrouwen-kiesrecht toegepast. Bestond er een makkelik internationaal schryfmiddel, men zou elkander die bevindingen meedelen; het zou niet nodig zyn nadat een Engelsman met zyn kop tegen een muur was gelopen, dat een Spanjaard ook met zyn kop tegen die zelfde muur optornde. Men zou er toe komen internationale hoofdbladen gezamenlik uit te geven, met de beste medewerkers uit alle landen. Die het maar enigsins missen kon, zou zich op zo'n blad abonneren, omdat het leren lezen zelfs voor de hardkoppigsten een zaak zou zyn van enige weken. Die het niet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 344]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
betalen kon, zou indirekt profiteren door hetgeen de nationale arbeidersbladen er uit overnamen. Een hollands sociaal-demokraat had een studie geschreven over een bepaald onderdeel in Marx. Direkt kwam een duits revizionist op hem af, om te weten of er iets in stond dat hy kon gebruiken in zyn oppozitie tegen de andere duitse sociaal-demokraten. De Hollander zag dus dat zyn studie ook buiten ons land de aandacht trok. Hoe het nu verder is gegaan, weet ik niet. Maar zeker is dat wy een stuk niet in het nederlands geplaatst krygen in een vreemdtalig tydschrift. En ook dat het verduiveld lastig is een geschikte vertaler te vinden, ook al is een artikel minder technies dan de bedoelde Marx-studie. En het nut van een wereldtaal op internationale vergaderingen? Het zou één of meer tolken uitsparen. Wie internationale vergaderingen heeft bygewoond, weet hoe lastig die tolken-kwestie kan zijn en hoe ze vaak onbevredigend wordt opgelost. Het zou verder alle aanwezigen op een voet van gelykheid stellen. Niet langer A die een middelmatigheid is een hoog woord, omdat hy als geboren Fransman vlot frans spreekt, en B die een ernstig denkende kop is vrywel voortdurend zwygen, omdat hy als Deen zich moeilik in het frans uitdrukt, neen zowel A als B moeten zich uitdrukken in de wereldtaal die voor beide vreemd is, maar oneindig makkeliker dan welke vreemde taal ook. Het Internationaal Socialisties Bureau dat te Brussel zetelt, zou ook gemakken ondervinden van een wereldtaal. Intussen, daar zitten veel bestudeerden in die het tot dusver af konden zonder, en daarom ben ik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 345]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bang dat het nut van een wereldtaal niet door dat bureau wordt ingezien. Ik kan een kort artikel citeren van H. Böhm in L'Ouvrier Diamantaire, een te Parys verschynend ‘organe syndicaliste et corporatif.’Ga naar voetnoot(1) De schryver begroet met instemming de naderende vorming van een federatie van diamantbewerkers in Frankryk, Holland, België, Zwitserland, Duitsland, Engeland, Spanje en Amerika, en somt de voordelen op daaraan verbonden. Dan schryft hy: ‘De internationale federatie van diamantbewerkers zal een kostbaar middel bezitten om te diskuteren en tot overeenstemming te komen, een onmisbaar middel om elkaar te begrypen, indien alle, alle zonder één uitzondering, de moed en de volharding bezitten om de wereldtaal Solrésol aan te leren en aan onze kinderen te onderwyzen. Het zal ons tienmaal minder werk, vermoeienis en inspanning kosten om Solrésol te bestuderen dan wy nodig zouden hebben, indien wy Fransen nederlands, duits, vlaams, engels en spaans wilden bestuderen. Toch zou de studie van die vyf talen nodig worden om met elkaar te praten, te diskuteren, begrepen te worden en tot overeenstemming te komen.’ Ten onrechte wordt in die regels vlaams als afafzonderlike taal gerekend. Ook meen ik dat niet nodig is, altans niet in het begin, dat ‘alle zonder één uitzondering’ de wereldtaal aanleren. Maar voor het overige deel ik de strekking van de aanbeveling, niet de aanbeveling zelf. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 346]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
My is niet bekend of de schryver wist dat Solrésol, de wereldtaal die hy aanraadt, geboren werd in het jaar 1817. Anders, dunkt me, zou hy de 88-jarige niet er nog op uit willen sturen. Overigens, leuk vind ik die taal wel. Iemand die de feuilleton-ruimte in een blad op prettige wyze wil vullen, kan Solrésol en zyn geschiedenis met voordeel bestuderen. Zelfs lykt me praktiese toepassing in enkele gevallen, onder andere als seintaal, niet uitgesloten. Maar over 't geheel genomen voldoet die taal niet aan de eisen. Ik zou méér argumenten kunnen noemen, b.v. die voorkomen in een artikel, getiteld ‘Socialisme en Wereldtaal’ en staande in De Vrye Socialist van 19 Oktober 1904, maar uit vrees voor langdradigheid bepaal ik me tot de verwyzing.
Tot hier toe is de wereldtaal verdedigd in theorie. Men kan zich echter niet daarby beperken, omdat zy die de theorie goedkeuren, spoedig zullen zeggen: Die ideeën zyn niet kwaad, maar laat nou 'es zien wat je daar in de praktyk van te recht brengt. Men kan niet van de wereld verlangen dat ze warm wordt, zich opwindt voor een denkbeeldige wereldtaal. Men moet dus aan zyn propaganda in het algemeen verbinden een propaganda voor een bepaald stelsel. Men moet dat stelsel voorleggen, vergelyken met andere, verdedigen en aandringen dat de wereld een keuze doet. Wie dat nalaat, behoeft er niet op te rekenen dat hy met zyn theoretiese beschouwingen ooit tot een prakties rezultaat komt, d.i. de wereld begiftigt met een wereldtaal.
Onder de aangeboden stelsels zyn er drie die het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 347]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meest de aandacht trekken: volapük, esperanto, idiom neutral. Alle drie bezitten in onze taal een spraakkunst en een woordeboek, zodat men ze terstond prakties kan beproeven. Volapük heeft een korte maar schitterende levensloop gehad. Het werd geboren in 1879. En in 1887, volgens anderen in 1889 was het hoogtepunt bereikt. Dus een opgaande lyn van 10 jaren en daarna een langzame maar gestage en niet te stuiten daling. Eigenaardig dat de Algemene Nederlandse Wereldtaal Vereniging Balif mekom valiidi (Eendracht maakt macht) eerst werd opgericht in het jaar 1890, dus na het hoogtepunt. Die vereniging heeft tot nu toe haar leven weten te rekken. Veel over het volapük vertellen behoef ik niet, omdat het hier gaat om het nut dat de arbeiders uit de wereldtaal-beweging kunnen trekken. Het volapük heeft in 1904 zyn zilveren jubileum gevierd, en volstrekt niet onder vrolike omstandigheden, omdat het overvleugeld is door het esperanto. Ik geloof dus niet dat het nuttig is voor de arbeiders zich nog op die taal toe te leggen. Er zyn hier en daar enkele al-maar-door verdedigers van het volapük overgebleven. Ik meen dat die heren door de kortstondige, maar te felle schittering van het volapük zyn verblind. Ze zyn een voorbeeld van die bejammerlike vereenzelviging van ideaal met siesteem, waartegen ik met nadruk opkom. Aan de geschiedenis van het volapük mag ik twee feiten ontlenen die voor de arbeiders van belang zyn. Ten eerste dat het volapük, hoewel het moeiliker | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 348]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is dan de andere twee siestemen, door arbeiders kan worden geleerd. Daarover vind ik in een artikel van R. Sperl: Volapük in Opper-StiermarkenGa naar voetnoot(1), het volgende: ‘Johann Führbach te Gösz, een schoenmakersknecht, had een grote vaardigheid in het volapük bereikt en zelfs een gedicht daarin geschreven, wat aan dr. Obhlidal te Wenen aanleiding gaf hem de Hans Sachs onder de volapükisten te noemen’, en verder: ‘In het Mürzthal werd volapük verbreid door een werkman die zich als een goed volapükist en geschikt volapük-leraar deed kennen.’ Die versjesmakery in een kunsttaal heeft nu minder myn sympathie, niet omdat het onmogelik is, maar omdat het meestal de krukken zyn die zich daaraan het eerst bezondigen. Maar in elk geval ziet men dat de arbeiders niet bang hoeven te zyn voor te grote moeilikheid van een wereldtaal. Het tweede feit is dat een wereldtaal in verbinding brengt met verscheidene soorten van vreemdtaligen. Vroeger heb ik aan volapük-korrespondentie gedaan, nooit in het groot, omdat ik daar minder voor voelde. Maar wat interessant is, ik kon my op die manier in verbinding stellen met personen, wonende in 14 verschillende landen en vertegenwoordigende 10 verschillende talen. Van anderen zou ik uitgebreider rezultaten kunnen citeren, maar ik meen dat dit ene voorbeeld overtuigend genoeg is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 349]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘Esperanto’, volgens een dit jaar te Parys verschenen propaganda-boekjeGa naar voetnoot(1), ‘is de enige kunsttaal die op het ogenblik aanhangers bezit; alle andere proeven zyn dood of hebben tenauwernood geboren schipbreuk geleden’. Een leugentje om bestwil zullen de esperantisten zeggen. Over het ‘bestwil’ wil ik niet twisten, maar een leugentje is het. Esperanto is zonder twyfel een vooruitgang op het volapük, onverschillig wat enkele ‘altyd-getrouwen’ hiervan die dat maar niet willen inzien, beweren. Een duits ex-volapükist die esperanto-aanhanger is geworden, drukt het aldus uit: ‘wanneer Schleyer ons een kunsttaal heeft aangeboden die misschien in even zoveel maanden kan worden geleerd als men jaren nodig heeft voor het beheersen van een natuurtaal, dan wordt die tyd in de internationale taal esperanto gereduceerd tot even zoveel dagen’.Ga naar voetnoot(2) Die uitspraak schynt me te absoluut. De man die het schreef was geprikkeld door beledigingen, komende uit het kamp der Schleyerianen. En daarom had zyn gemoed waarschynlik behoefte aan een potige bewering om zyn tegenstanders het land op te jagen. Betrekkelike waarde heeft de uitspraak wel, omdat die man beide talen met liefde had beoefend. De grotere makkelikheid van het esperanto wordt trouwens bevestigd door een kalmer oordeel van een andere duitse ex-volapükist die niet tot het esperanto is overgegaan. Hy getuigt dat hy om het esperanto te leren de helft van de tyd gebruikt heeft die hy nodig had voor volapük, en schryft | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 350]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat toe aan het feit dat esperanto reeds een groot deel van de internationale woordeschat bevat.Ga naar voetnoot(1) Dr. Zamenhof heeft zyn siesteem gepubliceerd de 22e Junie 1887. Het heeft dus kort geleden zijn 18e verjaardag gevierd. In die 18 jaren heeft het by lange na niet de mate van uitbreiding bereikt die het volapük bezat na 10 jaren, op het ogenblik van zyn grootste bloei. Had ik niet al verteld dat het esperanto hoger staat, dan kon men menen dat het mindere sukses toegeschreven moet worden aan de minderwaardigheid van de taal. Voor een deel komt het door de mislukking van het volapük, waardoor vele wereldtaal-mensen van het ene uiterste in het andere zyn gevallen, nl. van het geloof dat de wereld zo maar direkt een door één man gemaakte taal algemeen zou aannemen tot het pessimisme: een wereldtaal is onmogelik. Voor een ander deel komt het door de hogere eisen die men is gaan stellen. Die laatste reden zullen maar weinig esperantisten toegeven, want ook zy - net als de volapükisten - kyken niet buiten hun boekje. Ze beoordelen alles van de esperantistiese kant, zoals het in hun organen wordt voorgezet. Zulke eenzydige bekyking fnuikt eigen onderzoek en eigen oordeel, gelyk men weten kan uit de ideeën die mensen verkondigen wier enige lektuur bestaat uit één enkele, maar dan ook van hoofdartikel tot laatste advertentie gespelde koerant. De esperantisten vinden in de laatste tyd een kostbare steun in Frankrijk. Met koortsachtige yver zyn ze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 351]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daar bezig de ‘solution triomphante du problème de la langue universelle’ aan te bevelen, niet weinig geholpen door de bekende uitgeversfirma Hachette. Sinds deze een kontrakt heeft gesloten met dr. Zamenhof dat voor hem nadelig, maar voor de firma voordelig isGa naar voetnoot(1), zorgt ze dat in alle spoorwegstations esperanto-boeken liggen en dat op vervaarlike manier de loftrompet voor het esperanto gestoken wordt in de franse en belgiese editie van de alom verspreide en zo populaire Almanach Hachette. Ik geloof dat de esperantisten beter deden zich naast hun propaganda ook op de hoogte te houden van de wereldtaal-beweging in 't algemeen en van de kritiek op hun taal. En als ze vinden dat hun beweging er schitterend voor staat, laat ze dan speciaal een studie maken van de geschiedenis van het volapük. In 1889 scheen het of volapük de wereld veroverd had en pal daarop... de onverwachte ommekeer.
Kon ik tegenover die twee stelsels niets anders plaatsen dan een nieuw stelsel, dan had men het recht wantrouwend te zyn. Immers even goed als de volapükisten en esperantisten, na eerst hun taal aangeleerd en beoefend te hebben, daaruit allerlei voortreffelikheden distilleren, even goed mocht men dat van my veronderstellen. Maar ik kan er iets beters tegenover stellen dan louter een nieuw siesteem: een nieuwe idee. Als men van idiom neutral mag zeggen dat het zyn twee voorgangers overtreft, dan komt dat niet voor een deel voort uit allerlei schoonheden, eerst ontdekt nadat het stelsel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 352]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
op poten stond, maar geheel en al uit de nieuwe idee, volgens welke idiom neutral is uitgewerkt. Die nieuwe idee bestond, was uitgesproken voordat de makers van de neutrale taal hun werk begonnen. Die idee luidt heel eenvoudig: Voor een internationale taal moet elk woord zo internationaal mogelik zyn. Als b.v. verschillende grote europese talen dat woord ‘internationaal’ kennen, omdat zy het zelf als woord bezitten, dan is het krachtens dat feit wereldwoord en hoort thuis in de wereldtaal. Men hoeft er niet van te maken bevünetik gelyk in het volapük, noch internaci¹a gelyk in het esperanto. Als verschillende grote europese talen het woord ‘kanon’ bezitten, dan moet de wereldtaal daar bly om zyn en het zo - onveranderd - opnemen, en niet er van maken kän gelyk in het volapük, noch pafilego gelyk in het esperanto. Met dat principe van de maximum-internationaliteit voor elk woord gaat samen dat de diktionaire hoofdzaak en de grammaire byzaak is. De woorden die het hoofdmaterieel van de taal vormen, mogen om grammatikale redenen niet hun internationale vorm verliezen. Zowel in volapük als in esperanto is het woordeboek niet de hoofdzaak, maar ondergeschikt aan de spraakkunst, in volapük zo sterk dat b.v. een wereldwoord gelyk ‘Australia’ zich vermomt als Talop; in esperanto geeft het aanleiding dat een woord als ‘kommunikatie’ niet mag luiden komunikasion, maar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 353]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moet heten komunikigo, dat een woord als ‘familie’ niet mag zyn fami¹li, maar moet klinken famili¹o. Die nieuwe idee, hoe eenvoudig zy nu ook lykt, stond niet plotseling dáár, maar heeft zich ontwikkeld, is langzamerhand voor de dag getreden in een reeks van belangryke ontwerpen die na het volapük zyn verschenen en die alle door de uitwerkers van de neutrale taal als steun voor hun arbeid werden gebruikt. Het eerste daarvan was la lingvo internacia, 1887, nu esperanto geheten naar het pseudoniem van zyn auteur dr. L.L. Zamenhof, geneesheer te Warschau. De volgende zyn kosmos, 1888, van Eugen A. Lauda te Berlyn; spelin, 1888, van J. Bauer, wiskunde-leraar te Agram in Kroatië; myrana, 1889, van J. Stempfl, pastoor en deken te Oberreute in Beieren; mundolingue, 1890, van de oud artillerie-officier en station-chef Julius Lott te Wenen; de katholieke taal, 1890 (het adjektief te nemen in de etymologiese betekenis van algemeen) van de chileense marine-dokter Alberto Liptay; universala, 1893, van dr. Eugen Heintzeler, ‘Oberpräzeptor’ aan een gimnazium te Stuttgart; novilatiin, 1895, van dr. E. Beermann, leraar aan een gimnazium te Nordhausen a/H. Al die stelsels, spelin misschien uitgezonderd, hebben één punt gemeen: ze verlangen dat de woordstammen worden ontleend aan de levende talen of aan het latyn, en liefst met zo weinig mogelik veranderingen. Door die aansluiting bij het bestaande kwam men van zelf tot het gebruiken van de reeds internationale woorden. Maar het was Liptay die het bestaan daarvan het forste heeft verkondigd in zijn boek: Eine Gemein- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 354]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sprache der Kulturvölker. Dat verscheen in 1891 en was de duitse bewerking van het spaansche origineel: La lengua católica. Hy legde de nadruk op het feit dat al een grote massa zogenaamde wereldwoorden bestaat. Animal b.v. is een woord dat begrypelik is voor alle beschaafde volken, ook voor die het niet - gelyk de Engelsen, Fransen, Italianen, Spanjaarden, Portugezen, enz. - als inheems woord van hun moedertaal kennen; zo spreekt de Duitser van Animalismus, animalisieren en van animalischen Eigenschaften, en ook wy kennen de woorden animaal, animalizeren, animalisme. Als andere voorbeelden van zulke wereldwoorden werden gegeven: artificial, universal, amor, color, baron, balkon, amen, volumen, merkantil, vulcan, fabricant, miserable, natur, divin, adyektiv, amerik, observatorium, autorität, distanz, celibat, evangelist, adoptieren, tabak, cigar, kafé, té, sport, club, astronom, logaritm, enz. - alles te zamen ruim 8000 woorden. Men mag niet weigeren die alle op te nemen in de diktionaire van een taal die voor het internationale verkeer bestemd is, evenmin als de elementen waaruit die woorden zyn samengesteld. Waar het op aan komt, is ze te vinden en te verzamelen. Liptay geeft zelfs als stelling dat een wereldtaal niet uitgevonden, maar... ontdekt moet worden. Hy zelf is niet begonnen aan het verzamelen van die wereldwoorden, altans tot dusver verscheen geen woordeboek van hem.
Het internationale genootschap van wereldtaal-voor- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 355]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
standers dat de neutrale taal heeft uitgewerkt en dat onder zyn leden zowel oud-volapükisten als oud-esperantisten telt, heeft Liptay's theoretiese beschouwingen in de werkelikheid overgebracht door de samenstelling van een woordeboek, waaraan gearbeid is van 1893 tot 1902. Toen verscheen het voor de eerste maal in het openbaar, en wel in de duitse uitgave. Ziedaar feiten, waarom de neutrale taal de aandacht verdient van elk die verlangt naar de komst van een wereldtaal: 1. De neutrale taal is het eerste siesteem, gebazeerd op de vergelykende studie van de verdienstelikste andere siestemen. 2. De neutrale taal is het eerste volledige siesteem (waaronder verstaan wordt dat het beschikt over een woordeboek en een spraakkunst) dat uitgewerkt is volgens het beginsel van de maximum-internationaliteit voor elk woord. 3. De neutrale taal is het eerste siesteem dat niet komt van één man, van een eenling, maar van een groep van personen. Het is duidelik dat in een wereldtaal de wereld zeggenschap moet hebben door vertegenwoordiging van haar elementen. Welnu, het genootschap dat de neutrale taal heeft opgesteld, bestond altyd uit personen uit allerlei landen. Zo hadden op 1 Januarie 1905 zitting 2 dames en 18 heren, en wel 5 Amerikanen, 1 Brit, 2 Denen, 4 Duitsers, 3 Italianen, 2 Nederlanders, 2 Russen en 1 Vlaming, terwijl het totaal aantal personen dat sinds de oprichting lid is geweest, 85 bedraagt. Als er nog fouten in hun arbeid zyn, komt dat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 356]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet door de bekrompenheid van de leidende idee, maar door het feit dat elke menselike arbeid onvolmaakt is. Dwaze betitelingen als ‘enige ware oplossing’ of ‘triomferende oplossing,’ daar mogen esperantisten zich lekker mee maken.Ga naar voetnoot(1) Zonder de neutrale taal volmaaktheid, rykdom groter dan een natuurtaal, of wat voor fraais meer toe te dichten, verlangen de verdedigers van die taal dat men haar vergelykt met de andere kunsttalen en dat men haar billikerwyze minstens een even groot tydsverloop voor propaganda toestaat, als het volapük en het esperanto hebben genoten.
Een kwestie van belang voor de arbeiders: is de neutrale taal makkelik? In de propaganda-grammaire die de Grup de Idiom Neutral te Brussel van deze taal heeft uitgegeven, neemt de eigenlik gezegde spraakkunst 1 1/2 bladzy in. Nu heeft men zich daar natuurlik tot de hoofdzaken beperkt, maar toch is die Kleine Spraakkunst zo volledig dat ze in staat stelt de 36 zinnen van de Toepassingen met behulp van de achterstaande Woordelyst te vertalen. Ik kan een ander, misschien overtuigender bewys leveren voor de kortheid van de neutrale spraakkunst. In de Histoire de la langue universelleGa naar voetnoot(2), een boek dat doorlopend bewyzen geeft van vooringenomenheid voor het esperanto, worden ruim 50 verschillende we- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 357]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
reldtaal-siestemen uitvoerig behandeld. De spraakkunst van de blauwe taal telt in dat boek ruim 9 bladzy, die van esperanto 7, die van volapük 5 1/2 en die van de neutrale taal 4 1/2 bladzy. De grammaire is, zoals gezegd, niet de hoofdzaak in de neutrale taal. Laat ons daarom een blik werpen in de Woordelyst van genoemde propaganda-grammaire. Ik heb de eerste kolom van die lyst vergeleken met de kleine Kramers (Kramers' Woordentolk verkort), een boekje dat zo nuttig is dat een arbeidersorgaan in Nederland het als premie ter beschikking heeft gesteld van zyn lezers. De uitkomst van die vergelyking is dat het merendeel van de neutrale woorden op de een of andere manier bekend kan zyn. Alleen een stuk of 7 uit die 1e kolom zullen onbekend zyn, maar dat zyn alle grammatikale woorden die, eenmaal in de grammatika aangeleerd, geen moeilikheid meer opleveren. Ik meen niet te overdryven, wanneer ik zeg dat het deel neutraal-nederlands van de diktionaire enigsins een woordetolk vormt. Stellen wy dat een arbeider voor de eerste maal het woord ‘mimiek’ tegenkomt, dan vindt hy MIMIK, mimiek, gebarekunst. Voor ‘mineraal’ vindt hy de betekenis delfstof, voor ‘minoriteit’ minderheid, voor ‘misanthroop’ mensehater, terwyl achter woorden die geen aparte nederlandse vorm hebben, zoals ‘autobiografie, ballistiek, dilemma, divident, patriciër, pyrotechniek’ de betekenis nader wordt verduidelikt. Zo leert hy woorden verstaan die hy iedere dag in de koeranten of brochures kan tegenkomen. Ik kan nog wat vertellen over korrespondentie. Meermalen heb ik briefkaarten of brieven, opgesteld in de neutrale taal, verzonden aan personen van wie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 358]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
my totaal onbekend was of zy studie van die taal hadden gemaakt. Zo schreef ik aan een duitse hotelhouder, een duitse uitgever, een hollandse uitgever, twee engelse uitgevers, een duits-zwitserse uitgever, een franse administrateur van een revue, een engelse redaktie, en ontving óf het gevraagde antwoord óf het bestelde boek. Zo schreef ik aan personen die krachtens hun bezigheden in de klasse van de geleerden moeten worden gerangschikt: een hongaarse ekonomist, een franszwitserse taal-leraar, een italiaanse professor in de wiskunde, een franse geograaf, een russiese socioloog, een kaapse dokter in de letteren, en telkens bleek dat ik verstaan was. Maar ook niet-beroepsmensen, niet-geleerden hebben myn brieven begrepen. Ik heb wat deze kategorie betreft het verstaan soms vergemakkelikt door het in potlood byschryven van enkele vertalingen. Hier kan ik noemen een duitse en een hollandse familie, enige franse dames, een paar indiese officieren. Speciale vermelding verdient een oostenryks volbloed volapükist die niets van de nieuwere siestemen wil weten, maar die myn brief, zonder enige byschryving, geheel begrepen heeft, hetgeen bleek uit een duidelik gesteld volapük-antwoord. Dat op goed geluk af korresponderen is onmogelik in het volapük. Ik herinner me ongeveer twaalf jaren geleden een volapük-briefkaart te hebben verzonden aan een boekhandelaar in Duitsland. Het antwoord bleef lang uit en ik begon al te denken dat myn kaart was weggeraakt. Eindelik kreeg ik bericht: het uitstel moest geweten worden aan de moeilikheid iemand te | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 359]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vinden die volapük verstond. Men verzocht my in 't vervolg liever een andere taal, b.v. hollands, te gebruiken; dan zou de vertaling niet zo bezwaarlik zyn. Konkluzie: het volapük was als wereldtaal, altans in die duitse stad, verslagen door... het hollands. In esperanto is de kans om op het eerste gezicht ontcyferd te worden groter, omdat de woorden genomen zyn uit het frans, duits en engels, en ten dele uit het latyn; verder omdat de esperantisten de leuke truc hebben om tegenover nieuwelingen de verschillende bestanddelen van een woord door apostrofes uit elkaar te houden, welke bestanddelen dan in een bygevoegd lystje kunnen worden opgezocht. Maar dat een voorafgaande zekerheid omtrent het verstaan worden toch verkieslik is, blykt uit het feit dat de esperantisten - evenals de volapükisten indertyd - geregeld publiceren de namen van personen en firma's die in het esperanto korresponderen, en die namen zelfs ieder jaar in adresboeken verzamelen.
Kropotkine meent dat de staathuishoudkunde heel anders moet worden. Ze moet als natuurwetenschap worden behandeld en naar een nieuw doel streven. En hy beroept zich daarby op Baco die gezegd heeft dat het einddoel van elke wetenschap een belofte is, een aanwyzing op het praktiese leven.Ga naar voetnoot(1) In Liptay vind ik een opmerking over de komparatieve filologie die op merkwaardige wyze met het voorgaande overeenstemt. Liptay formuleert zyn verlangen naar een wereldtaal als een begeerte ‘een toegepaste | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 360]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
filologie te gronden, als logies en prakties uitvloeisel van de tot dusver onvruchtbare vergelykende taalwetenschap.’Ga naar voetnoot(1) Ekonomisten van de nieuwe richting zowel als wereldtaal-mannen zoeken dus naar pozitieve, de mensheid ten goede komende rezultaten.
Het kristendom is niet gesticht en verbreid door geleerde theologen en filozofen; en de vakmensen, ingenieurs enz. die er nu by duizenden van leven, waren in het begin de grootste tegenstanders van de spoorwegGa naar voetnoot(2) . Men hoeft dus geen deskundige, geen taalgeleerde te zyn om mee te werken aan de definitieve oplossing van het wereldtaal-vraagstuk.
De wereldtaal - en met deze slotsom wil ik eindigen - zal vooral ten goede komen aan twee kategorieën van mensen: 1° aan de ontwikkelden die min of meer een vreemde taal kennen, maar niet voldoende om er een wetenschappelik of literair artikel in te schryven, of om haar vloeiend te spreken; 2° aan de niet ontwikkelden die tot dusver byna geheel buiten de internationale beschaving zyn gesloten, of daarvan alleen kennis nemen uit gebrekkige vertalingen. Er bestaat één rubriek van de tweede kategorie die alleen en zonder hulp van de anderen de wereldtaal-idee kan doen zegevieren: de arbeiders. Wanneer de arbeiders hun goedkeuring geven aan een van de kunstmatige talen, dan maken zy daardoor hun organizatie werkelik internationaal, en dwingen hun | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 361]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
talryke tegenstanders rekening te houden met de gedane keuze. Zo zou een belangstelling worden opgewekt als nog nooit te voren enig stelsel ten deel viel, en een algemene in-gebruik-neming van de gekozen taal zou zich niet lang doen wachten.
Brussel, 1905,
W. Bonto van Bylevelt. |
|