macht durven gebruiken om te komen tot een rechtvaardig compromis. De Vlaamse macht moet gebruikt worden bij de regeringsvorming en bij het opstellen van het regeerakkoord (p. 87). Het hele boek van Schiltz is een pleidooi om de Vlaamse Beweging haar minderwaardigheidscomplexen te laten afleggen en via het mechanisme van de parlementaire democratie een eerlijke herverdeling van de macht op te eisen.
Schiltz komt tot de conclusie dat de Vlaamse Beweging niet in staat is haar macht, tegen de gevestigde staat in, politiek te realiseren. Van politieke partijen eist zij dat zij ‘geen compromissen’ afsluiten, maar daardoor worden deze partijen veroordeeld tot steriliteit. Zij zouden een absolute meerderheid moeten behalen om hun programma te kunnen verwezenlijken. Zolang de Vlaamse Beweging zich de techniek van de politieke ‘drukkingsgroep’ niet heeft eigen gemaakt en bekwame politici in haar leiding opneemt, blijft het voor haar haast onmogelijk haar doel te bereiken.
Schiltz waarschuwt ook voor de geestelijke verschraling van de Vlaamse Beweging. Alle energie wordt gebruikt voor enkele randverschijnselen van de emancipatie of het ontwerpen van nieuwe ideële blauwdrukken. De jeugd keert zich meer en meer van de VB af omdat zij er zich niet meer in kan herkennen. Om deze verschraling tegen te gaan moet er een nieuwe intellectuele inbreng komen. Schiltz stelt vast dat de inbreng van de universiteiten in het denkwerk van de VB op onrustbarende wijze is afgenomen, dit ondanks de universitaire expansie!
De politieke macht van de VB moet op de eerste plaats uitgaan van de partij die het dichtst bij haar ideeën staat, namelijk de Volksunie. Zij is ook de enige partij die door de VB gesanctioneerd kan worden. Dit bleek uit de verkiezingen na het Egmontpact waar alleen de Volksunie echt verlies leed, niettegenstaande het feit dat ook andere Vlaamse partijen aan de onderhandelingen deelnamen. De Volksunie is volgens Schiltz op de eerste plaats een Vlaamsnationale partij, d.w.z. dat zij op de eerste plaats bezorgd is voor de opbouw van een Vlaamse staat, met Vlaanderen als een zelfstandige gemeenschap in een Belgische bondstaat. De VU is ook een sociaal vooruitstrevende partij, een rechtvaardigheidspartij. Schiltz waarschuwt tegen verrechtsing. Zonder een Volksunie die zich gematigd centrumlinks opstelt, dreigt de Vlaamse politiek opnieuw in een rechtslinkse polarisatie gesandwicht te worden. De Volksunie moet grote waarde hechten aan de verdraagzaamheid. Zij moet zich van de andere partijen onderscheiden door zich tegen de verzuiling af te zetten. Tenslotte moet de VU een toekomstgerichte en onafhankelijke partij zijn die de nodige geestelijke beweeglijkheid moet kunnen opbrengen. Het uiteindelijk doel van de Volksunie is niet het opruimen van de taalgrieven, maar het uitbouwen van degelijke staatstructuren.
Dit zijn de hoofdgedachten van dit boek. De Vlamingen mogen niet meer al hun energie aan een taalstrijd besteden. Zij moeten hun macht gebruiken om een moderne staat op te bouwen. De Vlaamse Beweging wordt nog teveel door emotionaliteit beheerst. Men moet rationeel leren handelen. Alleen daardoor kan men op vrij korte termijn het doel van de VB bereiken. De ideeën van Schiltz verdienen alle aandacht. Hij is een van de weinige Vlamingen die op een logische en rationele manier zijn ideeën uiteen zet. Bovendien is hij waarschijnlijk de enige die met gezag durft te pleiten voor een politieke oplossing van de Vlaamse problemen.
Dirk van Assche.
Hugo Schiltz, Macht en Onmacht van de Vlaamse Beweging, Uitgeverij Soethoudt, Antwerpen, 1982, 176 blz.