van Beethoven, een essaytje dat dan wel prachtig openbloeit wanneer Eeckhout reflecteert over het getal vier.
Ten tweede: je moet de auteur willen volgen in zijn overtuiging dat ‘zijn’ muziekgeschiedenis pas met Bach (en Rameau) aanvangt. In de overigens lezenswaardige, inleiding wordt hierover met geen woord gerept. De auteur was wel zo wijs om in zijn ondertitel te spreken van ‘een’ klassieke CD-collectie, de zijne dus, en, indien gewenst, de onze.
Ten derde: een boek over muziek zonder enig muziekvoorbeeld blijft een beetje een vogel zonder kop. Een boek over poëzie zonder gedichten, kan dat? Waarom schrikken auteurs ervoor terug om representatieve muziekvoorbeelden op te nemen? De lezer, zeker die van Eeckhout (hij stelt zich die immers voor als ‘geletterd’), heeft recht op degelijke informatie, vooral wanneer de auteur, zij het (iets te) zelden, op verantwoorde wijze de technische toer opgaat. Persoonlijk snak ik naar enkele notenbalken, wanneer hij over Chopins nocturne opus 27 nr. 2 schrijft (de eminente musicoloog Charles Rosen citerend) dat ‘een enkele melodische lijn tegelijk in verschillende ritmes in twee of meer stemmen werd weergegeven, zodat het gebruik van een Italiaanse belcantomelodie toch gepaard gaat met een rijke, onopvallende polyfonie’. Deze passus smeekt om een muziekvoorbeeld.
Conclusie. Dit boek is geen inleidende gids voor wie vanaf nul een CD-collectie wil opbouwen, wel voor wie, met al enige ervaring en op zijn minst enig inzicht in het verloop van de muziekgeschiedenis - vanaf Bach dan wel - zijn verzameling verder selectief wil uitbouwen. Eeckhouts tekst laat je heel diep onderdompelen in een (zijn) muzikale ervaring, die ongetwijfeld tot luisteren uitnodigt, soms - en dat is boeiend - uitdaagt. Zijn adjectievenescapades neem je er dan maar bij. De bijgevoegde CD bevat enkele ontdekkingen, zoals de Sicilienne van Meyerbeer. Het feit dat het om een exclusieve EMI-selectie gaat, lijkt slechts ingegeven door praktische overwegingen, het boek is geen reclamestunt voor één label, integendeel. Ik was ‘benieuwd en achterdochtig’. Wat heeft de lectuur opgeleverd? Ik blijf eindeloos geboeid, maar kritisch. Dit was ongetwijfeld ook de intentie van de auteur. Lezen dus.
Ignace Bossuyt
bart eeckhout, Voorspel. Gids voor een klassieke CD-collectie, Atlas, Amsterdam, 1997, 271 p. |