Françoise van den Bosch:
‘Objekt: aluminium’ (1974).
haar leven soms moeilijkheden te overwinnen had, daarbij hoge eisen stelde aan haar werk en daarmede aan zichzelf, zal Françoise zich niet gerealizeerd hebben welk een leegte zij bij velen achterlaat. Zij was bescheiden, steeds ook vervuld van een twijfel over haar werk. Juist de laatste maanden ondervond zij de tastbare blijk van belangstelling en erkenning voor haar werk. Wie Françoise heeft gekend zal weten dat tussen werk en leven een sterke verwevenheid bestond.
Een debuut in een internationale ekspositie als objects to wear in 1968, doet een briljante start verwachten voor een eindeksamen student aan de Akademie van Arnhem. Deze start is gelijk typerend voor haar aanpak, een serie van armbanden, allen uit één plaat gemaakt, laten een objekt-achtig sieraad zien dat evenwel goed draagbaar is. De opengezaagde opening voor de pols is rechthoekig, ruit- of cirkelvormig. Tijdens het verkennen van materiaal en vormmogelijkheid - ofwel het ‘spelen met’ zoals Françoise dat in haar statements noemt - ontstaat een hoogst ingenieuze tweedelige alpaca armband. Beide half cirkelvormige opengewerkte delen zijn in elkaar te passen. In 1971 ontwerpt zij een wit-zwarte aluminium armband welke eveneens uit twee losse delen bestaat, welke door inpassing een armband gaan vormen.
Beide ontwerpen, welke m.i. behoren tot de beste sieraden welke zij heeft gemaakt, brengen ons naar een basisgegeven zoals Françoise dat zelf onderkent voor haar sieraden en objekten ‘2 losse vormen die in elkaar gehaakt of geschoven kunnen worden, waardoor ze een eenheid vormen’.
In het recente werk zien wij de uiterste konsekwentie van een gegeven dat zich omstreeks 1971 aankondigde. Zij maakt dan de stap van het sieraad naar het objekt. Uitgaande van een aluminium buis zoekt zij naar een zodanige ingreep op deze vorm - bijvoorbeeld door het dichtknijpen van één of beide uiteinden, inzaging etc. - dat een zelfstandig objekt komt te ontstaan. De eerste buis laat simpel een opengespleten zijde zien en een toegeknepen onderkant. Door het dichtknijpen ontstaat een verschuiving in de vorm van de buis met holle en bolle delen.
Françoise van den Bosch zag op dit punt overeenkomsten tussen haar werk en dat van de keramist Jan van der Vaart. Zij had enkele werken van hem in bezit. Juist omdat zij zich meer en meer op de vorm ging koncentreren had zij het plan opgevat een serie foto's en/of dia's te maken in de overzichtsekspositie van zijn werk in de Gemeentelijke Van Reekumgalerij te Apeldoorn (jan. 1977). In haar lessen, die zij aan het voorbereiden was, wilde zij aandacht aan ‘vorm- en vormstudie’ besteden. Deze kanttekening wordt vermeld om aan te geven hoe lang en ook zorgvuldig zij ideeën en de uitwerking daarvan voorbereidde.
In de variaties op het hierboven genoemde tema zien wij het basisgegeven, de buis, welke eenof tweezijdig werd toegeknepen met dikwijls een doorsnijding onder een hoek, terugkeren. Beide segmenten schuiven over een (neutraal) tussen-element dat zichtbaar wordt bij het uitschuiven. Ook in de kussenvormige objekten en de dito broches keert dit gegeven terug. Deze broches zijn te beschouwen als kleinschalige, draagbare, versie van de objekten. Kenmerkend is de horizontale ribbel, ontstaan door het platdrukken van de buis, welke over het midden loopt. Vertikaal of diagonaal zien wij een eveneens verhoogde lijn ontstaan door de inpassing van beide segmenten waaruit het objekt bestaat.
Uitgaande van deze vormeksperimenten ontwikkelt Françoise van den Bosch als opdracht van de P.T.T. een 8-hoekige penning welke besloten is door een kussenobjekt. Het eksperiment heeft nu definitief vorm gekregen en mondt uit in een zowel praktisch als artistiek zeer bevredigend stuk vormgeving. De verworvenheden blijken thans een nieuw gamma aan mogelijkheden te bieden welke zij in relatief korte tijd heeft uitgebouwd tot een kleine serie van objekten gebaseerd op het principe van in- en uit elkaar schuifbare elementen van een zeer speels en ingenieus karakter.
Vertoonde de armband uit 1975 met enkelvoudige of dubbele ribbel rond de hele, halve of kwart van de band nog aarzelingen t.a.v. de toepassingsmogelijkheden van het bewerkelijke uitgangspunt van het dichtknijpen van een aluminium buis, zo zien