Het Egidiuslied op plaat
Gedichten als Egidius, waer bestu bleven?, Aloeette, voghel clein, Het daghet inden oosten of Het viel eens hemels douwe behoren dank zij de lessen Nederlandse literatuur tot het gemeengoed van een breed publiek. En toch houdt dat publiek er een verminkt beeld aan over. De teksten liggen wel in het geheugen, maar van het lied zelf hebben de meesten nooit een noot muziek gehoord. Eigenaardig, want oorspronkelijk waren tekst en muziek van die werken onverbrekelijk met elkaar verbonden; in de eerste plaats zelfs waren die liederen bestemd om gezongen, ten dele om als gezang beluisterd te worden.
De Stichting Constanter uit Nederland, die zich bezighoudt met het verspreiden van de Nederlandstalige literatuur en muziek uit middeleeuwen en renaissance, heeft onlangs een bloemlezing samengesteld met liederen uit twee van de belangrijkste middelnederlandse liedverzamelingen, en wil daarmee vooral de muziek opnieuw in de belangstelling brengen.
Het Gruuthusehandschrift bevat een 150-tal liederen die door de minstreel (Jan Moritoen?) van de Brugse patriciër jan van Gruuthuse in de 14e eeuw werden opgetekend. Het zijn hoofdzakelijk kunstliederen in hoofse toon, bestemd voor een adellijk milieu of een kring van ontwikkelde burgers. In het Antwerps Liedboek uit 1544 werden vooral volksliederen opgenomen die in die tijd wijd verspreid waren en gezongen werden in wijnhuis en havenkroeg en in de milieus van de gegoede burgerij. Voor deze lp. werden uit de eerste verzameling acht en uit de tweede vijf liedjes gekozen: naast de vier hierboven genoemde, ook enkele minder bekende als Het is goet pays, goet vrede, Ghi Botten ende sottinnekens, De capelaen van Hoedelem, Het sonde een stamel mersenter e.a.
Studio Laren o.l.v. Marijke Ferguson zorgt voor een verzorgde en vooral levendige uitvoering. Hoe die liederen destijds geklonken hebben, kan men amper gissen. Zeker voor de liederen uit het Gruuthusehandschrift tast men in het vage. De meeste daarvan zijn wel voorzien van een ‘onconventionele’ notatie, maar die is allesbehalve precies op het gebied van tekstplaatsing, ritme en soms zelfs toonhoogte. Het Nederlandse ensemble heeft gekozen voor een van de vele mogelijkheden, en die is stilistisch te verdedigen. Historisch verantwoorde praktijken worden opgenomen in een esthetisch geslepen interpretatie. Terecht primeert de verstaanbaarheid van de