Valerius de Saedeleer.
Opnieuw hebben enkele duizenden kunstliefhebbers een bezoek gebracht aan St.-Martens-Latem, het Leiedorp dat door Paul Haesaerts ‘Het gezegend oord van de Vlaamse kunst’ wordt genoemd. Dit gebeurde ter gelegenheid van de tentoonstelling gewijd aan Valerius de Saedeleer, de befaamde landschapsschilder die, honderd jaar geleden, te Aalst werd geboren en later, gedurende een tiental jaren, te St.-Martens-Latem verbleef, waar hij zich opwierp tot één der basisfiguren van de eerste artiestenkolonie.
Het is de vijfde maal dat de Latemse Kunstkring een tentoonstelling organiseert die - tevens als historische rekonstruktie - een treffende illustratie vormt van de rol die het Leiedorp en de aldaar verblijvende artiesten hebben gespeeld in de evolutie van de Vlaamse kunst en haar uitstraling, zowel op het nationale als op het universele plan.
Op de keper beschouwd is het spijtig dat aan een gemeente als St.-Martens-Latem, uniek verzamelpunt in de geschiedenis van de moderne Vlaamse kunst, géén ruimere middelen (ook financiële) ter beschikking worden gesteld om de historische betekenis te bevestigen, te bewaren en aan de... toekomst over te leveren, door middel van een archief, een eventueel kultureel centrum en ruimere tentoonstellings- en verzamelingsmogelijkheden.
De tentoonstelling van Valerius de Saedeleer was een vingerwijzing te méér in deze richting. De Latemse Kunstkring heeft géén volledige retrospektieve van de meester willen brengen, maar alleen een dertigtal schilderijen verzameld, die de Latemse periode (1898-1908) van de Saedeleer op boeiende wijze belichten. Vooral omdat deze Latemse periode - en wel te beginnen met de jaren
Detail uit ‘Boomgaard in de Winter’ (1907) van Valerius de Saedeleer - Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen.
1903-1904 - een definitieve kentering heeft gebracht in het leven, het denken en de kunst van Valerius de Saedeleer.
Toen de Saedeleer in 1898 te Latem arriveerde stond hij bekend als een bohemien met anarchistische opvattingen. In het Leiedorp kwam hij tot andere inzichten, vond hij zichzelf en keerde hij terug tot het katolicisme van zijn jeugd. Dit was te danken aan de hulp die hij kreeg van de schilderende gemeentesekretaris Binus Van den Abeele en aan de dagelijkse kontakten met George Minne, de Gebroeders van de Woestijne en met... de heerlijke natuur van de Leiestreek. De sfeer van Latem, de religieuze en simbolistische sfeer, geschapen door zijn vriendenkring, heeft de Saedeleer zo weldadig beïnvloed, dat hij zich afkeerde van zijn impressionisme à la Courtens, om het landschap op een nieuwe manier te benaderen.
Te Latem vond de Saedeleer de basis die hem zou toelaten - met Bruegel nochtans als prangend voorbeeld - zijn landschapsschildering op Europees niveau te plaatsen. Tekenend in dit verband is de volgende uitspraak van de Saedeleer: ‘Het doek dat ik