Wij vestigen uw aandacht op...
De studenten Nederlands in Duitsland zijn wat een eenvoudig leerboek in onze taal betreft bijzonder bevoorrecht: de derde druk van het uitstekende boek Langenscheidts praktisches Lehrbuch Niederiändisch, onder redaktie van Dr. J.M. Jalink en Dr. M.C. van den Toorn zal zeker weer veel studenten behulpzaam zijn.
Het boek bestaat uit vijf afdelingen: Uitspraak en spelling, Vorm- en zinsleer, Oefeningen, Gesprekken en tenslotte een aantal kultuurhistorische leesstukken.
Dat het Nederlandse taalgebied meer omvat dan Nederland alleen komt door de keuze van deze leesstukken zeer goed tot zijn recht. Na enkele korte stukjes over Nederland, Amsterdam, 's-Gravenhage en Rotterdam, volgen soortgelijke over België, Brussel en Antwerpen. In het hoofdstuk Staatsinrichting worden, zij het zeer summier - het zijn leesstukken! - de beide koninkrijken met elkaar vergeleken.
Hoofdstuk dertien, De taal, zou in geen enkel leerboek Nederlands in het buitenland mogen ontbreken. Zeer duidelijk wordt gesproken over de Babylonische spraakverwarring die de woorden Hollands, Nederlands en Vlaams in het buitenland veroorzaakt hebben.
Onder het hoofd, De Nederlanden en de wereld, volgt een uitstekend stuk over Henric van Veldeke. Hier geen chauvinistische inlijving van deze auteur bij de Nederlandse letteren, maar er wordt wel aangegeven dat het uiterst moeilijk te beslissen is, wat hij oorspronkelijk geschreven zal hebben, Duits of Nederlands. Als vaststaand wordt aangenomen, dat Van Veldeke met zijn Limburgse dichtwerken een belangrijke schakel is tussen de verfijnde Franse troubadourspoëzie enerzijds en de Nederlandse liedkunst en de Duitse ‘Minnezang’ anderzijds.
Verder zeer lezenswaardige stukjes over o.a. Petrus van Diest, Jeroen Bosch, Rubens, Vondel, Guido Gezelle en Anne Frank.
Van minder gehalte is de afdeling Gesprekken. Deze moeten bij een volgende druk beslist geheel omgewerkt of vervangen worden. Zoals ze nu zijn, bieden ze te weinig Nederlandse omgangstaal en zijn ze verre van levensecht.
Dit viel te meer op, toen wij deze samenspraakjes opnamen voor een Duitse studente Nederlands.
Enkele voorbeelden:
Een badman tot enkele badgasten: Er staat een stevige trek door de muien, Heren!
Even verder zegt een badgast: De schuimkoppen op de golven lijken wel bepluimde riddertjes, die op de golven rijden.
Een winkelier tot een klant die een kapotte vulpen terugbrengt: Hebt U misschien gestoeid, terwijl U hem aanhad?
Eén van de aardigste samenspraakjes brengt ons in een restaurant, waar men door hutspot met klapstuk op de historie van Leiden en het Spaanse beleg komt. De Duitse toerist ontlokt dit schone verhaal de uitspraak: Gelukkig is het land, dat zoveel oude tradities bewaart!
Een gesprek als De Woninginrichting zal men noch in Noord, noch in Zuid-Nederland kunnen beluisteren. De schoolboeken in ons taalgebied bevatten genoeg samenspraken die levensechter zijn. Misschien zou daar bij een volgende druk gebruik van kunnen worden gemaakt.
Piet van Damme
Laat me ronduit bekennen dat ik met A l'Ombre des Beffrois niet goed raad weet. Het werd gepubliceerd door een Brusselse uitgeverij met de (betekenisvolle?)