Kunst- en letternieuws.
- Wintermaend. -
- De heer Raabe te Brussel is door een huis van boekhandeling te Keulen, gelast met het vervaerdigen eener duitsche vertaling van: De leeuw van Vlanderen, van onzen verdienstelyken medewerker, den heere H. Conscience. Het duitsche werk zal te Keulen het licht zien. Wy gelooven niet dat tot hier toe een der voortbrengsels onzer zoo genaemde belgische- fransche litteratuer, die eer genoten heeft.
- Wy lezen het volgend artikel in den hollandschen, algemeene konst en letterboden - voor het jaer 1840. (2d September - no 39.)
‘Haarlem. - Onder de verliezen, die de kunst in 1839, door den dood harer beoefenaars leed, moet, behalve zoo vele vroeger vermelde, nog geteld worden: 1o. Dat van den heer Everhard Waardenburg. (Rector der latynsche schole te Arnhem,) welke aan de studie der oude letteren die der schoone kunsten paarde, en zoo wel in teeken- en schilderkunst als in toonkunst, blyken van meer dan gewone bedrevenheid aen den dag legde; 2o. dat van den vermaarden schilder Ferdinand De Brakeleer, die t'Antwerpen geboren werd, en, als leerling van den heer M.J. Van Bree, in het historisch vak en het zoo genaemd tableau de geure uitstekende stukken geleverd heeft. In 1819 reeds behaalde hy den grooten eereprys by den wedstryd in het historisch vak, op de Antwerpsche tentoonstelling. Beiden mogten slechts den ouderdom van 47 jaren bereiken.’
Wy raden den opstelleren van den kunst en letterboden zich een andermael wat beter te onderrigten en onze kunstschilders zoo ligtveerdig naer de Eeuwigheid niet te verwyzen. -
- De bestierende komissie onzer Akademie van beeldende kunsten heeft zyne kandidaten voor het leeraerschap van beeldhouwkunde voorgedragen. De eerste kandidaet is onze vermaerde beeldhouwer Jozef Geefs, waer wy reeds meermalen van gesproken hebben. De tweede is de heer Geerts en de derde, de heer Kuyper.- Wy hopen dat het ministerie dezen wenschelyken keus zal involgen.-
- De overvloedigheid van stoffe laet ons niet toe een overzigt der Bestendige Tentoonstelling te geven. Het zy voor de toekomende maend.