Walen. Onder hen zijn er recent ingewekenen die meer Waals dan Brussels voelen en zich soms niet zo prettig thuis voelen in het FDF. De Walen te Brussel zijn echter gebiologeerd door de schrik Nederlands te moeten kennen. Wij mogen de kleine Waalse man zijn vooringenomenheid tegen het Nederlands niet kwalijk nemen.
De grote schuldigen aan deze mentaliteit bevinden zich in de hoogste ‘vaderlandslievende’ kringen die de meerwaarde van het Frans als het cement van het unitaire België beschouwden.
Een tweede soort mensen in het FDF zijn de talloze ‘patriottards’-uit-sentiment. Vanaf de tijd van de aktivisten-vervolging en de na-oorlogse repressietijd heeft men hun voortdurend anti-Vlaamse reakties ingepompt.
Een derde soort FDF'ers zijn verfranste Vlamingen die zich ongehoorde moeite en veel vernederingen hebben getroost om zich aan te passen en die nu ‘geen ongelijk gehad willen hebben’.
Onder de ‘menners’ zijn er ongetwijfeld Frankrijk-gezinde ‘rattachisten’ en onder de geldschieters grote bourgeois die weten wat grondspekulatie betekent.
Het is onjuist het ontstaan van het FDF te herleiden tot een komplot van kapitalisten. De leidende groep zijn intellektuelen uit de hogere middenklasse: ambtenaren en leraren.
Al deze elementen (Brusselse Walen, verfranste Vlamingen, anti-Vlaamse patriottards) waren van ouds aanwezig te Brussel en gaven kleur en richting aan de oude partijen, vooral aan de liberale federatie.
De bundeling (bundeling betekent fascio) van deze uiteenlopende krachten, die vroeger in iedere partij voorkwamen, werd vooral mogelijk door de niet aflatende aktie van Le Soir en Pourquoi Pas. De uitgevers van deze bladen zijn mensen die gedrukt papier verkopen waarop de lezer geformuleerd vindt wat hem bewust en onbewust het meest aanspreekt.
Neutraal avondnieuws of kleine schandaaltjes worden steeds minder goed verkoopbaar. De verkoopbaarheid van een blad wordt bevorderd door één centrale tematiek die de kleinste gemene deler vormt van het lezerspubliek.
Men verkoopt gemakkelijker een blad dat tegen iets is dan een blad dat voor iets is.
Alleen reeds zuiver kommercieel gezien was het voor Le Soir en Pourquoi Pas de anti-Vlaamse tematiek een aangewezen verkooppromotie.
Voeg daarbij dat beide bladen niet gespeend zijn van buitenlandse kontakten.
Zolang de Vlaamse Beweging vrij passief bleef, nl. tot ± 1960, heeft zij Brussel niet beroerd. Na 1960 deed zich een versnelling voor in de Vlaamse strijd en meteen in de anti-Vlaamse Brusselse reaktie.
Vanuit de verschillende genoemde achtergronden werd de afkeer van de frankofone Brusselaars voor alles wat Vlaams is groter naarmate de Vlamingen zich opnieuw durfden tonen (marsen) en winstpunten markeerden. Aan de gewone Franstalige Brusselaar is Vlaanderen volstrekt onbekend; het beeld dat hij zich vormt is het beeld dat zijn krant hem voorschotelt. Hoevelen hebben Vlaamse demonstraties gezien? Hoevelen lezen een Vlaamse krant? Meteen verzamelden zich een aantal klubs (à l'instar de Paris) die met kleine aantallen grote namen droegen en in de kolommen van de boulevardpers werden opgeblazen.
Voor de ekonomische regressie van Wallonië zochten sommige Waalse kringen een valse oorzaak in de Vlaamse opgang. Het is altijd gemakkelijk de schuld van eigen ongeluk aan derden te wijten.
Een mogelijk samengaan van Waals en Brussels sentiment tekende zich daarbij des te meer af, omdat de radikale Vlamingen geen enkele ernstige poging hebben kunnen ondernemen om tijdig aansluiting te zoeken bij de Waalse beweging.
De Brusselse en deels Brussels-Waalse anti-Vlaamse reaktie steunt zeer overwegend op het sentiment en op uitbuiting van de massa-psychologie in naam van de slogan Liberté.
Meer via Le Soir en Pourquoi Pas dan door de rechtstreekse aktie van het FDF heeft de Vlamingenafkeer wortel geschoten. Van Vlaamse zijde hoort men vaak beweren dat de stijl van het FDF fascistisch is. De vergelijking met het fascisme gaat niet helemaal op. In zoverre vergelijkingen met stromingen uit het verleden mogelijk zijn, zou zich veeleer een vereenzelviging met het jacobinisme en met de geest van 1830 opdringen. Er heeft zich in de mentaliteit van de Brusselse anti-Vlamingen een mutatie voorgedaan t.a.v. hun vaderlandsliefde. Deze mentaliteitsverandering, nl. het ontstaan van een Brussels patriottisme is belangrijker te achten dan welke politieke verschuiving ook. De Brusselaars hebben zich sedert 1830 beschouwd als de fakkeldragers van de unitaire idee en dé vaderlandsliefde, maar in feite waren zij er de profiteurs van; in naam van deze vaderlandsliefde bestreden ze de Vlaamse Beweging. En wat zien wij nu? België, ik bedoel het unitaire België, is dood omdat de hoofdstad ervan de pretentie opgegeven heeft bindteken te zijn. De