in de rand
Een snelle opleving van een Nederlands cultuurbewustzijn in Frans-Vlaanderen wordt in de eerste plaats door onwetendheid geremd. De overgrote meerderheid der Fransvlamingen beseffen niet dat zij een dialect spreken, waarvan het Algemeen Beschaafd Nederlands de cultuurtaal is. Men mag zich daarover niet verwonderen. Sedert drie eeuwen wordt hun dat niet meer geleerd en in die lange tijd zijn, te zeldzame uitzonderingen daargelaten, de culturele betrekkingen met Nederland en Vlaanderen steeds zwakker geworden.
Een der middelen om het contact met onze cultuur te herstellen zou het lezen van Nederlandse en Vlaamse bladen zijn. Wij durven nu niet te verwachten dat zij daar vanzelf toe zullen komen. Want zij kennen onze kranten en tijdschriften niet, evenmin als een gewone Nederlander of Vlaming weet welke periodieken in Frankrijk of Duitsland verschijnen. Zij zullen daar uit zichzelf ook niet naar zoeken, omdat de gewone zorg om het bestaan hen evenzeer als de meesten onder ons volledig in beslag neemt.
Wij kunnen nochtans die onbekendheid doorbreken, als enige honderden Nederlandssprekenden zich een offer zouden getroosten. Veel zou het niet kosten, een beetje tijd, een postzegel en volhardende aandacht voor de zaak. Wij zijn allen geabonneerd op allerlei uitgaven, die na lezing niet bewaard worden. Als wij die periodieken nu, nog in nette staat, geregeld aan een Fransvlaming konden zenden, zou dat voor hem een eerste kennismaking met de Nederlandse beschaving zijn. In één geval op vijfentwintig zou dat ongetwijfeld tot een blijvende belangstelling en via die belangstelling tot een Nederlands cultuurbewustzijn leiden.
Wie het adres van een Fransvlaming verlangt, dele het mede aan de redactie van ‘Ons Erfdeel’ of aan schrijver van deze aantekening. Op één zaak willen wij nog de aandacht vestigen. Als wij bladen opsturen, moeten wij het doen zonder iets persoonlijks terug te verlangen. In de meeste gevallen zal er nooit een wederwoord komen. Veel mensen zien er tegen op een letter op papier te schrijven en dat schrijven wordt wel bijzonder moeilijk, wanneer men de spelling en spraakkunst van de taal die men gebruikt nooit heeft geleerd. Maar wie onder de trouwen heeft een beloning nodig?
ANDRE DEMEDTS
(Condédreef 21, Kortrijk)