kumentatie-akademie. Hij wijst naar de wand waaraan een affiche voor de tentoonstelling van Andy Warhol hangt (in Eindhoven? in Amsterdam? ik weet het niet meer). Ivo Michiels wijst ernaar en zegt: ‘Wat hebben de mensen van nu het gemakkelijk vergeleken bij ons, vroeger. Wij moesten het allemaal zelf ontdekken: hier krijgen ze de affiches al voor hun neus...’
Ja, zo gemakkelijk lag dat toen al in de ogen van Ivo Michiels. En ik citeer opnieuw Kuijer: ... ‘bij kinderlijkheid behoort het besef van onwetendheid, gepaard aan de wens die onwetendheid op te heffen’. Het ‘kinderlijke’ van Michiels en van Kuijer verschilt alleen hierin dat de eerste niet in de ‘ontkinderlijkte volwassenheid’ gelooft: Luister vormt daarvan het levende bewijs.
‘Wat hebben de mensen van nu het gemakkelijk’ zeg ik samen met Ivo Michiels nu deze bundel verschenen is, waarin tweemaal (op p. 171 en 199) praktisch alle stromingen in de beeldende kunst van deze eeuw opgesomd worden: Expressionisme / suprematisme / orphisme / rayonisme / synchronisme / Die Brücke / Der Blaue Reiter / Der Sturm / Les Fauves / Das Bauhaus / De Stijl / futurisme / kubisme / constructivisme / abstracte schilderkunst / Pittura Metafisica / realisme / surrealisme / Dada / Cobra / tachisme / ready made / art brut / arte nucleare / concetto spaciale / action painting / op art / pop art / Zero / Fluxus / Happening / Monochrome Malerei / minimal art / kinetic art / arte povere / nouveau realisme / hyperrealisme / land art / conceptual art / electronic art / body art.
Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister.
Maar willen we wel luisteren, eigenlijk? Of zijn we inderdaad zo ‘ontkinderlijkt’ dat we aan het ge-afficheerde voorbijlopen? Is het misschien tóch niet zo gemakkelijk als een ‘kinderlijke geest’ het zich voorstelt? Hoe stellen wij ons - als volwassene? - op.
Ik begin opnieuw in het boek van Michiels en lees: ‘Op mijn hand ligt een wit vierkant’; ‘op mijn hand ligt een wit vierkant van Malevitch’... en ik kijk, en ik luister. Een wit vierkant / op mijn hand. Op mijn hand ligt een wit vierkant. Op mijn hand. Onder mijn hand. En ik schrijf. En ik kijk. En ik luister. Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister hoe dit woord hoe die stem hoe dit beeld hoe die lijn luister hoe dit luisteren luister hoe hoe hoe hoe.
Het beeld wordt voortgezet, ik neem de beelden over van p. 168, beginnend met: 2.36 / 15 sec. / (Minne); overal uit het boek kan ik de beelden vandaan halen om over te nemen, vanaf de volgende blz. reeds:
Geboorte van leven en geboorte
[van dood
geboorte
maar ook uit De stoet der traagheid, uit Hef fietsje van Szukalski, uit Zes keer een aanloop enz. Een aanloop, niet zes keer, maar honderd, duizend maal, telkens opnieuw, telkens opnieuw beginnend, vanaf zéro, tastend, ruikend, kijkend, proevend, luisterend, luisterend. Als een kind, een blinde, volledig ledig, opnemend...
En al luisterend hoor ik de woorden opnieuw die Ivo Michiels in zijn imaginaire dialoog met Fontana, na diens dood, tot leven brengt:
- Ze zeggen dat je gestorven bent.
- Nu ik leef.
- Ze zeggen dat je leeft.
- Zolang ik zoek.
- Wat zoek?
- Bij voorbeeld.
- Aldoor?
- Aldoor, voortdurend, zonder ophouden, ononderbroken, op Piazza, in het vliegtuig, aan het dessert, in bed, in bad, op het strand, aan de bar, in de klei, met de verf, alleen, niet alleen, bij een vrouw, bij een andere vrouw, bij een vriend, bij een andere vriend, bij een dwaas, bij een andere dwaas, bij een dief, bij een andere dief, bij een parasiet, bij een andere parasiet, bij een koning, bij een andere koning, bij een graf, bij een ander graf, bij een god, bij een andere god, vriendelijk, vrolijk, omhelzend, onberoerd, stug, opgewonden, ruziemakend, spelend, vragend, ontkennend, bevestigend, gelovend, twijfelend, radeloos, hopend, mislukkend, verminkend, verscheurend, lijmend, wassend, ontsmettend, vergetend, vindend, opgelucht, dankbaar, uitgelaten, ja zeggend, neen zeggend, niets meer zeggend, alles zeggend, dan pas.
Een vreemde taal lijkt het, ontdaan van veel van wat we kenden, maar er is geen woord ‘vreemds’ bij. Al luisterend gaan we herkennen. Ivo Michiels is een van de weinige na-oorlogse schrijvers die een dialoog aangaat met andere volwassen kunstvormen, een volwassen dialoog. Die volwassenheid blijkt uit al zijn werk, maar vooral uit dit boek; het is een andere volwassenheid dan die waarover Guus Kuijer spreekt, want die spreekt voornamelijk over de ‘burgerlijke volwassenheid’. Ivo Michiels laat zien, laat horen, laat je met alle zintuigen ervaren, dat er een volwassenheid bestaat, waarin het kind is blijven leven. Luister... Zoek... Bijvoorbeeld.
Aldert Walrecht.
Ivo Michiels, Luister hoe dit beeld hoe die lijn hoe die kleur hoe dit vlak luister, Uitg. Walter Soethoudt, Antwerpen, 1979.