Ballet van Vlaanderen.
Ik had het voorrecht in het decembernummer (1967) van Ons Erfdeel, een bijdrage te mogen publiceren over Ballet in Vlaanderen.
Aan het slot schreef ik: ‘Maar het woord is nu aan de minister voor de Nederlandse kultuur om, bijgestaan door deskundigen terzake, een volwaardig balletbeleid te voeren.’
Die minister was toen de heer Renaat Van Elslande. Aan zijn diensten heb ik in januari 1968 een rapport van 15 bladzijden gestuurd over de organisatie van het ‘Ballet van Vlaanderen’.
Ik ben niet zo naïef, noch zo ijdel, te denken dat mijn artikel noch het rapport waarover sindsdien geen sprake meer is... ook maar de minste invloed heeft gehad op de gebeurtenissen (ik weet heel goed vanuit welke richting de wind waait: Antwerpen). Maar een feit is dat de nieuwe minister van de Nederlandse kultuur Prof. Dr. Van Mechelen, half september, via het persagentschap Belga, door zijn kabinet liet bekend maken ‘dat hij de wil had om tegen oktober een konferentie bijeen te roepen, die zo breed mogelijk de belangstellenden zal omvatten om over te gaan tot de oprichting van het Ballet van Vlaanderen, dat begin januari van volgend jaar zou moeten starten’.
Op 8 oktober nodigde de minister een aantal personen uit waaronder de goeverneurs van de vier Vlaamse provincies, de burgemeesters van het Vlaamse landsgedeelte van gemeenten met meer dan 30.000 inwoners; de direkteurs van de opera's van Antwerpen en Gent, de direkteur van de schouwburg te Brugge, de sekretaris van de Kultuurraad voor Vlaanderen, en, uiteraard, de direktie van de Balletschool van de Gez. Brabants, uit Antwerpen.
Besloten werd een werkgroep op te richten. Een voorontwerp tot oprichting van het Ballet van Vlaanderen werd al opgesteld, dat werd besproken tijdens de eerste bijeenkomst van deze werkgroep, op 21 november 1968.
Het is, vanzelfsprekend, voorbarig hier op dit ogenblik (deze tekst werd geschreven eind oktober) andere overwegingen te wijden aan dit projekt. We kunnen noch vooruitlopen op wat in de werkgroep gebeurt, noch op wat er uit de bus zal komen.
We komen uiteraard te gelegenertijd terug op het Ballet van Vlaanderen.
André Minne