beeldende kunst
25 jaar Middelheim.
Het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim, te Antwerpen, bestaat 25 jaar. De feestelijke herdenking van een kwarteeuw (1950-1975) Middelheimaktiviteit viel samen met de opening van de 13e Biënnale voor skulptuur. Bij die gelegenheid heeft men vooral - en terecht - de lof gezongen van Antwerpens burgemeester Lode Craeybeckx. Eén van de sprekers aarzelde zelfs niet de burgemeester én als de vader én als de... moeder van de diverse Biennales voor te stellen. Honni soit qui mal y pense.
Nu de jubileumwierook is weggekringeld, mag toch worden gesteld dat de verschillende Middelheimbiënnales (aanvankelijk met Europese deelname, later ook met selekties uit andere werelddelen) universele weerklank hebben gekregen en een hoofdrol hebben gespeeld in het bekend maken van de vele stromingen, die de moderne beeldhouwkunst hebben bepaald en gekonditioneerd. Bovendien valt het niet te ontkennen dat het Openluchtmuseum Middelheim met zijn vaste kollektie van 270 skulpturen en met ongeveer 100.000 bezoekers per jaar, als artistiek centrum een belangrijke plaats inneemt binnen het tentoonstellingsgebeuren op wereldplan.
Zonder iets af te doen aan de artistieke betekenis van het Antwerpse Middelheim, valt het te betreuren dat men dit jubileum niet heeft aangegrepen om een Biennale samen te brengen op hoog niveau. De 13e tweejaarlijkse maakte inderdaad een weinig oorspronkelijke indruk. Ze bevatte praktisch géén werken van hoge klasse.
Eigenlijk is de 13e Biënnale die van de... zuinigheid geweest. Ditmaal waren India, Japan en Turkije uitgenodigd, maar de selektie van de beelden gebeurde niet door het beproefde Antwerpse keuzekomitee, maar door kommissies in de betrokken landen zelf aangeduid. Op die manier werden de reiskosten voor het keuzekomitee uitgespaard en kwam de verantwoordelijkheid voor de selektie op vreemde schouders te rusten.
Van India en Turkije waren er in het Middelheim géén beelden van groot formaat, omdat het transport té veel moeilijkheden opleverde en te duur zou zijn uitgevallen. Alleen de Japanners, die bereid bleken de hoge kosten zelf te dragen, hadden werk van méér dan gewone afmetingen gestuurd.
De 13e Biënnale illustreerde opnieuw de jammerlijke nivellering van de hedendaagse kunst... Wie het Middelheim bezocht om zich een idee te vormen van de moderne Aziatische kunst, werd hoofdzakelijk bedacht met nabootsingen (en dan vaak héél slechte) van de artistieke tendensen uit het Westen. Wat Turkije betreft is dat te verklaren. Tot in de jaren dertig was de skulptuur er kwasi onbestaande, omdat de Islam de uitbeelding van de menselijke figuur niet toeliet. Toen de omstandigheden gunstiger werden en de skulptuur burgerrecht verwierf, zochten de Turkse beeldhouwers hun inspiratie vooral in Frankrijk en Duitsland. Met al de gevolgen van dien.
Ook de inzending van India zal voor velen een teleurstelling geweest zijn. Van de rijke en oude kultuur van dat land lijkt er zo weinig in de moderne beeldhouwkunst overgebleven, dat het bijna abnormaal schijnt. De Japanse Middelheim-bijdrage was eenzijdig, omdat vooral de nadruk
Kasteel van het oog (carromarmer) door Miroru Nuzuma (Middelheim 1975).
werd gelegd op de abstraktie. Verschillende Japanse beeldhouwers verbleven of verblijven in Europa en Amerika. Haast allen hebben ze deelgenomen aan grote internationale manifestaties. Het is daarom niet te verwonderen dat ze, veel meer dan de Turken of de Indiërs, aansluiting hebben gezocht bij het konstruktivisme en de internationalistische strekkingen die, sedert 1945, opgang hebben gemaakt. Op enkele uitzonderingen na waren er weinig beelden met oorspronkelijke trekken. Indiërs, Turken en Japanners spelen het vervlakkingsproces méé. De vraag kan natuurlijk worden gesteld in hoeverre het Middelheimensemble een benadering is geweest van de artistieke situatie in de drie uitgenodigde landen.
Vorig jaar had in het Antwerps