Ons Erfdeel. Jaargang 17
(1974)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Vandeloo zonder twijfel zijn vroeger niveau haalt en zelfs overtreft. Het is een vlot leesbare roman geworden die mediteert over de verhoudingen tussen de mensen en over de zin van leven, liefde en dood. De rijke vervlechting van dokumenten en kranteknipsels en ook het motief der ‘muggen’ geeft het boek een maatschappijkritische inslag; deze keer over een probleem dat Vandeloo door en door kent. Dezelfde dosering vind je o.a. terug bij Geert van Beek. Anderzijds treffen weer enige typische Vandeloo-gebreken, zoals straks blijken zal. In Vlaanderen is De muggen de bestseller december '73, samen met Ruyslincks verhalenbundel De verliefde akela.
Hoofdpersoon David Wijsman is inderdaad een wijs man, een jood uit de diaspora, bedrijvig in de Antwerpse diamantnijverheid. Velen spellen zijn naam trouwens als Weissmann. Mede door de marginaliteit van zijn volk, ziet hij zichzelf als een gevangene, ‘iemand die opgesloten zit in zijn milieu en er nooit meer uit zal komen’. Hij voelt zich, zoals zovelen in ons westers konsumptiepatroon, geketend aan huis, werk, komfort, vrouw. Hij wil inderdaad de ‘witte olifant’ zijn in de ‘grijze kudde’. Wie konsekwent, menselijk en persoonlijk wil zijn, wordt echter geeksekuteerd. David Wijsman kan niet gewoon slechts zelfvoldaan en gerust zijn: zijn joodse ‘eigenheden, gevoeligheden, manies en frustraties’ rukken zijn bewustzijn open, jagen hem op, maken hem tot een oeverloos piekeraar. En dit piekeren zal in vele gevallen maatschappijkritisch zijn. David Wijsman is een Hamlet-figuur, hij denkt veel en handelt weinig. Voor hem zijn sociale, humane en kreatieve motievenJos Vandeloo.
belangrijker dan materiële. Dit zondert hem af van de maatschappij, die gesymboliseerd wordt door zijn wettige echtgenote Nora Adriaans. Nora is pas 36, Rubensiaans en op vele punten de antipode van David. ‘Leven en werken en eten en genieten en doodgaan, daar draait het om, de rest is flauwekul.’ Nora vervult een administratieve funktie in een supermarkt. Ze is een wat geciviliseerde volksvrouw, ongekompliceerd, luidruchtig, wat oppervlakkig, een tikkeltje vulgair. David en Nora zijn na vijftien jaar huwelijk vreemden voor elkaar gebleven. Hun dialogen stranden in een embryonair stadium. Hun verhouding blijft onvruchtbaar - een eerste kind stierf ongeboren. David hangt in het luchtledige, heeft niet die dubbele band van liefde met de eigen vader en de eigen zoon. Het niet eeuwig kunnen worden op aarde, de vroeg gestorven vader, het kinderloze huwelijk, zijn alle motieven die parallel lopen met een auteur als Geert van Beek. Maar de ellende van de mikrokosmos is slechts de weerspiegeling van de afgrijselijke makrokosmos. Zo vertegenwoordigt Nora de visie van miljoenen mensen op het jodenvraagstuk: zij hebben toch Jezus gedood, zij zonderen zich toch van de maatschappij af in religieuze eigenwaan. In Nora's reakties herkent David de steeds weerkerende onverdraagzaamheid der mensen als een kanker, tot de dood erop volgt. Het is de reden van zoveel ellende, het doden van zes miljoen joden. Davids mensenvrees kulmineert in een oeverloos dagdromen, een eenzaam vluchten in fantasieën, een malend piekeren. De ellende van de wereld kristalliseert zich bij David in het mishandelen van weerloze kinderen. Reeds meer dan drie jaar verzamelt hij nu kranteknipsels over dit schrijnende probleem. Voor hem, die zo naar een zoon verlangt, komt het zorgvuldig aangelegde kollage-album dubbel pijnlijk over. Ook in Geert van Beeks De steek van een schorpioen treft de kollage van dokumenten over folteringen van kind en dier. Het herlezen van deze zwarte film van gruwel lokt bij de gevoelige David slechts één reaktie uit: Waarom? David is niet in staat een zin aan het lijden toe te kennen, ook niet vanuit de religie. Zelf kan hij geen alternatief realiseren, omdat zijn vrouw hem geen zoon schenken wil. Ook de lezer krijgt een schok als hij leest hoe een vader zijn bedwaterend zoontje het piemeltje afrukt.
Is Nora de antipode van David, dan is Greetje Nederman de antipode van Nora. Het betreft een 22-jarig dartel en lief meisje, dat bij dezelfde firma als David werkt. Sommigen denken dat ze een joodse is. Greetje stimuleert David in plaats van hem te ontmoedigen. Zij slaagt erin de dode dingen opnieuw te bezielen. Net | |
[pagina 102]
| |
voor de grote katastrofe, kunnen David en Greetje één keer één zijn, vol opperste tederheid. Davids wereldpijn wordt gedeeltelijk ook geheeld door Abbie Stern, de joviale en lachende vriend. Maar het is vooral zijn moeder die hem troost brengt. Zij bezorgt hem de liefde, ‘als middel om alle gevaren te bezweren en alle bedreigingen op afstand te houden’. Met haar alleen kan David over zijn moeilijkheden praten. Op die wijze bouwt Jos Vandeloo vaak zijn dertien hoofdstukken (ongeluksgetal!) op, met name rondom de polaire tegenstellingen tussen de overheersende Thanatos (de gerobotiseerde wereld, de kindermishandeling, de onvruchtbaarheid, Davids marginaliteit als jood, het mislukte huwelijk met Nora) en de schaarse Eros (persoonlijk en konsekwent leven, liefde en rechtvaardigheid ontmoeten in Greetje, Abbie, zijn moeder). Zo b.v. vormt de dood van de moederfiguur in hoofdstuk 9 de tegenpool voor de steriele vakantie met Nora en is Greetje in de hoofdstukken 10, 11 en 12 telkens het tegenwicht voor respektievelijk de kollage van kinderfoltering, de vlucht van Nora en het optreden van de politie tegen David. In die zin is het ook niet toevallig dat David vanuit zijn vakantie-oord slechts drie personen een ansicht schrijft, namelijk moeder, Abbie en Greetje Nederman. Dezelfde drie figuren treden ook samen op in één van Davids dromen, terwijl op het einde van het boek, David alleen nog steun krijgt van Abbie en Greetje, nadat zijn moeder overleden is. In de hele katastrofale afloop speelt het Thanatos-motief der muggen een grote rol. Het wordt een echte muggenpogrom. Niet toevallig speelt de roman zich af in de warme seizoenen waarin de muggen het aktiefst zijn: van lente tot herfst. Nora heeft veel last van muggen, David niet: hij moet 's nachts de muggen bevechten. Deze beestjes groeien uit tot het symbool van de overheersende vrouw, de zwaar gereglementeerde maatschappij. Nora verwijt David dat hij zuur bloed heeft, maar een Duits arts, een vakantievriend, vertelt David dat muggen eigenlijk van zuur bloed houden, dus meestal van mannen. De waardeschaal der muggen wordt omgekeerd, de rollen verwisseld: de vrouwelijk-zachtaardige David heeft zoet bloed, is een ‘homo mollis’, de mannelijk-overheersende Nora heeft zuur bloed, vertegenwoordigt de keiharde maatschappij. Het enige wat de jood David Wijsman ooit verdelgde, met name muggen, en dan nog ten behoeve van zijn vrouw, wordt zijn ondergang. Langs de muggen om kan Nora toch de overhand krijgen op David. Zij gebruikt het muggenwapen als een paard van Troje. Inderdaad, nadat Nora David verlaten heeft wegens diens relatie met Greetje Nederman, en bovendien spoorloos verdwijnt, zijn het de bloedsporen der stukgeslagen muggen (volgezogen met Nora's zure bloed) op de muren der slaapkamer, die de doorslag geven bij de verlenging van het aanhoudingsmandaat tegen David wegens moordslag...
Het muggenmotief en al wat daarrond geweven is, zou de lezer in de verleiding kunnen brengen dat De muggen een maatschappijkritisch boek is. Bovendien zijn er die typische reeksen kranteknipsels die aan dit boek een dokumentaire inslag geven. Er wordt inderdaad heel wat gepiekerd in deze roman, o.a. over de milieuverontreiniging, de robotisering van de mens in een overtechnische wereld, de wrede kindermishandeling, de produktie- en konsumptiemolen, het werk aan de band, de idiote reklame-vakanties in het zonnige zuiden, enz. Behalve voor de kindermarteling, wordt bovendien speciale aandacht gevraagd voor de slordige, onmenselijke wijze waarop men zijn moeder in ademnood liet doodgaan in het hospitaal en voor de even onmenselijke maar vreselijk akkurate politiemetodes die op David beproefd worden. De niet te stuiten molen der rechtspraak, waarop ook onschuldigen zitten, het absurde veroordeeld worden, doet uiteraard Kafkiaans aan en werd door Jos Vandeloo vroeger reeds uitgewerkt in het toneelverhaal De grap (opgenomen in ‘De croton’, 1962). Men mag hierbij echter niet vergeten dat het maatschappijkritisch gepieker zich aanmeldt als een inwendig monoloog van hij-persoon David Wijsman, die zijn eigen innerlijke onvrede projekteert in de wereld en ze daar overigens weerspiegeld zit. Dit geeft De muggen een geloofwaardigheid die vele loutere dokumenten, of minder nog pamfletten, niet kunnen opbrengen.
Toch heeft ook Jos Vandeloo zich laten verleiden te veel te willen zeggen, waarbij hij te weinig aan de lezer overlaat. Reeds stilistisch gebruikt Vandeloo vaak drie synoniemen op een rijtje, wat de spankracht van het boek aantast. Ook last Vandeloo teveel uitdrukkelijke kommentaar in, dat niet altijd past in het kader van een personeel gezichtspunt. Zo bevat hoofdstuk 2 een zes bladzijden lange beschrijving der karakters van David en Nora. Dus zitten we, afgezien van het eerste hoofdstuk, toch weer in het stramien van een deduktieve struktuur, die eerst zijn premissen wil ontwikkelen. Dit was overbodig, te meer daar de | |
[pagina 103]
| |
beide karakters achteraf voldoende duidelijk naar voor komen d.m.v. akties, inwendige monologen en gesprekken. In hetzelfde hoofdstuk 2 wekt de auteur even de indruk selektief auktorieel te willen zijn: na een David-Wijsman-hoofdstuk, wordt het een Nora Adriaans-hoofdstuk. Dit gezichtspunt wordt echter niet volgehouden, evenmin als het personele gezichtspunt overigens, want op bijvoorbeeld p. 58 voorspelt de auteur alwetend de tragische dood van Davids moeder. Ooit zei een kritikus dat hij uit een boek van Geert van Beek slechts twee citaten had kunnen overnemen: daarom was het boek mislukt. Omgekeerd zou ik willen stellen dat er veel te veel citaten voor het grijpen liggen in De muggen: Gerd de Ley zou er een heel boekje uit kunnen distilleren. Bovendien heeft Vandeloo de onhebbelijke gewoonte de belangrijkste effekten dan nog in vette letters te laten drukken... Dit lijkt haast op een gebrek aan zelfvertrouwen!
Ook heb ik een zeker bezwaar tegen het muggenmotief, of wat ermee gedaan werd. Pas in hoofdstuk 7 wordt het geïntroduceerd, terwijl het muggenbloed in een finaal krantebericht het sluitstuk blijkt te zijn voor de nakende veroordeling van David Wijsman tot levenslange gevangenisstraf. Is het muggenmotief niet kunstmatig tot tema geparachuteerd? Werd het voldoende verweven in de roman? Had het boek er niet veel bij gewonnen een open einde te vinden bij de passus waar David nog hoop koestert met Greetje een nieuw leven te beginnen, hoewel hij in voorhechtenis is? De hele overgang van het ‘realistische’ naar het surrealistische, van het psychologisch-filosofische naar het ekspliciet maatschappijkritische lijkt kunstmatig. De sprong van het muggenmotief is te vergelijken met de tweespalt tussen het kreatieve en het moraliserende in Het reservaat van Ruislinck. Het woord is hier toch nog teveel een ‘kogel die niets meer doorboort’, om het met een vers van Jos Vandeloo te zeggen.
Het fundament van De muggen (dat teveel gevel werd), blijft de inderdaad fundamentele ontoereikendheid van de mensen om elkaar lief te hebben en een leefbare wereld uit te bouwen. We blijven Jos Vandeloo dankbaar voor dit boek-vol-leed. Hugo Bousset
Jos Vandeloo: De Muggen, Brussel/Den Haag, Manteau, 1973. |
|