Lodewijk XIV en de Republiek.
Lodewijk XIV die de hele tweede helft van de 17e eeuw militair en politiek een drukkend overwicht uitoefende in West-Europa, zag zijn pad geëffend door twee eerste-ministers: Richelieu en Mazarin. Deze laatste had Lodewijk niet alleen een voortreffelijke politieke opleiding bezorgd die zijn tijdgenoten zou verbazen, hij had met zijn voorganger Richelieu ervoor gezorgd dat het staatsapparaat een handig en getrouw werktuig zou zijn in de handen van de vorst. Hij zou nu een halve eeuw lang een ekspansiebeleid kunnen voeren zonder noemenswaardige politieke tegenstand in eigen land. Dat beleid ging in de richting van het oosten en het noordoosten. De staatsraison dikteerde dat de weke noordelijke en noordoostelijke flanken de aanleiding zouden zijn om een natuurlijke grens na te streven, de Rijn. Lodewijk XIV zou dat met alle middelen proberen te bereiken.
Eugen Lemberg die in zijn werk Nationalismus (1964) een grote diversiteit van nationalismen onderkent, ziet het staatsnationalisme zich al in de Renaissancetijd manifesteren. Frankrijk is daarvan een goed voorbeeld. Lodewijks beleid stoelde al op een lange traditie en niet puur op persoonlijke ambities, al hebben die uiteraard ook meegespeeld.
Alberts boek over Lodewijk XIV, Een koning die van geen nee wil horen, is voor een deel een biografie, maar bestrijkt vooral het terrein van de buitenlandse politiek, de diplomatie en het militaire. We staan dus ver van de tendens in de hedendaagse geschiedschrijving die bij voorkeur met zuiver kwantitatieve gegevens (sociale, ekonomische, demografische) werkt. Als ik daaraan toevoeg dat Alberts een voortreffelijk stilist is - het is dan ook niet zo verwonderlijk dat hij ook romans en verhalen schrijft - dan ligt het voor de hand dat dit boeiende lektuur is.
De ondertitel van het boek, ‘De Europese ambities van Lodewijk XIV, 1638-1715’, werkt wat misleidend. Je verwacht bij de lektuur dat dit spoedig waargemaakt wordt, maar vermoedt halfweg dat de uitgever hier aan het werk kan geweest zijn. Want de politiek van de Franse Zonnekoning leer je vooral kennen door de bril van de Republiek. Een fout of helemaal eenzijdig uitgangspunt is dat nu ook weer niet. Op kruciale momenten heeft Lodewijk de Republiek op zijn weg gevonden. Terwijl hij de Zuidelijke (Spaanse) Nederlanden zonder omhaal wou veroveren, dacht de Republiek nu eens in termen van een verdeling van de Zuidelijke Nederlanden en dan weer zag zij de Zuidelijke Nederlanden behouden als bufferstaat. Lodewijks poging van 1672 om de Republiek naar zijn hand te dwingen, liep falikant uit. Het isolement waarin de Republiek zich toen gewrongen zag, zou zich niet meer herhalen. En de Noordelijke Nederlanden bleven een hinderpaal voor Frankrijks ambities.
De opzet van het boek zit nog dieper vast in verleden en traditie. De traditie dan van een nationale Noordnederlandse geschiedschrijving. Men merkt het aan allerlei kleine trekjes. Van enig inleven in de stand van zaken voor het Zuiden is geen sprake. De auteur weidt uit over het (alleen in het kader van een nationale geschiedschrijving van denkbare) dispuut of Willem III al dan niet met kennis van het bereikte vredesverdrag van Nijmegen (1678) toch nog slag leverde bij het Henegouwse Bergen (p. 114). De eenheidsperiode onder de Boergondiërs en Habsburgers komt alleen negatief over in het blikveld van de schrijver. De klein-Hollandse optiek kan niet duidelijker tevoorschijn komen als in zo'n kommenaar bij het huwelijk van Filips de Schone met Johanna van Kastilië en de gevolgen daarvan: ‘De Nederlanders kunnen daarover misschien het beste oordelen, want zij hebben er een Tachtigjarige Oorlog aan overgehouden’ (p. 52).
Heeft zo'n stuk nationale politieke geschiedschrijving dan nog zin? Ze legt in elk geval een traditie bloot die nog heel lang kan nawerken, soms tot in deze tijd. Schreven een deel van de Franse en de Nederlandse pers niet in de geest van die traditie hun gevoeligheden af tijdens het bewind van De Gaulle n.a.v. beider uiteenlopende vizie op Europa?
Erik Vandewalle
A. Alberts, Een koning die van geen nee wil horen. De Europese ambities van Lodewijk XIV. 1638-1715, 177 blz. uitgeverij Em. Querido, Amsterdam, 1976.