Ons Erfdeel. Jaargang 54
(2011)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 24]
| |
De crisis van een instituut in crisis
| |
[pagina 25]
| |
patrick loobuyck Belgische Volk Gods. De Belgische kerk heeft niet de aartsbisschop gekregen die ze verdiende. De nieuwe aartsbisschop staat met zijn opvattingen mijlenver van de modale gelovige. Dat het Vaticaan ondemocratisch te werk gaat, zonder rekening te houden met de basis, heeft nogal wat gelovigen teleurgesteld. Maar de aanstelling van Léonard creëert ook zelfvertrouwen. Met hem weet je tenminste waar het op staat, en hij is niet bang om een inhoudelijke discussie aan te gaan. Léonard zou sowieso voor een trendbreuk zorgen: terwijl Danneels pragmatisch en wat wollig de moeilijke onderwerpen uit de weg ging, zou Léonard recht door zee gaan en het katholieke profiel aanscherpen. Van Danneels werd gezegd dat hij off the record vrij hard en kil kon zijn, terwijl hij door de media als een milde en communicatief vaardige man werd geprezen. Léonard is veel minder pragmatisch en houdt geen rekening met de regels die de media hanteren, maar staat bekend als een minzame gentleman. ‘Er bestaat een ander beeld van monseigneur Léonard, maar in de omgang is hij een warm mens. In het persoonlijke contact veroordeelt noch kwetst hij mensen met wie hij het niet eens is’, zo typeerde priester Rudy Borremans hem in Humo (november 2010) toen bekend werd dat hij een nieuwe kans kreeg nadat hij eind jaren 1990 persona non grata was geworden wegens een openlijk homoseksuele relatie. Mogelijk is de vriendelijkheid van Léonard ook de reden waarom de progressieve theoloog Jürgen Mettepenningen, ondanks de meningsverschillen, zijn woordvoerder heeft willen worden. Léonard heeft zijn reputatie alvast alle eer aangedaan. In zijn eerste jaar als aartsbisschop heeft hij verschillende keren de media, de publieke opinie, maar ook een deel van de eigen kerkelijke achterban over zich heen gekregen naar aanleiding van | |
[pagina 26]
| |
‘ongelukkige’ - vaak uit de context gerukte - uitspraken. Op bezoek in Rome, mei 2010, strijkt hij zijn godsdienstleerkrachten en -inspecteurs tegen de haren in door te stellen dat de godsdienstles ‘al lang geen godsdienstles meer is, maar een allegaartje van levensbeschouwelijke dingen’. De godsdienstles mag niet verwateren tot maatschappijleer, die les moet opnieuw meer over Christus en de kerk gaan. Later, in december van 2010, wordt de kritiek van Léonard opgepikt, wanneer bekend wordt dat na de evaluatie van de tien jaar oude leerplannen voor de rooms-katholieke godsdienst op herziening wordt aangedrongen. Mieke Van Hecke, directeur-generaal van het katholieke onderwijs, erkent dat het slecht gesteld is met de levensbeschouwelijke kennis van de jongeren, ondanks het feit dat ze vaak twaalf jaar lang twee uur per week godsdienstles krijgen. Er wordt aangekondigd dat de godsdienstlessen opnieuw meer de christelijke inhoud ter sprake zullen brengen. In het najaar van 2010 komt Léonard nog verschillende keren in het nieuws, onder meer met de uitspraak dat aids ‘een soort immanente gerechtigheid’ is (een filosofisch concept dat niet begrepen werd), met de stelling dat het straffen van hoogbejaarde pedofiele priesters niet prioritair is, en met de veroordeling van homofilie als een afwijkende vorm van seksualiteit. Op 2 november 2010 neemt zijn woordvoerder, die ondertussen vooral crisismanager en kerkelijk ‘verduidelijker’ was geworden, ontslag, maar niet zonder nog eens goed na te trappen naar zijn werkgever. Op zijn persconferentie vergelijkt hij zichzelf met de gps van de aartsbisschop - een gps die voortdurend moest herberekenen omdat de chauffeur de verkeerde richting in sloeg. ‘Léonard gedroeg zich soms als een spookrijder die denkt dat alle anderen fout zijn.’ De manier waarop Léonard communiceerde, heeft veel mensen buiten, maar vooral ook binnen de kerk geschokt. Het werd steeds duidelijker hoe groot de kloof is tussen het Vlaamse Volk Gods (of wat daarvan rest) enerzijds en de kerkelijke hiërarchie en de roomse standpunten anderzijds.Ga naar eind1 De aartsbisschop zag zich in het najaar gedwongen om een mediastilte in te lassen. | |
Misbruik en schandaalsfeerOp 23 april 2010 barst een bom: Roger Vangheluwe, bisschop van het bisdom Brugge, neemt ontslag vanwege een verleden waarin sprake was van kindermisbruik. Op het moment dat hij in 1985 bisschop werd, vergreep hij zich al enkele jaren aan zijn neefje. Het slachtoffer en zijn familie hadden verschillende keren op ontslag aangedrongen, maar Vangheluwe bleef in functie. Eind 2011 zou hij na 27 jaar dienst met pensioen gaan. De consternatie en verontwaardiging zijn enorm. Léonard maakt in zijn persconferentie een goede indruk. Hij wil het probleem kordaat en transparant aanpakken. Later raakt hij echter ook in diskrediet omdat hij bij een melding van misbruik in zijn bisdom Namen onvoldoende doortastend zou hebben opgetreden. | |
[pagina 27]
| |
In de nasleep van de zaak-Vangheluwe komen honderden klachten binnen over kindermisbruik in de kerk bij de Commissie voor de Behandeling van Klachten van Seksueel Misbruik in een Pastorale Relatie - of kortweg de Commissie-Adriaenssens (naar de kinderpsychiater die voorzitter was van de commissie). De zaak-Vangheluwe werkt als een katalysator. De commissie herhaalt verschillende keren dat ze onafhankelijk kan werken en vraagt de slachtoffers zich kenbaar te maken. Uiteindelijk beschikt de commissie over 475 dossiers. Er komt een abrupt einde aan het succes van de commissie, wanneer op 24 juni 2010 alle dossiers door het gerecht in beslag worden genomen tijdens de Operatie Kelk, in opdracht van onderzoeksrechter Wim De Troy. Er waren toen niet alleen huiszoekingen en inbeslagnames bij de commissie in Leuven, maar ook in het aartsbisschoppelijk paleis, de Sint-Romboutskathedraal en de privéwoning van kardinaal Danneels in Mechelen. Daarna volgt een juridisch kluwen. Men probeert de onderzoeksrechter te wraken, de Operatie Kelk wordt eerst volledig, daarna deels nietig verklaard. Op 22 december 2010 besluit de Brusselse Kamer van Inbeschuldigingstelling dat de huiszoekingen en inbeslagnames die De Troy liet uitvoeren in het aartsbisschoppelijk paleis, de Sint-Romboutskathedraal en de privéwoning van kardinaal Godfried Danneels rechtsgeldig zijn. Alleen de huiszoekingen en inbeslagnames bij de Commissie-Adriaenssens worden uit het onderzoek gehaald. Deze dossiers moeten worden teruggegeven aan de kerk. Het is onduidelijk wat nu met die dossiers zal gebeuren, aangezien de kerk eerder al had besloten om geen nieuwe commissie te installeren. De vele slachtoffers die hun vertrouwen in de Commissie-Adriaenssens hadden gesteld, blijven verweesd en bedrogen achter. Ondertussen was ook het imago van voormalig aartsbisschop Danneels aangetast. Op zaterdag 28 augustus 2010 publiceert De Standaard de ‘Danneels-tapes’. De krant geeft woord voor woord weer wat Danneels in april gezegd heeft tijdens het bemiddelingsgesprek tussen het slachtoffer, zijn familie en bisschop Vangheluwe. Uit de weergave van dat gesprek sprak weinig medeleven met het slachtoffer en uit bepaalde passages kon gemakkelijk worden afgeleid dat Danneels vooral bezig was met het beschermen van het imago van het instituut kerk. Of Danneels het op basis van die tapes verdient om aan de schandpaal genageld te worden, is onderwerp van discussie, maar het heeft alvast bij veel mensen verontwaardiging opgewekt en het heeft de kerk bijzonder veel schade toegebracht. Op 10 september 2010 publiceert de Commissie-Adriaenssens haar rapport, dat door de Operatie Kelk slechts onafgewerkt gepresenteerd kan worden. De eerste honderd pagina's bevatten anoniem gemaakte getuigenissen. De teksten creëren een nieuwe schokgolf en iedereen reageert met afschuw. De kerk blijft ontredderd achter en de bisschoppen proberen de schade te beperken. Dat gebeurt heel ongecontroleerd, waardoor | |
[pagina 28]
| |
ze verder in een communicatieve chaos wegzinken. Een dag nadat de bisschoppen een persconferentie hebben georganiseerd, heeft een bisschop die op de persconferentie heeft gesproken het over een gemiste kans. Er is discussie of en op welke manier de kerk een mea culpa moet uitspreken. Sommige bisschoppen durven het celibaat ter discussie te stellen, en krijgen steun van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad. Ze worden echter onmiddellijk door Léonard teruggefloten. | |
Existentiële crisisDe hierboven beschreven penibele situatie is een crisis binnen een kerk in crisis. De schandaalsfeer en de heisa rond Léonard doen vergeten dat de kerk in Vlaanderen al langer in een crisis zit - een die fundamenteler is omdat ze het voortbestaan van de Vlaamse kerk bedreigt. De leegloop van de kerk heeft zich immers onverbiddelijk doorgezet, de samenleving is geseculariseerd, de mensen zijn mentaal ontzuild en jongeren zijn vervreemd van zowel de kerk als het christendom. Op het vlak van de aanwezigheid en de zeggingskracht van religie (in casu het katholicisme) is de samenleving de laatste decennia ingrijpend veranderd. Zestig jaar geleden was de samenleving nog doordrongen van God en zijn gebod. De kerk en haar religieuzen waren zichtbaar en invloedrijk aanwezig in allerlei maatschappelijke geledingen. Daar blijft nu nauwelijks iets van over. Kerken, kloosters en abdijen lopen leeg, het aantal priesters slinkt en er zijn nagenoeg geen roepingen meer. Er is daarom niet alleen het probleem van vergrijzend personeel, er dreigt een absoluut personeelstekort. De parochiestructuur is al gewijzigd, de priesterseminaries zijn gehergroepeerd en priesters worden geïmporteerd (onder meer uit Afrika), maar de vraag hoe de Vlaamse kerk verder moet, als kerk-zonder-priesters, is daarmee niet opgelost. Dat zal in de toekomst nog heel wat creatieve reflectie vergen. Als we de sociologische secularisatie van dichterbij bekijken, zien we dat het wekelijkse kerkbezoek in Vlaanderen jaarlijks is achteruitgegaan sinds midden jaren zestigGa naar eind2. Deze neergang was het duidelijkst in de periode 1967-73. Toen ging de kerkgang met 2,3 procent per jaar naar beneden. Sindsdien daalt ze jaarlijks bijna constant met 1,1 procent. In 2009 ging slechts 5,4 procent van de Vlamingen nog naar de zondagsmis en bij jongeren ligt dat percentage nog een stuk lager.Ga naar eind3 Ook de participatie aan de overgangsrituelen daalt systematisch, maar het percentage kerkelijke huwelijken, doopsels en begrafenissen ligt nog wel een stuk hoger dan het kerkbezoek laat vermoeden. Vooral het doopsel en de begrafenissen houden voorlopig stand. Nog altijd wordt 67 procent van de Vlaamse kinderen gedoopt en van alle overledenen wordt 71 procent kerkelijk begraven. De daling is het duidelijkst voor de huwelijken. Sinds 1997 gaat slechts minder dan de helft van de burgerlijke huwelijken gepaard met een kerkelijk huwelijk. In 2009 is dit aantal teruggelopen naar een | |
[pagina 29]
| |
Koenraad Tinel, uit Flandria Catholica, 2009, © ikiru.
| |
[pagina 30]
| |
vierde.Ga naar eind4 Traditioneel scoren de overgangsrituelen hoger in de provincies Limburg en West-Vlaanderen, en dan vooral in de niet-verstedelijkte regio's. Niet alleen de geloofspraktijk, ook de geloofsovertuigingen zijn veranderd.Ga naar eind5 Sinds 1981 is het geloof in een persoonlijke god significant gedaald. Het agnosticisme en atheïsme scoren steeds hoger. In 1999 zegt 65 percent in God te geloven, maar slechts 26 procent gelooft nog in de hemel en een persoonlijke god. Ongeveer 16 procent zegt niets te geloven en 20 procent is agnost. Deze secularisering is echter geen oppervlakkig fenomeen. Ze is verbonden met de vaststelling dat, in het Westen, de maatschappelijke en filosofische voorwaarden voor godsgeloof, religieuze praktijk en openheid voor transcendentie er minder zijn dan ooit tevoren in de geschiedenis. In dat verband duidt de Canadese filosoof Charles Taylor ons tijdvak aan als ‘the secular age’. Taylor wijst op een grote ommekeer: terwijl het vroeger haast onmogelijk was om niet te geloven, is geloven nu slechts een weinig vanzelfsprekende mogelijkheid.Ga naar eind6 We leven immers in een immanent frame, een context waarin het geloof en de gevoeligheid voor transcendentie niet meer vanzelfsprekend zijn, maar voortdurend worden uitgedaagd en kritisch bevraagd. Deze crisis door secularisering resulteert echter niet in een succes voor de vrijzinnige (in Vlaanderen i.e. atheïstische) humanistische beweging. Ook die kampt met vergrijzing en een existentiële crisis. Nog geen 10 procent in Vlaanderen noemt zichzelf ‘vrijzinnig’.Ga naar eind7 De groepen die het sterkst stijgen wanneer mensen naar hun levensbeschouwelijke identificatie worden gevraagd, zijn de islam (om demografische redenen) en de groep ‘geen levensbeschouwing’. Ongeveer 70 percent van de Vlamingen blijft zich christen/katholiek noemen - niet toevallig hetzelfde percentage dat het katholieke onderwijs inneemt in Vlaanderen. Vaak gaat het echter om sociaal-culturele christenen.Ga naar eind8 Het is ook opvallend dat de secularisatie zich niet vertaalt in een groeiend succes van het vak niet-confessionele zedenleer en een leegloop van de godsdienstlessen in het openbare onderwijs. In het openbare secundaire onderwijs volgt ongeveer 53 procent niet-confessionele zedenleer, 30 procent katholieke godsdienst en 13 procent islam. Omdat het openbare onderwijs slechts 30 procent van de scholen vertegenwoordigt en nagenoeg alle andere scholen katholieke scholen zijn waar alle leerlingen verplicht rooms-katholieke godsdienst volgen, krijgt in totaal 83 procent van de leerlingen in het secundair onderwijs rooms-katholieke godsdienstles.Ga naar eind9 Een opvallend cijfer dat tot nadenken stemt.Ga naar eind10 | |
[pagina 31]
| |
Het is voorbijDat alles resulteert in een vreemde situatie: er gaat nauwelijks iemand naar de zondagsmis, maar 70 procent van de bevolking noemt zichzelf katholiek. Jongeren die uit het middelbaar onderwijs stromen, hebben geen affiniteit met de katholieke geloofstraditie, maar 83 procent van die leerlingen heeft wel twaalf jaar wekelijks twee uur rooms-katholieke godsdienstles gevolgd. Er zijn amper priesterroepingen en parochiepriester is een knelpuntberoep, maar de kerk wordt rijkelijk gefinancierd door de overheid. Met de katholieke opvoeding thuis en met het naleven van de kerkelijke (seksuele) moraal is het bijzonder slecht gesteld, maar het katholieke onderwijs heeft een marktaandeel van 70 procent. Niemand vindt het verplichte celibaat nog van deze tijd, maar het kan niet ter discussie gesteld worden. Heel wat priesters hebben een ‘verboden’ partner, maar bisschoppen zien het door de vingers zolang het ‘verdoken’ blijft. Door de verzuiling in het verleden hebben heel veel organisaties- naast het katholieke onderwijs bijvoorbeeld ook het ACW (de koepel voor christelijke werknemersorganisaties), de KAV (Kristelijke Arbeiders Vrouwen), de Katholieke Universiteit Leuven, de jeugdbeweging Chiro, Christelijke Mutualiteit - een katholiek/christelijke signatuur, maar niemand weet nog hoe die C of K moet worden ingevuld. We kunnen ons afvragen wat het effect is van de huidige crisis naar aanleiding van de schandalen en het ongelukkige optreden van de aartsbisschop op de al bestaande crisis veroorzaakt door de secularisatie. Mensen die met de kerk verbonden zijn, zien met lede ogen aan hoe de kerk door slechte communicatie, morele nalatigheid en schandalen verder ten onder dreigt te gaan. De kerk was in 2010 erg zelfdestructief. Sommige optimistische katholieken hopen dat de crisis wordt aangewend om het tij te keren, om diepgaand na te denken over de misplaatste macht van geestelijken, over het achterhaalde verplichte celibaat voor geestelijken, over de vastgeroeste seksuele moraal van de kerk, en over de rol die de kerk als instituut zou moeten spelen ter ondersteuning van die mensen die zich door de blijde boodschap van Jezus van Nazareth laten leiden. De geschiedenis leert echter dat de kerk behoudsgezind, vaak reactionair, reageert als de legitimiteit van de institutionele en klerikale macht ter discussie gesteld wordt. De uitkomst van de huidige crisissen zal waarschijnlijk niet anders zijn. De kerk lijkt vast te houden aan het eigen gelijk. Figuren als Benedictus XVI en Léonard laten geen moment onbenut om te wijzen op het gevaar van secularisatie, atheïsme, relativisme, hedonisme en andere (in hun ogen) verderfelijke gevolgen van de moderniteit. Ze streven openlijk naar een kerk van zuiveren. De Roomse kerkelijke leiders worden daar in Vlaanderen echter niet in gesteund. We kunnen dus verwachten dat de kloof tussen Rome en het Vlaamse Volk Gods in de toekomst alleen nog maar groter zal worden. | |
[pagina 32]
| |
Zo zullen de affaires-Vangheluwe, -Danneels en -Léonard van het voorbije jaar een verdere leegloop van de kerk tot gevolg hebben. Wie achterblijft, de ‘terreinkatholieken’ zoals Frans Verleyen ze noemt, beleeft het geloof steeds meer alsof er geen paus is - in een verzwegen schisma.Ga naar eind11 Een groepje christengelovigen gaat een stap verder en bouwt op eigen houtje christelijke gemeenschappen uit waarin liturgisch geëxperimenteerd kan worden. Deze gemeenschappen bestaan al, sommige bloeien, andere verdwijnen snel. Voor de kerk zoals ze in Vlaanderen heeft bestaan, is echter geen toekomst meer. De volgende decennia zal daar niets van overblijven - en dat is niet in de eerste plaats het gevolg van de pedofiliecrisis, maar veeleer van een steeds verdergaande secularisering. In de seculiere context die doordrongen is van een bepaald soort rationaliteit en immanentie is het allerminst vanzelfsprekend om een religieuze levenshouding te ontwikkelen en uit te diepen. |
|