De vreemde rit van Baal.
De Amsterdamse groep Baal lijkt de opvolger te worden van de in de 60-er jaren opererende eksperimentele toneelgroep Studio. De artistieke leiding berust bij Leonard Frank, koreografie is in handen van Bambi Uden, (zij deed ook bijzonder goed werk met haar bewegingsadviezen voor de paarden in ‘Equus’) en de muziek is van Willem Breuker. Deze groep speelde een bewerking van het stuk van Peter Handke: ‘De rit over het Bodenmeer’. Verlang niet van mij dat ik een eksposé geef van stuk en opvoering, gespeeld door drie aktrices en drie akteurs. Ik moet volstaan met een impressie en een aanhaling van de schrijver zelf. Om te beginnen met het laatste: ‘Een geëngageerd schrijver kan ik niet zijn, omdat ik geen politiek alternatief weet voor wat er is, hier en elders (hoogstens een anarchistisch)’.
De voorstelling werd gegeven in een klein zaaltje, op de werkvloer een klein verhoog, daar achter zes hokjes met halve spiegeldeur waarachter de spelers(-sters) staan opgesteld, vandaar uit treden ze op, gaan weer weg en komen weer terug. Het verhoog met daarom heen wat stoelen is nu eens een tafel waarop borden, glazen en flessen worden uitgestald bij een aanzet tot een diner, of dat gebruikt wordt als dansvloertje door een tweetal in glitterpakjes uitgedoste travestieten, komisch intermezzo tussen aanzetten van scènes waarin iets gevraagd, bevolen, verkocht of geformuleerd wordt. Bij dit alles wordt de funktie van de taal doorgelicht, de taal die verhoudingen schept, funkties kreëert en situaties aanduidt. Daar tussen door worden liederen gezongen zoals De rit over het Bodenmeer naar een gedicht van Gustav Schwab.
Alles bijeen een bont spektakel van soms komische, soms lugubere en absurde scènes tegen een achtergrond van moderne muziek. Het geheel wordt haarscherp geakteerd, gezongen of gedanst, waarbij je als toeschouwer geboeid toekijkt als naar een vreemde absurde wereld die ergens iets te maken heeft met de realiteit om je heen.
Piet Simons