files, poezen en katten, roken, planten, de onvermijdelijke Jeroen Brouwers. Let wel! Niét chagrijnig. Nee, met een op integratie ingestelde ondertoon.
Het aaneenbreien van al die columns gebeurde met de Franse slag; met een nogal abrupt einde. M. Ceriez vond desalniettemin een porte-manteau om er een pocket aan op te hangen. Moesten die stukjes zo nodig een boek?
Ceriez schrijft ‘leuk’, met zelfs af en toe een literaire vonk. Ze hééft het. A propos, behoren uitwijden (p. 39), editorialen (70), de studies (104), de lopende meter (62) en gymnasium lopen (84) tot het nieuwsnette Nederlands?
Probeer eens het bibeppen, Myriam Ceriez, dáár ligt onzes inziens een toekomst.
A. Caluwaerts.
M. Ceriez, Gebelgd in Amsterdam, Antwerpen/Amsterdam, Manteau, 1982, 117 p.