In de rand
Nu de belangstelling voor Frans- of Zuid-Vlaanderen op bevredigende wijze toeneemt, is het ogenblik gekomen om de aandacht te vestigen op de door velen onvermoede mogelijkheden die het land biedt aan studenten die een onderwerp voor hun licentiaatsverhandeling moeten vinden.
Nederland in Frankrijk heeft zeer vroeg een belangrijk aandeel geleverd tot de schepping van onze kultuur. Denken wij slechts aan de invloed die van de abdijen Sithiu aan de A en Elnone aan de Skarpe is uitgegaan. Eeuwen lang heeft het met ons dezelfde geschiedenis beleefd en toen het stuk na stuk door Frankrijk werd aangehecht is het, vooral ekonomisch, maar ook kultureel met ons in kontakt gebleven.
Een hele reeks belangrijke figuren waren afkomstig uit het land, te beginnen met Petrus Pictor die in de eerste helft der XIIe eeuw De Laude Flandriae schreef tot Paul Hazard en Paul Van Tieghem, beiden na de tweede wereldoorlog overleden en geleerden van naam op het terrein van de vergelijkende literatuurgeschiedenis. De Universiteit van Dowaai, gesticht in 1560 en geopend op 4 oktober 1562, was twaalf jaar voor Leiden, de tweede in de Nederlanden. Nog bezit de levende taal een schat aan woorden en verhalen, zegswijzen en liederen, die nergens elders meer te beluisteren zijn.
In het archief van Rijsel, Sint-Omaars, Sint-Winoksbergen en andere steden wordt dokumentatie bewaard die nooit systematisch werd bestudeerd. Daar berust alles wat een student kan wensen, die een goed werk wil voortbrengen en de taaie moed der wetenschappelijke vorsers bezit, om naam te maken en meteen nog onbekende uitzichten van de algemeen Nederlandse kultuur en geschiedenis in het licht te stellen. Uit zijn betrekkingen met Nederland in Frankrijk zullen menselijke kontakten ontstaan, die een inniger verbondenheid in de hand werken en uit zijn studie zal een verrijking van onze kennis van het verleden voortspruiten die aan de toenadering tussen alle delen van de Nederlandse stam een sterker geestelijke inhoud moet verlenen.
André Demedts.