Ons Erfdeel. Jaargang 30
(1987)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 777]
| |
Alle films van 1986. Dat is een beetje té ruim gegrepen, want het gaat om films die - en dat is ongetwijfeld een groot aantal - in 1986 met name in Amsterdam in omloop zijn gebracht. Veel zal daar niet aan toe te voegen zijn, zodat alleen een izegrim bezwaren zou kunnen maken. Van meer belang is, dat de aanvullende artikelen min of meer willekeurig zijn uitgekozen, zoals: een artikel over Kitty Courbois, een over de gebroeders Taviani, een over Huub Bals met een daarop volgend artikel over Dustin Hoffman (bien étonnés de se trouver ensemble), voorts artikelen over Roman Polanski en Jos Stelling. De waarde van deze artikelen is relatief onbeduidend. Er wordt geen nieuwe informatie verstrekt, m.n. niet in de artikelen over Stelling en Huub Bals. Dit wekt des te sterker een indruk van hobbyisme in plaats van duidende kracht. Het boek wordt geopend met een redactionele verantwoording, die overigens nogal magertjes is uitgevallen. Eerder een verplicht dan een inspiratief artikel van de filmcriticus van de NRC Hans Beerekamp. Ik noem met opzet de functie van Beerekamp, want alle bijdragen, m.n. die over de in omloop gebrachte Nederlandse films, worden gebracht met vermelding van naam en krante-relatie van de diverse critici en scribenten. Op deze als verantwoord bedoelde inleiding volgen de hobbyistische artikelen, waarbij ik een uitzondering wil maken voor een bijdrage van de filmcriticus van Het Utrechts Nieuwsblad, Peter van Lierop, over de opvattingen van Buitenlandse critici over Nederlandse oorlogsfilms. Die opvattingen bleken min of meer teleurstellend te zijn. Met name de indruk bij de buitenlanders, dat de Nederlandse filmproduktie geobsedeerd zou zijn door de oorlog als een soort verslavend element is natuurlijk ver bezijden de werkelijkheid. Het voornaamste motief tot het maken van een oorlogsfilm is iedere keer weer het verlangen geweest om met het jongste geschiedkundige verleden te epateren. Soms geslaagd zoals in Het meisje met het rode haar, maar in de meeste gevallen dramatisch er vlak naast. De buitenlandse critici hebben dat min of meer juist aangevoeld zodat, blijkens de informatie van Van Lierop, hun reacties eerder teleurstellend dan bemoedigend waren te noemen. Het grootste deel van het, qua vorm goed uitgevoerde boek, wordt ingenomen daar de alfabetische lijst van in de loop van 1986 uitgebrachte buitenlandse films. De volgorde die is aangehouden is die van de titels der onderscheiden films, zodat men eerst op de hoogte moet zijn van de naam van een regisseur of producer wil men diens band met een bepaalde film kunnen onderkennen. Dit wordt gedeeltelijk goed gemaakt door een afzonderlijke lijst van regisseurs maar daarvoor zijn de links met hun werk in het algemeen te gering. Een regisseursregister mag niet aan een enkel jaar gebonden zijn. De afdeling die gewijd is aan uitgekomen Nederlandse films is kritiekloos hoewel zij propvol kritiek zit. Bij elke film wordt ongeveer het totaal aan vaderlandse kritiek die er aan besteed is uitgegoten. Er doen zich daardoor tegenspraken voor in kwaliteitsbeoordeling en dat past precies bij het algemene beeld der vaderlandse filmkritiek, waarin elke heilige zijn kaarsje ontstoken of uitgeblazen krijgt. Daarom is het lezen van deze afdeling filmkritiek een beetje ridicuul, maar verder de moeite van het samenstellen en het doorlezen toch wel waard. D. Ouwendijk Het Nederlands jaarboek Film 1987, Het Wereldvenster, Houten, 1987, 299 p. |
|