Tijdschriften en boeken
Een historikus over Frans-Vlaanderen
De belangrijkste principes van Prof. Geyl z'n grootnederlandse geschiedbeschouwing zijn de laatste jaren praktisch overal gemeengoed geworden. Allereerst is dit vanzelfsprekend te danken aan de publikaties van Prof. Geyl zelf. Maar daardoor alleen valt de snelle verbreiding van deze denkbeelden toch niet helemaal te verklaren. Geyl heeft namelijk al spoedig een aantal medestanders gevonden die bereid bleken zijn grootnederlandse opvattingen over onze geschiedenis in meer leesbare vorm als in een wetenschappelijke studie mogelijk is, aan een breed publiek uiteen te zetten én ze in nieuwe geschiedenismethoden voor de school te verwerken. Een geleerde die op dit gebied belangrijk werk verrichtte, is de oud-rektor van een Amsterdams avondlyceum, drs. G.J. Rooyaards. In 1951 voltooide hij een monumentaal boekwerk, ‘Stam en Staat’, dat de geschiedenis van het Nederlandse volk van de vroegste tijden tot op heden behandelt. In het voorwoord tot dit zeer aantrekkelijke werk, distancieert hij zich al direkt van de kleinnederlandse geschiedbeschouwing: ‘Men zou kunnen spreken van de Noordelijke Nederlanden, de Zuidelijke Nederlanden, de Franse Nederlanden (Duinkerken, Kassel) en de Pruisische Nederlanden (Gulik, Kleef), terwijl ook in Zuid-Afrika nog een loot bloeit van de Nederlandse stam’. Over Frans-Vlaanderen merkt hij daarna nog speciaal op: ‘De oudste taalgrens heeft gelegen tot aan de Somme, maar heeft zich geleidelijk naar het Noorden verplaatst. Rijsel en Bonen (Boulogne) zijn evenals Duinkerken, Kassel, Hazebroek en Hondschote Nederlandse grond’ (d.w.z. Nederlands taalgebied ).
Daarnaast schreef Drs. Rooyaards ook nog tal van geschiedenisboekjes voor het middelbaar onderwijs. Zonder dat men iemand tekort doet, kan men rustig vaststellen dat hij praktisch alleen het hele katolieke geschiedenisonderwijs op de m.s. in Noord-Nederland op het grootnederlandse spoor gezet heeft. De betekenis hiervan laat zich moeilijk overschatten.
Nooit vergeet hij ook te wijzen op de rol die Frans-Vlaanderen in onze geschiedenis speelde. Ook de tegenwoordige toestand van onze kultuur in dit gebied heeft zijn volle belangstelling. In zijn fraai geïllustreerde ‘Uit Republiek en Koninkrijk’ nam hij o.a. enkele kaartjes en afbeeldingen i.v.m. Frans-Vlaanderen op. Het laatste deeltje van zijn drieledige geschiedenismetode ‘Van verleden tot heden’ bevat zelfs een apart hoofdstukje over ‘De Franse Nederlanden’. Bondig behandelt hij hierin achtereenvolgens: de oorspronkelijke taalgrens, de huidige situatie van het Nederlands in Noord-Frankrijk en een aantal typische biezonderheden van deze streek. Zijn slotopmerking citeren wij met volle instemming: ‘De Nederlanders uit Noord en Zuid mogen niet onverschillig blijven voor de langzame dood van de Nederlandse kultuur op de verst naar 't Zuiden geschoven voorposten’.
Uit alle geschriften van Drs. Rooyaards blijkt zijn grote liefde voor de Nederlandse historie, taal en kultuur. Het sympatieke is dat zijn toon toch steeds nuchter blijft. Allemaal redenen waarom wij ons met dankbaarheid in de populariteit van zijn werken verheugen.
F. Niessen
Drs. G.J. Rooymans: ‘Stam en Staat’, Urbi et Orbi, Amsterdam 1951 - Prijs f 22,50. - ‘Uit Republiek en Koninkrijk’, 7e druk, H. Ten Brink's U.M., Meppel-Amsterdam, 1961 - Prijs f 3,75. - ‘Van verleden tot heden’, 3 dln., N.V. Thieme & Cie, Zutfen, 1959-1960 - Prijs resp.: f 2,40 - f 2,75 - f 2,90.