Makro van Roland Kayn.
Cybernetische muziek is een vrij recent genre. In Nederland werd men er voor het eerst uitvoerig mee gekonfronteerd in 1976 tijdens de beruchte sessie in het Rijksmuseum Vincent van Gogh te Amsterdam. In alle zalen klonk het werk van Roland Kayn, met name ‘Simultan, cybernetisch projekt voor 1-5 ruimten’, een opdracht van Pro Musica Bremen 1974. Sindsdien heeft Kayn zich verder ontwikkeld als een specialist in dit moeilijk grijpbare genre zoals een drietal uitgebrachte kassettes aantonen.
De cybernetische muziek onderscheidt zich van konkrete, elektronische en komputermuziek doordat het resultaat niet geheel en al van te voren te voorzien is. Zowel in organismen als in techniek houdt de cybernetika zich bezig met stuur- en regelprocessen en dit dan in het bijzonder waar het analogieën in procedé's bij levende wezens en dode machines betreft.
Al vanaf 1956 liet Kayn zich leiden door wiskundige uitgangspunten in zijn komposities, van een ‘eenzaam avontuur’ is dus geen sprake.
Jo Roehrig, eksponent van de nieuwe mime-richting van het Centre international des arts scèniques van het Théâtre de la Mandragore te Parijs, gaf in de maanden oktober-november 1978 in Den Haag zijn visie op Kayns Makro I-III: een ‘Cosmic Circus’ van visualiseringen in een samengaan van klank, licht, schaduw, beweging, maskers en bewegende objekten voor de vertolking van algemene emoties zoals vreugde, dronkenschap, machtsvertoon en dergelijke.
Zijn figuren waren voor de pauze in witte trikots gehuld en er na in zwarte en gemaskerd. Verreweg het sterkste werkten de bewegende schermen: hoe abstrakter hoe overtuigender, want ook de muziek van Kayn is dat in hoge mate: meditatief verglijdend, ruimtelijk, ‘tijdloos’ zonder ritmiserende impulsen, veelal traag en getemperd.
Zonder te beweren dat Roehrigs ensemble Theatraction zich vertild heeft aan dit onderwerp, moet worden vastgesteld dat het samengaan van beeld en muziek met name in dit nieuwe genre nu eenmaal gauw problematisch aandoet.
Ernst Vermeulen.