Bibliografie van de historische Nederlandse literatuur in Duitse vertaling
In het kader van een door de DFG (Deutsche Forschungsgemeinschaft) gesteund project ontstaat in een samenwerkingsverband van de Freie Universität Berlin en de Universität Leipzig een bibliografie van de historische Nederlandse literatuur in Duitse vertaling en/ of bewerking (voltooiing 2008). Het project staat onder leiding van HD. dr. Rita Schlusemann in Leipzig (middeleeuwen) en Prof. dr. Jan Konst en Dr. Bettina Noak in Berlijn (vroegmoderne tijd).
Met de bibliografie komt een instrument tot stand dat toekomstig onderzoek naar de internationale uitstraling van de Nederlandstalige letteren vergemakkelijkt. Bovendien wordt een aanvulling geboden op de bibliografie van Herbert van Uffelen, waarin de receptie van de Nederlandse literatuur in het Duitse taalgebied nà 1830 beschreven wordt. Afgezien van enkele oudere monografieën is er geen systematisch onderzoek gedaan naar de uitstraling van de Nederlandse letteren in Duitsland vóór het jaar 1830. Belangrijke stromingen en perioden bleven tot dusver onderbelicht, hoewel er zeker aanknopingspunten zijn voor aanvullend receptieonderzoek. Dat geldt bijvoorbeeld voor de doorwerking van de Devotio Moderna; ook de betekenis van Jan van Ruusbroec voor de Duitse volkstalige literatuur van het humanisme en de reformatie zou wel eens groter kunnen zijn dan op dit moment vermoed wordt.
Het is bekend dat er tijdens de vroegmoderne tijd opvallend veel Nederlandstalige literatuur in het Duits is vertaald. Bijzonder populair waren Daniël Heinsius en Jacob Cats; meer dan honderdveertig vertalingen van teksten en fragmenten uit het werk van laatstgenoemde zijn door een twintigtal vertalers - overwegend tijdgenoten - gemaakt. Sommige bundels waren daarbij bijzonder populair: Cats' novellenbundel Trou-ringh (1637) vond een kleine tien bewerkers die het boek integraal (Barthold Feind in de verzamelde werken), dan wel gedeeltelijk vertaald hebben (onder anderen Johann Georg Albini von Weissenfels, Constantin Christian Dedekind, Georg Greflinger, Augustin Lichtwer, Georg Neumark, Timotheus Ritzsch, Jakob Schwieger en Johann Peter Titz).
Doel van het project is een zo volledig mogelijk overzicht te bieden van de in het Duits vertaalde Nederlandse literatuur van de twaalfde tot begin negentiende eeuw. Niet alleen zelfstandig, maar ook niet-zelfstandig verschenen teksten zullen worden opgenomen; ook zullen naast integrale (meer omvangrijke) fragmentarische vertalingen vermeld worden. Het begrip ‘vertaling’ dat toegepast wordt, is in het kader van het project breed en sluit bijvoorbeeld ook vrije bewerkingen in. Ook naar Duitse vertalingen van werken in een andere oorsprongstaal dan het Nederlands zal verwezen worden wanneer vaststaat dat ze door tussenkomst van een Nederlandse vertaling ontstaan zijn.
De bibliografie besteedt aandacht aan uiteenlopende genres en zal zich niet beperken tot wat tegenwoordig ‘literatuur’ genoemd wordt. Het is bijvoorbeeld de bedoeling ook historische en religieuze teksten op te nemen, alsook werken uit de omvangrijke arteslitera-