Staats-schoolvosserij en Kunst
Bij koninklijk besluit van 24 December 1903, wierden tot Jury-leden van den ‘Zestienden Driejaarlijkschen Prijskamp van Nederlandsche Tooneelletterkunde’ de volgende heeren benoemd:
1°: Professor Ad. de Ceuleneer, de sullige hoogleeraar dien we, heel kortelings nog, eventjes priegelen moesten voor zijn dom-kwezelige, pseudo-kunstbeschouwingen, uitgegeven als officieele esthetiek. - Die artistieke doodeter wierd aangesteld tot voorzitter, waarschijnlijk als troost voor de hardhandige roskammingen, die zijn muffe schoolvossenpels verduren moest.
2°: De heer de Potter, - de Heer weze genadig voor zijn arme ziel.
3°: De nooit ontbrekende Coopman, de officieele keurmeester voor de eeuwigheid, - dien we nooit zijn dom-verwaten ezelsstamp aan Gezelle vergeven.
4°: De pietlutterige beeren-vader, de onbenullige pedanten-driller in ruste, de kruisbrave Gustaaf Segers, - door zijn vroede medeleden belast met het opmaken van een verslag over hun hoogstgewichtige beraadslagingen en uitspraken.
Meneer Gustaaf Segers heeft geen afbreuk gedaan, noch aan zijn eigen reputatie, noch aan die van het