Ons Erfdeel. Jaargang 19
(1976)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
nederlandse taal en kultuur in het buitenlandGermonprez in Praag.
Fred Germonprez.
‘De Noord- en Zuidnederlandse literatuur bereikt in Tsjechoslowakije al geruime tijd een vrij grote kring van belangstellenden. Anton Coolen behaalde veel sukses met zijn Dorp aan de Rivier, Drie Gebroeders, Uit het kleine Rijk, e.a. Ons lezerspubliek leerde Multatuli kennen, Johan Fabricius geniet een merkwaardige bekendheid, evenals Anne de Vries, Theun de Vries, Leonard Huizinga, A. den Doolaard, e.a. Ernest Claes werd speciaal met De Witte in brede kring populair; dit werk werd voor de radio in een reeks vervolgen voorgelezen door een van onze prominente toneelspelers, Karel Höger. Ook met Claes' verrukkelijke, melankolieke terugblik op zijn kinderjaren, De oude Klok, dat in 1972 in het Tsjechisch uitkwam, was ons publiek ten zeerste ingenomen.’
Aan het woord is de Praagse Ella Kazdová, die daarbij bescheiden verzwijgt wat haar eigen aandeel in het bekendmaken van die auteurs geweest is. Net zoals de van vroeger aan onze lezers bekende Olga KrijtováGa naar eind(1) heeft zij namelijk al heel wat vertaalwerk op haar naam, dat weinig geachte en toch broodnodige fundament voor elke literaire uitwisseling. Zo vertaalde ze Bartje van Anne de Vries, Eiland der Demonen van J. Fabricius, Adriaan en Olivier van L. Huizinga, Het verjaagde Water van A. Den Doolaard, Uit het kleine Rijk van A. Coolen en De oude Klok van E. Claes. Daarnaast vertaalde ze ook toneel, zoals L. Huizinga's Geen Nieuws van Vader, dat alleen al in Praag vijftien maanden werd gespeeld. Vergelijk die titels even met haar zopas geciteerde woorden: alle kommentaar is overbodig.
Het lijstje van haar vertalingen is daarmee niet af, want Ella Kazdová blijkt bovendien de laatste jaren bepaald een voorliefde te hebben voor Fred Germonprez, van wie ze drie romans vertaaldeGa naar eind(2). Vroeger waren van hem al vier andere werken in het Tsjechisch gepubliceerd, die kennelijk via de Duitse vertaling tot stand kwamen. Ella Kazdová heeft De Magistraat, Mensen in de Schaduw en Haaien op de Kust naar ik vermoed rechtstreeks uit het Nederlands vertaald.
Te oordelen naar een paar recensies in het dagblad Lidová Demokracie staat zij met haar voorliefde helemaal niet alleen. Over de vertaling van Mensen in de Schaduw schreef het blad op 21 september 1974: ‘De Vlaamse auteur Fred Germonprez behoort niet alleen in zijn geboorteland tot de meest gelezen auteurs, maar staat ook bij onze lezers goed aangeschreven. Ze herinneren zich beslist al zijn in het Tsjechisch vertaalde boeken... Zijn suggestieve beschrijving van de zee, van de wereld van ruwe vissers en Westvlaamse arbeiders, - Germonprez geeft blijk van een diep sociaal meevoelen met hun strijd en nood -, en zijn schildering van een wereld van onzekerheid, vrees en verwachting in bijv. Mensen in de Schaduw, blijven in het geheugen van de lezers geprent als diep humanistisch werk, als een verheerlijking van eerlijke verhoudingen tussen de mensen en van het leven, dat over de dood heen de zege behaalt.’
Op 23 augustus 1975 schreef die krant in verband met Haaien op de Kust: ‘De auteur speelt het klaar in een boeiend verhaal de rauwe realiteit van het leven van gewone mensen te betrekken, die bij de zee en van haar rijkdom leven, en schetst beelden waaruit een waarachtig en onsentimenteel sociaal gevoel spreekt, een diep begrip voor de mens en zijn lot. De auteur bezit bovendien een fijn psychologisch inzicht in de gedragingen van zijn tijdgenoten, al worden hun trekken door de last van een zwaar leven vol zelfverloochening of door de zelfzuchtige verhoudingen in een burgerlijke samenleving bepaald...
...Zandhoeke, een idyllisch plaatsje aan de kust, met zachte duinen en sjofele hutten, waar oude vissers en zeelui hun laatste dromen koesteren, verandert plotseling in een bloeiende prinses van de Oostkust, een moderne badplaats die van heinde en verre vakantiegangers lokt. Die zonderlinge verandering wordt door een machtige en onverzadigbare ‘haai’ gedirigeerd, de makelaar Glorieux, die natuurlijk | |
[pagina 145]
| |
Omslag van de Tsjechische vertaling van Haaien op de kust (1975) van Fred Germonprez.
niet de schoonheid van die ‘oaze van rust’ (zoals de slogan op zijn reklamefolders luidt) voor ogen heeft, maar wel zijn winst en verdere investeringen. Achter de uiterlijke verandering gaan namelijk tragedies schuil, zware uren voor een aantal mensen, die de verandering niet alleen met het verlies van hun onderdak moeten betalen, maar ook met hun vrijheid, zelfs met hun leven...
Germonprez blijkt in deze roman een buitengewoon scherpzinnige analitikus te zijn. Hij kijkt diep onder de uiterlijke glans van die ‘voorspoed van haaien’, die naar buiten humaan is en de wet strikt eerbiedigt. Tegelijk onthult hij onverbiddelijk het gekompliceerde innerlijk van hen die de makelaar beleefd, maar kil en cynisch verovert, van wie hij de persoonlijkheid en eigen wil vernietigt, om ze te kneden tot zijn gehoorzame instrumenten. Bijzonder gevoelig en fijn is het inzicht van de auteur in het leven en de harten van de zwaarst getroffenen, wier pogingen om zich te redden, om het recht op leven te verwerven, ten gevolge van het hele systeem zo bitterweinig kans op sukses hebben.
De auteur maakt het zich bij de ontleding van het innerlijk leven van zijn personages niet gemakkelijk. Ze worden door de elementen van het leven zelf gevormd, door niets en in niets vereenvoudigd, volbloedig, en getekend met scherpe, markante trekken. Het is de eigen realistische, ruwe vertelkunst van Germonprez die hem in staat stelde hier een kleurige schildering te geven van de grootheid en de ellende van een afgelegen hoekje van de wereld, en wel op een zodanige manier dat het een symbool wordt.’ (Václav Vodák)
Het voorgaande kan de indruk wekken dat hier wel heel hard met het wierookvat wordt gezwaaid. En dat de maatschappijkritiek van Germonprez hier gebruikt wordt om zich af te zetten tegen een ander politiek en ekonomisch regime, staat ook wel buiten kijf. Toch moeten we daarbij niet vergeten dat de gunstige beoordeling van Vodák bevestigd wordt door het Tsjechisch lezerspubliek in zijn geheel. De Tsjechische Magistraat had een oplage van 12.000, Haaien op de Kust een oplage van 11.000 eksemplaren. En over dit laatste boek schreef de uitgever op 18 september 1975 aan de auteur: ‘De belangstelling van de lezers is groot. Het dagblad Mlada fronta doet elke week een onderzoek naar de best verkochte boeken, en in die periode stond op de eerste plaats: Germonprez, Haaien. Dat is werkelijk een groot sukses.’
De konkluzie is dan ook dat we hier voor een niet alledaags fenomeen staan: Fred Germonprez, die door onze ‘gevestigde’ kritiek en officiële vertaalbemiddelaars echt niet verwend wordtGa naar eind(3), deed het onbetwistbaar goed in Duitsland (vijf van zijn romans werden in het Duits gepubliceerd; twee ervan kenden zelfs herdrukken) en met het Duits als springplank wist hij daarna op eigen kracht een specifieke, zogenaamd ‘kleinere’ boekenmarkt te veroveren, waar hij vandaag de dag hoge ogen blijkt te gooien. Habent sua fata libelli, maar ook: er is weer eens bewezen dat bij vertalingen uit het Nederlands niet wij bepalen wat vertaald moet worden, maar wel degelijk het buitenlands lezerspubliek (het oude idee van het marktonderzoek!) We dienen daar altijd en overal rekening mee te houden.
Jan Deloof |
|