Dag van het onderwijs Nederlands te Wormhout.
Na de geslaagde uitgave te Belle in 1978 werd op 24 mei 1979 te Wormhout eigenlijk al de tweede dag van het onderwijs van het Nederlands in Frans-Vlaanderen georganiseerd. In 1978 startte dit initiatief echter onder de benaming Vlaamse Dag. Dat er een naamsverandering gekomen is, zal wellicht verband hebben met het feit dat in Belle nog twee vergaderingen plaatshadden, de ene verzorgd door de Sektie Onderwijs van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, de andere door de Sektie Toerisme. Dit jaar was er enkel de bijeenkomst van de Werkgroep Onderwijs. De ervaring heeft geleerd dat het programma in zijn huidige formule te verkiezen is boven het overladen programma dat we in 1978 aangeboden kregen.
Na het welkomstwoord van burgemeester R. Deldicque spoorde Camille Taccoen, voorzitter van de Werkgroep Onderwijs van het Komitee voor Frans-Vlaanderen, in zijn inleiding aan, op taalpolitiek gebied niet defaitistisch en ook niet triomfalistisch te zijn. Iedereen begreep natuurlijk dat hij haast onwillekeurig duidde op het ophefmakende hervormingsplan Pelletier voor het onderwijs van vreemde talen aan kolleges en lycea. Het was echter Francis Persyn, sekretaris van de Sektie Onderwijs van het KFV, die het projekt Pelletier analyseerde nadat hij eerst een summier situatiebeeld van het onderwijs van het Nederlands gebracht had.
In het daaropvolgend forumgesprek werd naar aanleiding van dit verontrustend bericht geprobeerd enkele konkrete voorstellen te doen. Voor een tussenkomst van het Nederlandstalig Ministerie van Kultuur bleken velen skrupules te maken. Het is toch niet omdat de omstandigheden vrij delikaat zijn dat zoiets niet tot zijn opdracht zou behoren? Wel waren er heel wat die opteerden voor een direkte aanpak van de houding van de Frans-Vlamingen zelf ten aanzien van het Nederlands. Men beschouwde het als de meest efficiënte werkwijze om via de pers en brochures het utilitaire en ekonomische aspekt van het Nederlands te propageren en terzelfdertijd in te spelen op het regionalistisch eergevoel. Men was het er wel over eens dat de aanpak van de Westhoek en die van de rest van Frans-Vlaanderen moest gediversifieerd worden. Ook interkommunaal opgezet menselijk kontakt langs beide kanten van de grens werd als bijzonder stimulerend gezien. Maar... zoals Jacques Fermaut opmerkte, zou alles echter toch zoveel eenvoudiger zijn als elk volk in Europa voor zijn taal de status van eerste taal - in de zin van officiële taal - zou verwerven.
Op een tijdstip dat nog een waas over het plan Pelletier lag, kon men misschien nog maar weinig doeltreffende maatregelen terzake formuleren.
Luc Verhaeghe.