Precies omdat het jaarboek zo omvattend is, lijkt het me een moeilijke zaak om alle teksten in rubriekjes onder te brengen. Waarom zouden we ze dan ook niet doornemen in de orde waarin ze ons gebracht worden?
Prof. Dr. Herman Balthazar steekt van wal met een originele bijdrage waarvoor omwille van het onderwerp en zijn achtergrond interesse langs beide kanten van de grens is verzekerd. Hij analyseert immers de Betrekkingen tussen het socialisme in Vlaanderen en Noord-Frankrijk tussen 1870 en 1914, een sociaal woelige periode gekenmerkt door een golf van migratiebewegingen vanuit Vlaanderen naar Noord-Frankrijk. Dat er een interaktie geweest is, staat vast, maar deze moet volgens Prof. Balthazar gerelativeerd en akkuraat genuanceerd worden.
Van totaal andere aard is het speurwerk van Albert Labarre naar Vlaamse drukken in Noord-Frankrijk tussen de 16e en 18e eeuw. Volgt dan het tweede deel over de wisselwerking tussen Romaans en Germaans in Noord-Frankrijk. Dit keer brengt Willy van Hoecke een gedetailleerde analyse over de invloed van het Pikardisch en het Nederlands op de Franse eenheidstaal die naar het einde van de 12e eeuw manifest wordt. Hervé Oursel bewijst dat de middeleeuwse skulptuur uit het Noorden van Frankrijk ten onrechte ondergewaardeerd wordt. Aan de politikus Roger Salengro (1890-1936) wordt een meeslepende hagiografisch getinte biografie gewijd. Zij stelt auteur Hubert Claude niet boven elke verdenking. Het levensverhaal van de militante socialist die door lasterkampagnes van de rechtse oppositie de dood wordt ingejaagd, leent zich daar wonderwel toe. Precies omdat Claude dat martelaarschap overtrekt, krijgt Salengro niet de aandacht die hij als eminent politikus beslist had verdiend. De titel van de bijdrage laat daar toch de nodige ruimte toe! Als Claude wat superficieel blijft, dan kan hetzelfde beslist niet gezegd worden van wat Dr. Michiel Nuyttens ons reveleert in verband met de faktoren die de achterdochtige, soms agressieve houding van de veiligheidsdiensten tegenover het regionalisme in de Franse Nederlanden tussen 1925 en 1935 bepaalden. Een pittig en rijkgestoffeerd artikel! Jean-Gérard Elsen schrijft een gevoelige benadering van het werk van Arthur Van Hecke. Al even boeiend is Drs. Hugo Ryckeboers inbreng over de plaats van het Vlaams van de Franse Westhoek in het geheel van het Nederlandse taalgebied. Zijn visie op de betekenis van het Frans-Vlaams dialekt bij het aanleren van het algemeen Nederlands getuigt van een heldere kijk. Een enkele keer irriteert hij wel even nl. waar hij op pag. 140 zegt: ‘Er is een kultuurtaal ingevoerd die helemaal niet verwant is met de dialektische moedertaal (= het Frans-Vlaams).’ Dat de auteur zich hier zou
vergalopperen, kan ik nauwelijks aannemen. Uit hetgeen volgt, leid ik af dat het hooguit om een minder geslaagde formulering gaat. Hubert Sap schenkt aandacht aan het handelsverkeer tussen Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen sedert de Tweede Wereldoorlog. Yves-Marie Hilaire wil de betekenis van het ultramontanisme in Noord-Europa in de 19e eeuw aantonen. Zijn onderwerp is ruimtelijk minder beperkt, in die mate zelfs dat het aandeel van Frans-Vlaanderen er dreigt in verloren te gaan. Soms kan ik me ook moeilijk ontdoen van de indruk dat hij niet goed meer weet waar hij met zijn betoog heen wil. Dan volgen de boeiende herinneringen van de Frans-Vlaamse regionalist Nicolas Bourgeois die ingeleid worden door Dr. Eric Defoort. In die herinneringen horen wij een bescheiden Bourgeois die met een aantal penseelstreken een historische schets brengt van het regionalisme in Frans-Vlaanderen. En zo komen we bij de omstreden, vinnige tese van Albert Delahaye waarmee hij enerzijds een totaal nieuwe visie op de Frans-Vlaamse geschiedenis opzet en anderzijds de gangbare geschiedenis van Nederland tot de 10e eeuw op de helling stelt. Ik wacht eveneens vol spanning op de aangekondigde scherpe reaktie van Dr. M. Gysseling. Het pleit voor het jaarboek dat het ruimte laat voor kontroversen! Eén bezwaar alvast: het ontbreken van een lijst met de gebruikte bronnen. Jean-Marie Sourgens schrijf over de nieuwe kulturele en toeristische politiek van het Office Culturel Régional. Zoals altijd verzorgt Cyriel Moeyaert de leksikologische bijdrage, ditmaal opgemaakt aan de hand van een kasboek van een wagenmakersfamilie. Dr. Eric Defoort en Eric Vandewalle sluiten het jaarboek met een gestoffeerde bibliografie van de werken die handelen over de regio Noorden-Nauw-van-Kales.
Alles bij elkaar genomen staat het jaarboek 1979 opniew voor wetenschappelijke kwaliteit. Een onmisbaar standaardwerk!
Luc Verhaeghe.
De Franse Nederlanden - Les Pays-Bas Français, jaarboek uitgegeven door de Stichting Ons Erfdeel vzw, Rekkem, 1979, 256 blz. (Prijs: België: 550 BF; Frankrijk: 80 FF; Nederland: f 40; andere landen: 600 BF).