dio-visuele en andere technische hulpmiddelen. Directeur van het centrum is Martial Waeghemacker. De nieuwe instelling beschikt over een vrij belangrijk budget, bijeengebracht door het stadsbestuur, de regio en de betrokken ministeries. In de rest van het nummer geeft voorzitter Régis de Mol op een heel concrete en originele manier de doelstellingen van zijn vereniging nog eens aan.
Het Centre d'Etudes Néerlandaises stuurt ons zijn programmabrochure voor 1982-1983. Prof. Walter Thys en zijn medewerkers stellen ons hierin 16 studieconferenties voor waarin over de Nederlandse taal- en letterkunde, beschavings- en kunstgeschiedenis wordt gehandeld. Je kunt aan Rijsel III ook de muziek van een aantal Vlaamse componisten of vertolkers gaan beluisteren en Nederlandse speelfilms en documentaires zien. Het programma biedt ook de mogelijkheid een aantal toneelvoorstellingen in Kortrijk bij te wonen.
Dit jaar starten ook enkele studie- en onderzoekscommissies die het verband tussen het Nederlands en de Nederlandse cultuur in Nederland en Vlaams-België en de aanwezigheid van de Nederlandse taal en cultuur in het Noorden van Frankrijk willen bestuderen. De volgende werkgroepen beginnen hun werkzaamheden:
1. | De werkgroep die de Nederlandstalige archieven in het Noorden van Frankrijk onderzoekt; |
2. | de werkgroep ter bevordering van de studie en het onderwijs van de Nederlandse taal in Frans-Vlaanderen; |
3. | de commissie die het Nederlandstalig antroponymisch en toponymisch materiaal in Frans-Vlaanderen bestudeert; |
4. | de commissie die de gemeenschappelijke middeleeuwse geschiedenis van Frans-Vlaanderen en Belgisch-Vlaanderen onderzoekt. |
De brochure geeft ten slotte heel wat nuttige informatie met betrekking tot het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen.
De programmabrochure en verdere uitleg zijn te verkrijgen via het Centre d'Etudes Néerlandaises de l'Université de Lille III - Domaine Universitaire Littéraire et Juridique - B.P. 149, F-59653 Villeneuve d'Ascq.
Na Rita Wegges inventaris De Franse Nederlanden in het archief van de Raad van Vlaanderen van 1981 heeft de werkgroep Archiefstudie van de Franse Nederlanden van het Komitee voor Frans-Vlaanderen een tweede inventaris uitgegeven nl. Bronnen voor de geschiedenis van Belle in Belgische archiefdepots. De gegevens werden samengebracht door dr. Michiel Nuyttens.
De bronnen zijn gerangschikt naar stukken van algemene aard, stukken met personalia, stukken in verband met fiscaliteit en rekenplichtigheid, teksten die sociaal-economische aspecten bevatten, teksten in verband met rechtspraak, religie, onderwijs, militaire geschiedenis.
Bronnen voor de geschiedenis van Belle in Belgische Archiefdepots is niet in de handel. Wel kun je je ervoor richten tot de Werkgroep Geschiedenis van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, p.a. Raymond Watthy, Woumenweg 247, B-8178 Woumen-Diksmuide.
Het tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en letteren Vlaanderen wijdt zijn 190ste nummer (jaargang 31 - september-oktober 1982) aan Frans-Vlaanderen. Heel wat teksten hierin handelen over de Nederlandse taal- en letterkunde, omdat zoals de samensteller Luc Verbeke het in het voorwoord ongeveer verwoordt, taal als uitdrukkingsmiddel van eigen denken en voelen het belangrijkste en het meest bindende element, de ‘ziel’ van een volk is. Verder eisen ook het regionalisme, de middeleeuwse religiositeit, de architectuur en het leefmilieu hun plaats op.
De culturele betekenis van de Franse Nederlanden van André Demedts leidt dit Frans-Vlaanderen nummer in. Het is de aanloop naar alle andere artikelen. Wie anders ook dan André Demedts die samen met Luc Verbeke aan de grondslag van de huidige Vlaamse Beweging voor Frans-Vlaanderen ligt, die samen met Luc Verbeke direct na Wereldoorlog II belangeloos ging ijveren voor het behoud van het Nederlands in Frans-Vlaanderen en de Frans-Vlaamse Beweging weer op weg hielp, mag op de eerste plaats de toekomstverwachting op nog nauwere betrekkingen met Frans-Vlaanderen uitspreken? ‘Nu de Europese eenmaking langzaam sterker wordt, hoeft minder gevreesd dat de oriëntering naar het Noorden door een politiek van nationalistisch wantrouwen gestuit zou worden. Frankrijk zal erbij winnen als de minderheden binnen zijn grenzen, over die grenzen heen, aansluiting zoeken bij het erfgoed van hun eigen cultuur en terzelfder tijd als bemiddelaars tot meer belangstelling voor Frankrijk optreden’. En Demedts besluit zijn artikel als volgt: ‘Om tot een vruchtbare samenwerking te komen zal meer en meer blijken dat over de grenzen heen officiële lichamen noodzakelijk zijn om op het regionale vlak een economische politiek te organiseren, die in de toekomst meer welvaart en betere sociale verhoudingen kan en moet opleveren. Daar ligt het enige middel om pragmatisch en op grondslag van de geografische gegevenheid een dreigende verarming en daarmee gepaard gaande wanhoopsmentaliteit af te wenden. Ook om terzelfder tijd verder te gaan met een wederzijdse culturele beïnvloeding, die de verspreide Nederlanden dichter bij elkaar moet brengen’.
De brok taal en literauur zet in