jaar film neemt Patrick Duynslaegher de hele filmgeschiedenis tot en met 1995 onder zijn kritische loep. Het boek bevat meer dan 2000 filmanalyses. Deze zijn niet alleen chronologisch én kwalitatief gerangschikt, maar ze zijn ook geplaatst in hun filmhistorische context. De eerste film is uiteraard L'arrivée d'un train en gare de la Ciotat, 1895, 1 min., van Louis Lumière; de laatste is de omstreden Gouden Palm van Cannes 1995, Kusturica's Underground, een film waarvoor de criticus, in tegenstelling tot heel wat van zijn collega's, geen goed woord over heeft: ‘Kusturica stapelt de gruwelen op, maar zijn overkill leidt alleen tot irritatie, die ons uithoudingsvermogen danig op de proef stelt.’
Bij elk jaar vermeldt Duynslaegher na de winnaars van de vier prestigieuze festivalprijzen, nl. de Oscar (Los Angeles), de Gouden Palm (Cannes), de Gouden Beer (Berlijn) en de Gouden Leeuw (Venetië), de belangrijkste media-ontwikkelingen en films in België, Nederland en internationaal, in zover deze niet voor een bespreking in aanmerking kwamen.
Deze aanpak is niet alleen wetenschappelijk accuraat, maar bovendien boeit de criticus Duynslaegher door de combinatie van een vlotte stilistische verwoording met een grondige kennis van het medium. Zijn recensies in Knack hadden van in den beginne trouwens een persoonlijk accent, omdat hij zich door zijn uitgesproken voor- of afkeur wist te profileren tegenover die van andere critici die meer moeite hadden om vrijuit hun mening te verwoorden.
Wie Blik op zeven openslaat op bijvoorbeeld het jaar 1966, krijgt naast het lijstje van de festivalprijzen van dat jaar een overzicht van de Belgische en Nederlandse filmproductie en verneemt bovendien ook dat de televisiefilm Cathy Come Home van Ken Loach leidde tot de verandering van de woonwetgeving in Groot-Brittannië. Daarnaast wordt hij of zij eraan herinnerd dat in het desbetreffende jaar de Nieuwe Duitse film met A. Kluge en E. Reisz, de Afrikaanse met Ousmane Sembene, de Hongaarse met Miklos Jancso, en de Cubaanse met Thomas Alea en Humberto Solas doorbraken.
Hetzelfde jaarhoofdstuk bevat niet minder dan drieëndertig besprekingen: na de volgens een sterrensysteem gerangschikte films Au Hasard Balthasar (Bresson), Blow-up (Antonioni), The Chase (Penn) en Cul-de-Sac (Polanski) volgt André Delvaux' De Man die zijn haar kort liet knippen. Duynslaegher beschouwt deze film als ‘misschien de beste Vlaamse film aller tijden’. Ietwat pijnlijk voor dertig jaar Vlaamse speelfilmproductie. Anderzijds echter mag zowel de Nederlands- als Franstalige Belgische filmproductie zich gelukkig prijzen met zoveel aandacht binnen een overzicht van honderd jaar. Wat de Vlaamse productie betreft, Duynslaegher bespreekt zogoed als alle belangrijke films. Daaruit blijkt zijn appreciatie voor werk van cineasten als André Delvaux (Een vrouw tussen hond en wolf), Harry Kümel (o.a. Monsieur Hawarden, Malpertuis en Eline Vere), Guido Henderickx (Verbrande brug), Robbe De Hert (De Witte van Sichem en Blueberry Hill), Marc Didden (Brussels by night), Stijn Coninx (Daens), Dominique Deruddere (Wait until Spring, Bandini) en Frank Van Passel (Manneken Pis). De Nederlandse cinema komt er integendeel nogal bekaaid vanaf. Naast de Amerikaanse producties van Jan de Bont en Paul Verhoeven wordt slechts Mira, de Vlaamse productie van Fons Rademakers, Pastorale (1978) van Wim Verstappen en De vierde man van Verhoeven een recensie gegund. Niet verwonderlijk voor deze eigenzinnige criticus, die onlangs nog in verband met Frans Weisz' Mulisch-verfilming Hoogste tijd schreef dat ‘film en Nederland twee onoverbrugbare begrippen zijn’.
Ook wie niet (helemaal) akkoord gaat met deze boude stelling, zal Blik op zeven als naslagwerk een bijzonder nuttig instrument vinden. De uitgave is qua lay-out en illustraties erg verzorgd, en handig te raadplegen door de jaarvermelding op elke bladzijde en een register per filmtitel en per regisseur. Kortom, een must voor elke filmkijker die de opinie van een insider verrijkend vindt.
Wim de Poorter
duynslaegher, p., Blik op zeven. Flashback op 100 jaar film, Roularta Books, Roeselare / De Fontein, Baarn, 1995, 502 p.