Toneeldebuut van Marnix Gijsen.
Wanneer een briljant romancier, bovendien bogend op een geslaagde karrière als diplomaat in Amerika, als 69-jarige zijn debuut als toneelschrijver maakt, dan doet dit wel een beetje stof opwaaien in de wereld van kunst en kultuur. Het wekte dan ook géén verwondering dat de schijnwerpers reeds vóór de eerste voorstelling op Marnix Gijsens eersteling Helena op Ithaka gericht stonden. En dat de première uitgroeide tot een mondain gebeuren in de ‘Vlaamse’ schouwburg van de Belgische hoofdstad.
Het viel zeker niet te loochenen dat Marnix Gijsen volledig achter het gebeuren, de ideeën, de filozofie en de artistiek-literaire konceptie van Helena op Ithaka stond. De wijs-geworden, vaak ironische, dikwijls subtiele, meestal raak formulerende romanschrijver verraadde zich voortdurend. Maar al deze Gijsen-kenmerken bieken tenslotte niet voldoende om van het Grieks-ingeklede stuk teater te maken.
Zonder scherp te zijn heeft de kritiek het onderscheid gemaakt tussen het letterkundig geslaagde werk van Gijsen en zijn minder overtuigende toneeltoepassing. ‘Deze Helena op Ithaka’, noteerde Karel Van Deuren in het dagblad De Standaard, ‘is een ontroerende tekst, een intiem getuigenis van een schrijver die afscheid heeft genomen van zijn jeugd en verzoend, wijs en bitter glimlachend, teruggekeerd is tot het land van zijn jeugd. Een tekst om te lezen. Toneel is iets heel anders, zoals overigens door de voorstelling in de KVS te Brussel werd aangetoond.’
Jan D'Haese