vesteerden. Sedert 1985 gaat het meer om overnames, en op dat terrein zijn vooral de Fransen actief. Hun aandacht gaat naar financiële ondernemingen, holdings, energiebedrijven, de transport- en de bouwsector. Maar ook de voedingsnijverheid en de farmaceutische industrie ontsnappen er niet aan.
Het pro en het contra van de buitenlandse invloed wordt afgewogen.
De auteurs citeren uitvoerig uit hun eigen blad, Trends, maar ook uit andere publicaties en buitenlandse gespecialiseerde bladen, en uit studies van Leuvense hoogleraren zoals Aviel Verbrugge en Herman Daems. Om de zwakke Vlaamse positie te demonstreren doen ze een beroep op de methode van de ‘thuishavenindex’ die ze overnamen van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken: de verhouding tussen de waarde van de eigen ondernemingen en het Bruto Nationaal Product. Voor België gaat het om 14%, voor Vlaanderen over slechts 4,5%. Nederland en Denemarken halen respectievelijk 38% en 16%.
Kris Barrezeele formuleert zelf de vraag: ‘Waarom roepen investeringen van niet-Franse financiële groepen zelden enige reactie op, terwijl gelijkaardige Franse acties wel wrevel opwekken?’ (p. 86). Hij geeft daar een antwoord op waar je moeilijk omheen kunt.
Hans Brockmans stelt die vraag in feite nog eens in het hoofdstuk ‘De Franse strategie: invasie of alliantie?’ (pp. 165-190). Zijn stellingen zet hij uiteen in dertien kleine onderdelen, die hij ondertitels meegeeft zoals ‘Vlaamse autonomie tegen Franse belangen’ of ‘Kapitaal-imperialisme’. De lezer aarzelt toch even als hij zich baseert op ‘een overzichtsrapport van een buitenlands diplomaat’ dat ‘het opinietijdschrift Journaal ... ooit ... mocht ... inkijken’. Maar voor het overige is zijn betoog toch overtuigend.
Jan van Doren heeft het over de milieusector en biedt daarbij de lezer de gelegenheid een blik te werpen achter de coulissen van het Vlaams verankeringsbeleid - of spreken we voorlopig beter over verankeringsretoriek? We hebben al genoeg aangereikt om duidelijk te maken dat dit boek erg actueel blijft (in vergelijking met de eerste editie is deze gevoelig uitgebreid) en explosieve stof bevat (ook nog de bouwsector, de mediagroepen, Telenet Vlaanderen, Sabena enz.).
Hans Brockmans' besluit (pp. 279-282), dat met een typisch Vlaams-Belgische anekdote begint, is een pleidooi voor Vlaamse natievorming.
In 1994 vierde de Volksunie haar 40ste verjaardag, net na enkele wel erg moeilijke jaren. Bij haar 20ste verjaardag schreef stichtervoorzitter Frans van der Elst zijn Twintig jaar volksunie en tien jaar later zorgde Toon van Overstraeten voor het boek Op de barrikaden. Het verhaal van de Vlaamse natie in wording. Het huidige verjaardagsgeschenk heet Hersens op zijn Vlaams. VU-voorzitter Bert Anciaux vroeg aan 50 bekende Vlamingen hun visie, reactie of polemiek naar aanleiding van 40 jaar VU en hun kijk op de toekomst. Alles is opgenomen: het interessante en het onbelangrijke, het echt kritische en ook dat wat het niveau van toogpraat evenaart.
Buiten het overigens lezenswaardige nawoord van de partijvoorzitter komen geen teksten voor uit eigen kring. Het publiek voor wie dit boekje bestemd is en de andere geïnteresseerden zullen dit missen. Bijdragen die mij het meest aangesproken hebben, zijn die van Herman-Emiel Mertens (Een nieuwe ethiek voor de 21ste eeuw), Jos Bouveroux (Een goed bestuur), Manu Ruys (Partnerkeuze), Mark Elchardus (politieke breuklijnen op zoek naar een synthese), Frans-Jos Verdoodt (Het Daen-sisime als onderdeel van ons collectief geheugen), Mieke van Haegendoren (Vrouwenemancipatie in Vlaanderen) en Eric Defoort (Progressieve kreten). Deze laatste trekt vlijmscherp en sarcastisch van leer tegen de gewoonte van de meeste intellectuelen om natie en nationalisme als taboe te beschouwen.
Een synthetische visie op de Vlaamse Beweging, nu en in de toekomst - iets zoals wijlen Maurits van Haegendorens De Vlaamse Beweging. Nu en morgen - ontbreekt heden ten dage. En dat gemis wordt met de dag voelbaarder. Dat de nieuwe Van Haegendoren maar spoedig moge opstaan.
Erik Vandewalle
prof dr. jean baeten, Harde Vlaamse koppen. De boeren van Voeren, in eigen beheer (adres: Mezenlaan 11, 1640 Sint-Genesius-Rode), 1995, 112 p.
|
herman todts, Federalisme, het einde?, Davidsfonds, Leuven, 1995, 183 p.
|
hans brockmans, 200 jaar filiaal. De Franse greep op de Vlaamse economie, Davidsfonds, Leuven, 1995, 296 p.
|
Hersens op z'n Vlaams. Bekende Vlamingen over het Vlaanderen van morgen, Icarus, Antwerpen, 1995, 200 p. |