3 ‘Sociale strukturen’ in de roman.
Goed, ideologie, maatschappijkritiek, verandering van de werkelijkheid, Vogelaar trekt bij het recenseren van literatuur alle registers open. Alle? Sociale en ekonomische implikaties, het politieke effekt, de draagkracht op de lezer, het is allemaal in zijn recensies aanwezig, waarin de boodschap centraal staat. En ook over de vorm van de boodschap blijkt Vogelaar deskundige opmerkingen te kunnen maken. Het instrumentarium van de Merlynkritici is hem niet vreemd.
Soms doet zich namelijk de situatie voor dat de visie uitgesproken door een of meerdere romanpersonages door Vogelaar onderschreven kan worden, maar de verpakking blijkt in een aantal gevallen zó onder de maat dat de hele handel uit de toverhoed van Merlyn gerold komt: interne samenhangen, technische fouten e.d. Heilig schorum van Harry Platteel is zo'n boek wat zich onttrekt aan de voor Nederland normale ‘privé-problematiek’ ‘Harry Platteel had... een goed boek kunnen schrijven. Verschillende elementen daarvoor waren aanwezig. Een interessant thema: karrièrejacht van elkaar bekonkurrerende direkteuren, bedrijfsleiders, chefs in een groot warenhuis. Een stijl die nuchter genoeg is om het realisties (lees: kritisch, R.K.) karakter van het boek recht te doen... gunstige mogelijkheden om een boeiende én instruktieve roman te schrijven’ (p. 39). De kwalifikatie ‘instruktief’ voor literatuur verwondert me nogal, maar goed, we gaan nog even verder ‘De typen uit het boek zal men waarschijnlijk nooit in deze gedaante tegenkomen, maar wel personen die tot een van de typen behoren. Dit verschil tussen de romantypen en funktionarissen in het bedrijfsleven maakt een vergelijking mogelijk. Daardoor kan het realisme krities (zie je wel?, R.K.) zijn...’ (id.). De romanpersonen zijn geen mensen van vlees en bloed, zoals een ouderwetse literatuurbeschouwing gewoon was op te merken, bedoelende dat de typering psychologisch niet erg ‘diep’ ging, maar juist erg oppervlakkig, zij staan in deze roman als type voor een bepaald soort mensen, dé direkteur, dé chef. Dit vindt Vogelaar een juiste karakterisering in een roman; psychologisch gewroet in een personage levert maar preokkupatie met het ik op die nergens voor nodig is. Een instruktieve roman over de sociale posities binnen deze maatschappij, ja dat is het wel voor hem.
Dat blijkt ook uit zijn kritiek op Heilig schorum: ‘De scherpte van het boek wordt uiteindelijk afgestompt door vooral één technische fout, nl. overdrijving... Hij heeft zich aan de normen van de boekenmarkt aangepast en daarmee zijn boek verpest. ..Elke figuur krijgt een kleffe of miezerige seksualiteit aangemeten ...Het zwaartepunt wordt verlegd van de (hiërarchische) funkties, van hun sociale rol naar privé-gerommel, naar hun huiselijke omstandigheden’ (p. 40).