Ons Erfdeel. Jaargang 13
(1969-1970)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het nederlands in de u.s.a.prof. dr. m. curtis fort Als men de problemen van de Neerlandici in de V.S. in een paar woorden wilde samenvatten, dan moest men zeggen: ze weten niet wat we doen. De Nederlanden en, in ruimere zin, hun taal en letterkunde zijn bijna onbekend in ons land. Wanneer men bedenkt hoeveel Nederlanders, vooral Noord-Nederlanders, naar Amerika zijn geëmigreerd, hoeveel Nederlandse plaatsnamen op de landkaart van Amerika prijken, wordt het gebrek aan belangstelling voor de Nederlandse kultuur nog vreemder. Om een overzicht van de huidige stand van het Nederlands onderwijs aan onze Amerikaanse universiteiten te krijgen heb ik de volgende vragenlijst aan alle aktieve docenten en hoogleraren van het Nederlands in de V.S. opgestuurd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Hoeveel kolleges Nederlands worden er aan uw universiteit gegeven - How many Netherlandic courses do you offer at your institution?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 96]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Welke onderwerpen behandelt U - What subjects do you treat?CC: taalonderwijs voor beginners en gevorderden; oorkonden van de Reformatie; meesterwerken uit de Nederlandse letterkunde; geschiedenis van de Nederlandse beschaving; geschiedenis van de Nederlanden.
CUNY: taalonderwijs voor beginners.
CU: taalonderwijs voor beginners; de struktuur van het Nederlands; dialektologie van het Nederlands; geschiedenis van de Nederlandse taal.
IU: taalonderwijs voor beginners; inleiding tot de Nederlandse letterkunde; de beschaving van de Nederlanden (in het Engels); overzicht van de Nederlandse letterkunde.
UCB: taalonderwijs voor beginners en gevorderden; moderne Hollandse letterkunde, moderne Vlaamse letterkunde.
UCLA: Nederlands en Afrikaans taalonderwijs voor beginners en gevorderden; inleiding tot de Nederlandse letterkunde; inleiding tot de Afrikaanse letterkunde; overzicht van de Hollandse en Vlaamse letterkunde; overzicht van de Afrikaanse letterkunde.
UM: taalonderwijs voor beginners, moderne Nederlandse letterkunde (in het Engels); selekties uit de Nederlandse letterkunde (in het Nederlands).
UNH: taalonderwijs voor beginners; beschaving van de Nederlanden samen met een korte inleiding tot de Nederlandse letterkunde.
UNC: taalonderwijs voor beginners en gevorderden; Nederlandse letterkunde van de Gouden Eeuw.
UP: taalonderwijs voor beginners; beschaving van de Nederlanden.
UT: taalonderwijs voor beginners en gevorderden; beschaving van de Nederlanden; Nederlandse letterkunde. Hoofdzakelijk voor doctorandi: Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen en de Renaissance; Nederlandse letterkunde van 1600 tot 1800; Nederlandse letterkunde van 1800 tot 1900; moderne Nederlandse letterkunde; Middelnederlands; Nederlandse taalkunde.
YU: Nederlands taalonderwijs voor beginners. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Hebt U een reeks van Nederlandse geluidsbanden in Uw taallaboratorium - Do you have a series of Netherlandic tapes in your language laboratory?CC: ja. (Taal, letterkunde, beschaving in de ruimste betekenis).
CUNY: neen CU: neen
IU: ja, maar het gebruik ervan is niet verplicht.
UCB: ja, ze worden geregeld in het onderwijs gebruikt.
UCLA: ja, de geluidsbanden worden geregeld gebruikt voor het Nederlands en Afrikaans onderwijs.
UM: neen
UNH: ja
UNC: ja
UP: ja
UT: ja
YU: ja | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Bestaat er aan uw universiteit een vereniging voor de studie van de Nederlandse taal en cultuur - Is there an organisation for the study of Netherlandic language at your university?CC: neen CUNY: neen
CU: dit maakt deel uit van het programma Germaanse filologie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 97]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IU: een letterkundige vereniging voor de studie van Hollandse en Vlaamse letterkunde.
UCB: dit maakt deel uit van het programma Duitse taal- en letterkunde.
UCLA: neen UNC: neen
UM: neen UP: neen
UNH: neen
UT: onregelmatige vergaderingen van studenten en professoren.
YU: neen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Het aantal deelnemers in Nederlandse colleges of cursussen - The number of participants in Netherlandic courses:a) neemt af - b) neemt toe - c) blijft onveranderd. a) is decreasing - b) is increasing - c) remains unchanged.
CC: blijft onveranderd (75-100 studenten). Het gebruik van een ‘audio-lingual’-tekst waarbij nadruk wordt gelegd op het gebruik van geluidsbanden en de ontwikkeling van spreekvaardigheid trekt meer en meer studenten aan.
CUNY: NPGa naar eind(2) CU: NP
IU: Neemt toe. Cursussen vrij populair.
UCB: neemt toe. Meer studenten zijn er zich van bewust dat er een kursus bestaat.
UCLA: neemt af. Er bestaan op het ogenblik minder studiebeurzen voor studenten van moderne talen en de konkurrentie door het ‘traditioneel’ taalonderwijs (Frans, Duits, Spaans, Russisch) werkt de achteruitgang van het Nederlands onderwijs in de hand.
UM: NP
UNC: NP
UNH: NP
UP: blijft onveranderd
UT: neemt langzaam toe naargelang het programma meer populair wordt.
YU: blijft onveranderd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Waarom kiezen Uw studenten Nederlands - Why do your students choose Netherlandic?a) Verwanten in Nederland, Vlaanderen of een tegenwoordige of voormalige Nederlandse kolonie.
CC: veel studenten van Nederlandse afkomst kiezen het Nederlands als studievak.
IU: een paar
UCB: ongeveer een derde van alle studenten.
UCLA: ten dele
UNC: NP
UNH: NP
UM: NP
UP: een paar
b) Belangstelling voor de kunst van Vlaanderen en Nederland.
CC: niet enkel kunst, maar ook geschiedenis, letterkunde, beschaving.
UCB: in deze groep vindt men de meeste studenten.
UCLA: sommige.
YU: studenten die een proefschrift over Nederlandse kunst voorbereiden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 98]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c) Studenten die in Nederland of Vlaanderen willen studeren.
CC: hoofdzakelijk teologiestudenten
CU: hoofdzakelijk
IU: enkele
UT: enkele
YU: enkele
d) Andere redenen.
CUNY: belangstelling voor de Nederlandse taal- en letterkunde.
CU: studenten die hun kennis van de Germaanse talen willen verruimen.
IU: belangstelling voor een tweede Germaanse taal.
UT: belangstelling voor een tweede Germaanse taal.
De docent van het Nederlands in Amerika vraagt zich dikwijls af waarom de vele Nederlandse immigranten in Noord-Amerika de taal en kultuur van hun geboorteland niet trachten te propageren. Het antwoord ligt voor de hand. De typische Nederlandse immigrant is een blanke Protestant met een vast beroep.
Hij beschikt doorgaans over uitstekende Engelse taalkennis. Bij zijn aankomst in de V.S. vindt hij het niet nodig zich in een kleine kring van landgenoten op te sluiten zoals de Italianen, Duitsers, Polen en andere Oost-Europeanen het hebben moeten doen om hun ‘vreemdheid’ kwijt te raken. De Nederlander wordt dadelijk opgenomen in de Angelsaksische maatschappij. Het is overbodig voor hem een tijdperk van aanpassing door te maken aangezien de Nederlanders tot de vroegste kolonisatoren van Noord-Amerika behoren. (De voormalige Nederlandse kolonie, Nieuw-Nederland, omvatte de huidige Amerikaanse deelstaten New York, New Jersey en Delaware).
Op het Nederlandse toneel beeldt een Hagenaar met zijn diftongrijke uitspraak de typische elegante snob uit. In Amerika is de typische vertegenwoordiger van de ‘haut monde’ een rijke korpulente dame met een Hollands-Amerikaanse naam - Van Schuyler, Van Rennselaer, enz. De immigrant van Nederlandse afkomst is dus in de praktijk volledig aanvaard en niet een ‘echte’ vreemdeling zoals andere immigranten wier voorouders geen aandeel in de oergeschiedenis van ons land hebben gehad.
Het is echter juist deze ‘aanvaardbaarheid’ van de Nederlanders die de verspreiding van de Nederlandse kultuur in Amerika zo moeilijk maakt. De kleine klubs en verenigingen van Duitsers, Italianen en andere minderheden vormden tegelijkertijd uitstralingspunten die het behoud en verspreiding van vaderlandse taal en kultuur dienden. Ze trokken dikwijls ook mensen aan die, al behoorden ze niet tot de betrokken minderheid, belang stelden in haar taal.
De German Society of Pennsylvania, in 1764 te Philadelphia gesticht is een uitstekend voorbeeld van een dergelijke vereniging die onder haar leden veel niet-Duitsers telt.
De Nederlander, die zich zo vlug kan aanpassen, sticht zulke verenigingen niet. Er bestaat ook geen reden voor, omdat hij bijna van meet af tot het ‘establishment’ behoort. Er komt ook het (vanuit een Zuidnederlands oogpunt gezien) beruchte internationalisme van de Nederlander bij. In Nederland is iedereen trots op zijn taalkennis. Men vindt heel wat Noord-Nederlanders die vlot Engels, Duits en Frans kunnen praten en dus met bijna elke vreemdeling over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 99]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
weg kunnen zodat ten gevolge daarvan geen buitenlander zich hoeft in te spannen om Nederlands te leren. Dat het Nederlandse taalgebied naar verhouding klein is doet dus een zekere minachting voor de eigen taal ontstaan. Het Nederlands blijft een soort werktuig voor het binnenlandse mondelinge verkeer, maar niemand zou er aan denken het uit te voeren. Om deze reden bestaat er tot nu toe geen Nederlandse tegenhanger van het ‘Goethe-Institut’ of de ‘Alliance Française’.
Het is ook helaas een treurig feit dat men buiten de kleine Vlaamse kolonie te Detroit nauwelijks Vlamingen in de V.S. aantreft, en zoals ik vroeger al heb beklemtoond,Ga naar eind(3) weet bijna niemand in de Verenigde Staten wat een Vlaming is, omdat haast iedereen denkt dat België alleen maar Frans spreekt.
In 1967 heeft Prof. Dr. Francis Bulhof van de University of Texas in een open brief aan verscheidene docenten Nederlands in Noord-Amerika voorgesteld, dat Amerikaanse universiteiten in die deelstaten waar vrij veel mensen van Nederlandse afkomst wonen, Nederlandse Germanisten zouden importeren.
Deze docenten konden in de eerste plaats les geven in het Duits, terwijl zij tevens een programma Nederlands opbouwden met de steun van de Nederlandse en Belgische regeringen.
Het voorstel van Prof. Dr. Bulhof is heel goed, maar het is juist die steun waarmee de Neerlandici in de V.S. geen rekening kunnen houden. Antipatie van Nederlandse zijde houdt de bevordering van de Nederlandse taal en kultuur in ons land tegen. (We kunnen het de Vlamingen niet kwalijk nemen als zij, door de Amerikanen volledig verwaarloosd, geen belang stellen in de V.S.-Neerlandistiek). Als de Nederlanders niet mee willen doen, zijn al onze inspanningen vergeefs.
Meedoen betekent: meer studiebeurzen voor Amerikaanse studenten aan Nederlandse universiteiten, meer Nederlandse films en geluidsbanden ter beschikking van Amerikaanse Neerlandici, meer financiële steun voor Amerikaanse universiteitsbiblioteken, en de uitwisseling van professoren en studenten. Het zou ook prettig zijn als onze Amerikaanse studenten af en toe een echte Nederlander of (bestaat er nog zo iets?) een Vlaming met eigen ogen konden zien die over zijn eigen kultuur praat en niet over een of andere internationale zaak. Je hebt vaak het gevoel dat Nederlanders en Belgen mensen zijn die het over alles hebben behalve over Nederland en België.
De Nederlandse kultuur kan nooit vrienden in het buitenland aanwinnen wanneer ze zich uitsluitend op nieuwe immigranten en mensen van Nederlandse afkomst toelegt. In dit geval ontstaat een soort provincialisme en kultuurracisme dat niet de verspreiding maar alleen de huldiging van de eigen kultuur beoogt. De Nederlandse kultuur moet haar vrienden zoeken onder niet-Nederlanders om in Amerika en het overige buitenland vaste voet te krijgen. |