Eerste Duits-Belgische jeugdontmoeting te Linz.
In West-Duitsland leven op het ogenblik meer als 20.000 Belgische kinderen en jongeren. Het betreft hier de zgn. NATO-jeugd die in de typische ‘Siedlungen’ of garnizoenwijken der Belgische strijdkrachten in Duitsland vrij afgezonderd leeft. Terwijl deze jongeren praktisch geen kontakt hebben met Duitse jongeren, is ook het kontakt met België zeer gering. ‘In Ihre Heimat sind sie nur Feriengäste’ kon een Duitse krant dan ook terecht blokletteren. Sinds twee jaar tracht de ‘Jeugddienst der BSD’ echter steeds meer de isolatie van deze Belgische jongeren te doorbreken via kontakt met Duitse jongeren. Voor het eerst sinds twintig jaar werd dan ook te Linz-am-Rhein in de Jugendburg Dattenberg (in de loop van de maand februari) een Duits-Belgische jeugdontmoeting georganiseerd. Een 40-tal Belgische jongeren waren hier een week-end de gast van de jeugddienst van de Landkreis Köln. In een gezamenlijke bespreking van de specifieke jeugdproblemen werd het alle deelnemers overduidelijk dat de Belgische jeugd in Duitsland over een onderontwikkelde infrastruktuur beschikt. In dit verband is de Belgische jeugd kwasi volledig aangewezen op Duitse instellingen. Het eerste Duits-Belgisch jeugdtreffen te Linz werd echter zo'n sukses dat reeds vaststaat dat in de tweede helft van dit jaar een dergelijk treffen in het ‘Jugendhof Rheinland’ te Königswinter zal georganiseerd worden. Werd te Linz een eerste beperkte proef ondernomen voor de Landkreis Köln, dan zal in Königswinter de jeugd van het Landschaftsverband Rheinland-Westfalen tegenwoordig zijn.
Intussen had in de loop van de maand april, op initiatief van de ‘Jeugddienst BSD’ te Weiden en in samenwerking met de Nationale Dienst voor de Jeugd, in de Jugendburg Dattenberg een eerste vormingssessie van monitrices en monitors voor openluchtcentra bij de BSD plaats.
Deze kursus, uitsluitend ingericht voor de BSD-jeugd, was er op gericht eigen mensen te vormen die leiding zouden kunnen geven in het jeugdwerk. Bij de BSD moest tognogtoe in dit verband steeds een beroep gedaan worden op bereidwilligen uit België zelf.
Jef Van Bergen