Festival voor strijdkultuur.
In het kader van het vijftigjarig bestaan van de Katholieke Hogeschool Tilburg werd eind oktober vorig jaar een ‘Festival voor Strijdkultuur’ georganiseerd waaraan diverse groepen hun medewerking verleenden. Twee voorstellingen die zeer verschillend van opzet en uitwerking waren, heb ik bezocht.
Allereerst een Vakbondprogramma van Proloog: het verhaal van Klaar en Toon tegen de achtergrond van het werken bij Philips en de gang van zaken rond ontslagen met als gegeven dat de laatste zeven jaar 20.000 arbeidsplaatsen bij Philips zijn verloren gegaan. Hoe daar tegen aktie te voeren. Tegelijk worden in een aantal flash-backs de jaren na de bevrijding en de akties van de toenmalige eenheidsvakbeweging belicht. Het geheel is een eksemplarisch spel rond arbeid en arbeidsverhoudingen, muzikaal omlijst door liederen en goed klinkende popmuziek. Er werd met veel entousiasme gespeeld, maar het stuk stond naar mijn gevoel nog wat in de grondverf en zou wat ingekort kunnen worden, vooral ook omdat het bedoeld is als uitgangspunt voor een diskussie die achteraf ook plaatsvond en waarin de zin, de funktie en de rol van de ondernemingsraden aan de orde kwamen.
De tweede voorstelling die ik zag was van de Belgische groep: Vuile Mong en zijn Vieze Gasten met het stuk: ‘Ademar, het Vlaamse wonderkind’. Het is een klein spektakel in twee delen beginnend met de woorden: ‘Godverdomme zei God!’ en eindigend met: ‘Godverdomme zeggen wij!’ en tussen deze twee vloeken springen de vonken van kritiek en satire over, waarbij het hele Vlaamse huis wordt schoongeveegd. Ademar, het wonderkind is een parodie van de bekende Belgische strip van Mark Sleen en voor de gelegenheid hier spelend in Nederland werden enkele toelichtingen gegeven bij typisch Belgische toestanden en parallellen met Nederland werden hier en daar aangestipt. Kerk en politiek, werkeloosheid en abortusvraagstuk en televisie werden behoorlijk scherp over de hekel gehaald en dat alles in een vaart met korte klowneske, bizarre scènes en liedjes die begeleid werden door een vaardig kombo. Het geheel was een bont totaalteater met dia's, geïmproviseerd tv-scherm, muziek, dans, mime en speelscènes. De ouwe godden-vader uit de beginscènes deed me sterk aan Het Liefdesconcilie denken. Applaus en gelach alom! De twee voorstellingen vergelijkend kunnen we zeggen: twee zeer verschillende uitingen van strijdkultuur. Het stuk van Proloog is een case-story, een leerstuk aan de hand van een konkreet geval, Ademar is een groteske satire met veel onverwachte wendingen, een klownesk kijkspel waarin onze hele samenleving in haar hemd wordt gezet.
Piet Simons.