Maatschappelijke uitstraling van Sociale Wetenschappen
De inleiding waarin M. Wildiers zijn vriend Van Mechelen als de socioloog van de Vlaamse Beweging in de bloemetjes zet niet meegerekend, omvat dit fraaie boekwerk niet minder dan 51 bijdragen. Achtereenvolgens behandelen die de al of niet toegepaste sociale wetenschappen, de beweging binnen het gezin en de Vlaamse Beweging, om te besluiten met het cultuurbeleid. Wie de mens van vlees en bloed wenst te ontmoeten, kan hiervoor terecht bij C. van Louwe en uiteraard bij de streekgenoten Johan Fleerackers en Frans van den Bergh. Bovendien schreef Felix de Boeck een treffend portret.
Net als zijn Leuvense mentor, pater Van Gestel, die hem van een schitterend ingezette ingenieursstudie tot de sociologie bracht, is Van Mechelen een trouwe zoon van de Kempen. Hij groeide op in een stad met een lange traditie van Vlaamse strijd- en weerbaarheid. Dat hij in Turnhout de moderne humaniora volgde, lag in die dagen voor de zoon van een douanier nog voor de hand. Hij kwam al vlug in de ban van Joris van Severen, maar de Duitse afkeer van elke samenhorigheid tussen Vlamingen en Nederlanders sloot voor de jongeling Van Mechelen iedere vorm van collaboratie met de bezetter bij voorbaat uit. Een van Van Mechelens voortdurende zorgen was, om het cultureel autonoom geworden Vlaanderen door een nauwe samenwerking met het Noorden voor provincialisme te behoeden.
Tot zijn grote verdriet was het hem evenwel niet gegund de halfslachtige regeling voor de schrijfwijze van de bastaardwoorden uit de ‘Groene bijbel’ te halen.
Wie Van Mechelen enkel als een doordrijver beschouwt die het, tot eigen scha en schande én tot wanhoop van nuchtere medewerkers, met de regels van een goed beheer niet altijd zo nauw nam, doet de man groot onrecht. Ging hij over de schreef, dan werd de politieke prijs zonder morren betaald. Maar Vlaanderen heeft er jammer genoeg ook voor moeten boeten: tot op heden is het nog steeds wachten op een waardige opvolger.. Afgezien daarvan tonen de talrijke uitspraken van bevoorrechte getuigen telkens weer aan hoe zorgvuldig en systematisch Van Mechelen, onder impuls van de waardige voorganger die hij wèl gehad heeft, Renaat van Elslande, zijn ‘openbaar leven’ voorbereid heeft. Natuurlijk schiep ook de onverwachte economische lente hem daartoe voorheen onbestaande kansen. Het werd jammer genoeg een erg korte lente, lang genoeg echter om de duurzame grondslagen te leggen voor een volkomen nieuw cultureel beleid, om een resolute modernisering van infra- en andere structuren te brengen of om oude vaten met nieuw geestrijk vocht te vullen.
Dat de bijzondere noden van de taalgenoten in en rond de hoofdstad niet door de bewindsman over het hoofd werden gezien, moet hoog worden aangeslagen. Hij liet zich daarbij leiden door de dubbele overtuiging: dat alleen de stad van Hertog Jan Vlaanderens hoofdstad kon zijn, en dat Brussel, als hoofdstad van een tweetalig land, de aangewezen ontmoetingsplaats was en bleef. Zo dacht en handelde de politicus die nog in 1947 zijn pennestrijd had gevoerd tegen de excessen van een Vlaamsvijandige repressie, waarover L. Huyse en S. Dhondt hier een weinig stichtelijk boekje opendoen.
Voor wie zich in Van Mechelens gedachten- en gevoelswereld van die bewogen periode wil inleven, herinneren de samenstellers aan het bestaan van de literaire jeugdzonde De zonnedronken ruiter. Ruiter is Van Mechelen gebleven, ruiterlijk en hoog op zijn Vlaamse strijdros. Zonnedronken? Nee. Wel mocht hij enkele al te korte zomers Vlaanderens zonnekind wezen. Een kind dat zich vervolgens in het uur van de beproeving volwassen en wijs genoeg toonde om zich niet wrokkend en pruilend terug te trekken. De lijvige bibliografie bewijst het. De indrukwekkende stroom publikaties en allerlei openbare optredens gaan gewoon door. Wat er in de loop van de komende jaren nog bij moge komen - het Kempens ras is taai! - is zuivere winst. Ondertussen vat alleen al de titel van het met tekeningen van Frans Minnaert verluchte vriendenboek het (gerealiseerde) levensprogramma van de hoogleraar en politicus op treffende wijze samen. Ook typeert het de geest waarin hij een daadkrachtige ploeg rondom zich wist te verenigen.
Als kroniek van een belangrijk hoofdstuk uit Vlaanderens jongste verleden verdient dit boekwerk in ieder geval een ruimere verspreiding dan de gelegenheidspublikaties die vele vriendenboeken nou eenmaal zijn.
Karel Hemmerechts
Maatschappelijke uitstraling van Sociale Wetenschappen. Vriendenboek Professor Dr. Frans van Mechelen, Concentra uitgeverij, Hasselt, 568 p.