Beursschouwburg.
Toen enige jaren geleden Brussel met de opening van de Beursschouwburg zijn tweede Nederlandstalig teater kreeg, was iedereen het erover eens dat dit een winstpunt betekende. Voor niemand, meen ik, was het echter op dat ogenblik klaar en duidelijk welke opdracht deze nieuwe schouwburg had. Toneelspelen natuurlijk, maar op de ene of de andere manier moest dit teater toch een eigen rol vervullen. Met veel zin voor initiatief en met grote vindingrijkheid heeft Dries Wieme hiervoor gezorgd. Hij haalt de krachttoer uit om, in een beperkte ruimte met eerder ouderwetse uitrusting, dag aan dag twee plateaus te bespelen. Dit klaart hij met een opvallend klein gezelschap beroepsakteurs. Doorlopend richt hij teaterdagen in, waarop verenigingen en schoolgroepen met het teaterleven in al zijn aspekten worden vertrouwd gemaakt en deelnemen aan debatten, uitgelokt na een voorstelling.