Adriaan Willaert, Vlaams pionier in het 16e-eeuwse Venetië
Het zal ongetwijfeld tot iedereen doorgedrongen zijn dat tijdens het ‘Europees jaar van de muziek’ (1985) niet alleen Bach, Händel en Scarlatti volop in de schijnwerpers werden geplaatst. In Vlaanderen kreeg ook Adriaan Willaert, een van onze eminente Nederlandse polyfonisten, een verdiende plaats in de rij herdenkingen. Over deze renaissancecomponist, die als kapelmeester van San Marco 35 jaar lang het muziekleven in Venetië beheerste, schreef dr. Ignace Bossuyt een beknopte bijdrage in het derde nummer van de vorige jaargang (pp. 455 en 456). Daarin kondigde hij zijn monografie over Adriaan Willaert aan; die is intussen van de pers gekomen.
Het boek van I. Bossuyt bevat twee grote delen. In het eerste deel beschrijft de auteur nauwgezet de afkomst, de opleiding en de werkzaamheden van de componist. In het tweede deel analyseert hij diepgaand diens volledig werk en wisselende stijl. Zijn commentaar en stijlanalyse zijn vlot, boeiend en zeer nauwkeurig geschreven.
Uit de levensrealia blijkt dat Adriaan Willaert een veelzijdig ontwikkeld, zeer bereisd en rijk gefortuneerd man was, die in zijn tijd bijzonder geroemd werd als componist, als mens en als pedagoog. In de meerstemmige muziek van de 16e eeuw neemt hij, volgens de auteur, een sleutelpositie in. ‘Op sommige vlakken is hij een voortrekker, maar in hoofdzaak komt hij voor als een figuur van de synthese, als de componist die erin geslaagd is de Nederlandse erfenis van de contrapuntische technieken op een unieke wijze te versmelten met de nieuwe, vooral door zijn toedoen ontwikkelde zgn. Venetiaanse stijl, tot een perfecte unie van constructivisme en expressieve verklanking. Door de groeiende belangstelling voor de eenheid tekst-muziek bepaalde hij mede het verder verloop van de meerstemmigheid in de tweede helft van de 16e eeuw’.
Wat deze monografie zo aantrekkelijk en leerrijk maakt, is het feit dat I. Bossuyt ook de wereld rond de componist belicht. Hij handelt over de broodheer die opdrachten geeft, over andere componisten uit de Willaertkring, over het muziekuitgeversbedrijf, over diverse muziekgenres, over de omvangrijke taak van de kapelmeester enz. Hij rekent bovendien definitief af met het verhaaltje als zou A. Willaert door de architectonische constructie van San Marco de dubbelkorige uitvoering hebben toegepast. Uit recent onderzoek is immers gebleken dat Willaerts achtstemmige ‘dubbelkorige’ psalmen naar alle waarschijnlijkheid niet antifonaal,