Een gedeelte van het voorgedragene kenden we, o.a. uit de bundeltjes in ‘Ontwaking’ besproken; het grootste gedeelte was echter nieuw voor ons. Maar álles wierd nieuw en even belangrijk door de heerlijke lezing, door 't scandeeren, 't rythmeeren dier wild-milde poezie. Zóó gelezen door den dichter, leert men de volle weerde kennen van dit werk, dit zoo heel en al blijmoedig, frisch-gezond werk van een jonge, sterke persoonlijkheid. Zijn gulle levensvreugd (die denken doet aan eenigen achterkleinzoon van Jordaens, te midden menschen en toestanden van dezen tijd) borrelt breed-lustig en laat heur soms, bij poozen, heel even, overheerschen door het hartstochtelijke, door het ietswat pijnlijke van de hedendaagsche gevoelens en betrachtingen.
De Clercq is een dichter, een zanger vlaamschgebekt, vol grootsche simpelheid, een waar temperament, zoo zelden in onzen tijd van kúnnen op savante wijs. Zijn lezing was een openbaring, zelfs voor ons die heel veel hielden van zijn oprechte, frisch-natuurlijk opgewelde verzen. Stellig is het, dat ook zij die steeds blikten met een toegevend glimlachje van wijze superioriteit èn op den schrijver èn op hen die hem waardeerden van eerst af, er eens zullen toekomen (wat vroeger of wat later) om dien rijk begaafden werker te gaan ‘ontdekken’ en, zoo het gaat, zich wat te koesteren in zijn zon.
S.R.
Alhoewel de Hollandsche spoorwegstaking reeds lang achter den rug is, meenen we, dat het volstrekt noodig is er aan te herinneren, dat zij vele arbeiders