Rubens, maar ook werk van Bosch en Van Dijck en vooral van de in Valenciennes geboren schilder Jean-Antoine Watteau (1684-1721) en van de beeldhouwer Jean-Baptiste Carpeaux (1827-1875). Het is dus een museum met een bijzonder uitgebreide en interessante collectie, maar helaas wil men ook álles tonen en daardoor maakt het een zeer overladen indruk. Sinds het in het voorjaar van 1995 is heropend, kreeg dit museum al 80.000 bezoekers over de vloer. Het Museum van Tourcoing daarentegen, dat in november 1994 werd heropend, heeft een vrij bescheiden collectie, ook al zijn er enkele heel interessante werken te zien, bijvoorbeeld een prachtig portret van Sarah Bernardt door Georges Clairin of verschillende werken van Eugène Leroy. De verzameling wordt op een overzichtelijke en intelligente manier gepresenteerd. Zo wordt systematisch oude en nieuwe kunst samen tentoongesteld.
Met de steun van het ‘Fonds régional d'acquisition pour les musées’ (FRAM), een fonds voor de aankopen van de musea, kunnen de musea ook regelmatig kunst aanschaffen. In het kader van dit fonds werd tot in november 1995 een twintigtal werken aangekocht voor een bedrag van 3,2 miljoen FF (±20 miljoen BEF of ±1 miljoen gulden).
Als men weet dat recent ook de musea van Kamerijk (Cambrai) en van Dowaai (Douai) werden vernieuwd en dat de renovatie van het Museum van Rijsel dit museum tot een van de belangrijkste van Frankrijk zal maken, dan kan men terecht zeggen dat Noord-Frankrijk over een uitzonderlijk net van musea beschikt.
De Frans-Vlaamse cultuurdag van het ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’ (KFV) is een jaarlijkse ontmoetingsdag voor wie in Noord-Frankrijk geïnteresseerd is en vooral benieuwd is naar de positie van de Nederlandse taal en cultuur in dit gebied. De 48ste editie van deze cultuurdag vond plaats in Belle (Bailleul) op 24 september 1995. Wie exact geïnformeerd wil zijn over het onderwijs van het Nederlands aldaar vindt telkens weer zijn gading in de ‘sectie Onderwijs-Literatuur-Media’. Daar wordt elk jaar een gedetailleerd overzicht gegeven van de situatie. In achttien gemeenten bestaan vrije cursussen Nederlands. Veertien daarvan worden door het KFV georganiseerd. Daarnaast heeft ook Bredune zijn cursus Nederlands en bovendien worden er nog drie cursussen in de Vlaamse streektaal georganiseerd. Tenslotte bestaat er ook nog een radiocursus Nederlands op Radio Uylenspiegel. Op 42 officiële scholen in Noord-Frankrijk kan men lessen Nederlands volgen. Daarvoor staan 36 leerkrachten ter beschikking. Men stelt wel een achteruitgang vast in het hart van de Frans-Vlaamse Westhoek, waar bijvoorbeeld in Hazebroek geen cursussen Nederlands meer aangeboden worden in het officieel onderwijs. De situatie in het katholieke onderwijsnet is minder gunstig dan in het officieel onderwijs. Een belangrijke oorzaak daarvan moet nog altijd worden gezocht bij de onwil van vele directies. In totaal volgen ongeveer 2.500 leerlingen in Noord-Frankrijk een cursus Nederlands. Het is een toestand die al enkele jaren status-quo blijft.
Het is verheugend dat de verdiensten van enkele Frans-Vlamingen die al jaren actief zijn in het onderwijs van het Nederlands in Noord-Frankrijk, ook in Vlaanderen worden erkend. Zo werd tijdens de Frans-Vlaamse Cultuurdag de zevende Vital Celenprijs uitgereikt aan Jacques Fermaut (º1939). Hij is leraar Frans en Latijn van opleiding, maar behaalde later ook een diploma Nederlands aan de Universiteit van Rijsel en geeft al jaren lessen Nederlands op de vrije cursussen die door het ‘Komitee voor Frans-Vlaanderen’ worden georganiseerd. Hij is ook de eerste leraar Nederlands met een volledige betrekking bij het katholiek middelbaar onderwijs in Noord-Frankrijk. Hij geeft les aan de colleges van Hondschote en St.-Winoksbergen.
Op 10 december 1995 werd vervolgens de André Demedts-prijs uitgereikt aan Francis Persyn (º1946). Hij studeerde Duits en Nederlands aan de Rijksuniversiteit van Rijsel en is leraar Duits en Nederlands aan de École Central, een ingenieursopleiding in Rijsel en inspecteur voor het Nederlands in heel Frankrijk. Gedurende enkele jaren was hij ook als attaché voor het onderwijs verbonden aan de Franse ambassade in Den Haag.
Met de toekenning van deze prijzen wordt terecht hulde gebracht aan het werk van deze twee pioniers van het onderwijs Nederlands in Noord-Frankrijk.
Dirk van Assche