[Voorwoord]
Gaarne maak ik gebruik van de gelegenheid, die de verschijning van mijn proefschrift mij
biedt, om de Literarische Faculteit der Utrechtsche Universiteit openlijk dank te zeggen voor het
genoten onderwijs. In het bizonder aan U, mijn hooggeachten promotor, Prof.
Muller, voor het vele, dat ik zoowel vóór als gedurende de bewerking
van mijn dissertatie van U heb geleerd. Voor de vele verbeteringen en aanvullingen, voor het vrije
gebruik van uw woordregister op Everaert's werken, en vooral ook voor de belangstelling, die Gij
mij steeds hebt betoond, spreek ik hier mijn hartelijken dank uit.
Ook U, Prof. Vogelsang, dank ik ten zeerste voor de wenken, die ik
voor verschillende punten van mijn proefschrift van U heb ontvangen en vooral ook voor uw lessen.
Veel heb ik bij U geleerd dat mij tot een groot genot voor mijn verder leven zal zijn.
Aan U, Prof. Caland en Prof.
Kernkamp, betuig ik mijn welgemeenden dank voor uw onderwijs.
Ook den oud-hoogleeraar, Prof. Krämer, wiens colleges ik nog één jaar heb
gevolgd, gedenk ik hier met erkentelijkheid.
Wijlen Prof. Gallée's vriendelijke persoonlijkheid zal bij mij steeds in
herinnering blijven.